De mislukte omkooping.
(Uit het Engelsch.)
Eenigen tyd, naa de komst van george den II, op den Throon des Grootbrittannischen Ryks, vondt het Staatsdienaarschap zich zo zeer in 't naauw, over de verkiezing van een Schotschen Pair, dat de Heer robert walpole zelve na schotland toog, om Stemmen te werven. Onder de Pairs, by welken hy zich vervoegde, was ook Lord r ... b ... y, by wien hy het middagmaal hieldt. Naa het eeten voerde walpole hem te gemoet: ‘Mylord! ik ben hier gekomen met het bepaald oogmerk, om u te verzoeken, dat Gy niet in gebreke blyft om na Edenburg te gaan, en U over te haalen, om by de aanstaande Verkiezing te stemmen. Ik zal dien stap van uwen kant als een gunstbewys aanmerken, en vermits de weg derwaards niet van de gemaklykste is, zo staa my toe, dat ik U aanpryze om de Kaart in te zien, die gy onder myn Glas zult vinden.’ - Ik zal zeker gaan, antwoordde Lord r ... b ... y, gy kunt 'er staat op maaken. - De Staatsdienaar, over dit antwoord wel te vrede, vertrok, en Mylord vondt onder zyn Glas een Banknoot van 1000 Ponden Sterlings.
Lord r ... b ... y ging, ingevolge van zyne belofte, na Edenburg; maar gaf zyne Stem tegen den Dinger na het Pairschap, door den Staatsdienaar bedoeld, en van hem begunstigd; en een Pair, tegen den zin van het Staatsdienaarschap, werd verkooren. - Als Lord r ... b ... y eenigen tyd daar naa te Londen kwam, ging hy den Heer walpole zien, die hem met veel stroefheids vroeg: hoe het bykwame dat hy tegen hem gestemd hadt? 'er by voegende, dat hy vreesde dat 'er eenige fout in de Kaart mogt geweest zyn. - ‘In geenen