heid in zo min mogelyk uit te geeven; doch by den verstandigen en wyzen is de Spaarzaamheid de kunst, om het meeste voordeel te trekken van de kosten, die men kan en moet doen.
De Spaarzaamheid, wel begreepen, is gelegen in bovenal niet aan Trotsheid, maar aan Welvoegelykheid het oor te leenen Trotsheid zoekt de hoogere Rangen te overtreffen; Welvoeglykheid doet ons vermyden uit onzen Rang te gaan, 't zy door ons boven denzelven te verheffen, 't zy door beneden denzelven te daalen.
Wie Spaarzaam wil weezen, en het niet weet te zyn, wykt 'er weinig min verre van af, dan die het geheel niet is. De afwyking ontstaat voornaamlyk uit het onvermogen, om aan steeds opkomende verbeeldingen wederstand te bieden. Onze verbeeldingen zyn altoos min beperkt dan de middelen, om aan dezelve voldoening te verschaffen. Men moet, derhalven, weeten te kiezen, over zyn genegenheden te redenkavelen, de een aan de andere te onderschikken, en dikwyls die genietingen, welke ons het sterkst aanlokken, te wederstaan Wie de kunst derft van zich op zyn tyd iets te ontzeggen, zal nooit orde in zyne zaaken hebben; ja, ik durf 'er by voegen, zal nimmer genieten.
In alle soorten van Uitgave mag men niet om het overtollige denken, dan naa het noodige bezorgd te hebben Wie zou niet lachen, als hy iemand Schilderyen, Tekeningen, Zeldzaamheden, en Kunststukken, zag koopen, terwyl hy zyn Huis en Landgoed liet vervallen.
Zeer te beklaagen zyn allen de zodanigen, die door Trotsheid, of zelfs door Involgbaarheid, zich verpligt agten, hun Huis met kostbaarder Huisraad te voorzien dan hunne middelen toelaaten. Gedrongen om berouw te hebben van hunne uitgaven, op het oogenblik dat zy dezelve doen, kunnen zy 'er het genot niet van hebben, 't welk anderen ten deele valt; zy voelen, te midden van hun uiterlyke overdaad, inwendig gebrek, 't welk hun veroordeelt. Hoe veel gelukkiger is de goede Huisvader, die, door de zeden der Voorouderen te volgen, de Middelen, van dezelve naagelaaten, bewaart, in een Huis, waar Eenvoudigheid, Orde, en Overvloed heerscht: waar de Bedienden wel gekleed zyn, en de jonge Kinderen de gezondheid zelve vertoonen; die in de Huiscieraaden de voeglykheid boven de grootsheid stelt, en het gemak boven de mode; en die, in zyn oud Zilverwerk, dikwerf aan zyne Gasten een maaltyd, die eer overvloedig dan uitgezogt is, opdischt.
Moniesquieu (want ik zoek de eenvoudigheid myns onderwerps op te luisteren, door den naam diens grooten Mans,) heeft opgemerkt, dat hy, die al zyn Inkomen verteert, zich bederft. - De reden hier voor zyn allerblykbaarst. - Hy vervalt in 't onvermogen, om tegen onvoorziene toevallen iets