Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1789
(1789)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij't Leeven van den beroemden Italiaanschen dichter Ariosto.Ludovico ariosto stamde af van een zeer oud Geslacht, 't welk langen tyd in de Stad Bologna, in Italie, met grooten roem gewoond hadt, tot dat obisso de III, Markgraaf van Este, lippa ariosta, eene Jongkvrouwe van uitsteekende schoonheid en heerlyke gaven, trouwde: deeze haaren Egtgenoot na Ferrara vergezellende, volgden haar verscheiden haarer Bloedverwanten, en bragten het Huis der Ariosti eerst in die Stad over. Onder andere takken van dien Stam, leefde nicolo, en diens Broeders, Lieden van groot aanzien, in Ferrara. Nicolo bekleedde, onder hercules en borso, | |
[pagina 122]
| |
Hertogen van Ferrara, de gewigtigste posten in de Stad niet alleen; maar werd aangesteld tot Bestuurder van Rheggio en Modena, en verscheide keeren in gezantschap gezonden aan den Paus, den Keizer, en den Koning van Frankryk. Landvoogd van Rheggio zynde, trouwde hy daria di malaguzzi, eene zeer ryke Dame, uit een der eerste Huizen van Rheggio afstammende. In dit Huwelyk verwekte hy vyf Zoons en vyf Dogters; ludovico, de oudste Zoon, werd te Rheggio gebooren, op den achtsten van Herfstmaand, des Jaars MCCCCLXXIV. Van zyne vroegste jaaren af, gaf hy uitsteekende voortekens, dat hy een eerst vernuft zou worden. In de allereerste beginzelen zyner Letterkunde zynde, vervaardigde hy een Treurspel, uit de Geschiedenis van Pyramus en Thisbe, 't welk zyne Broeders en Zusters speelden. Vroeg lag hy zich op de Latynsche Taal toe, en maakte 'er grooter vorderingen in dan iemand van zyne jaaren; in den aanvang zyner Letteroefeningen stelde hy eene welspreekende Redenvoering in die Taal op, en droeg ze voor, op eene wyze, die elk met de hoogste verwagting ten zynen opzigte vervulde. Tito strozza, een Heer van groote Geleerdheid, schiep ongemeen veel genoegen in den jongen ariosto te hooren, en hem zwaare vraagen ter beantwoordinge voor te stellen; dikwyls een Taalkundig geschil vriendlyk aanvangende met ariosto, en zyn Zoon hercules, die in jaaren en Letteroefeningen met ariosto gelyk stondt. Maar het ging onzen Dichter even als ovidius, petrarcha, tasso, en anderen, dat zyn Vader, weinig smaaks in de Letterkunde hebbende, zyn Zoon afmaande van het opvolgen zyner geestneiging; liever willende, dat zyn oudste Zoon zyn best zou doen om zyn Fortuin te maaken, door het omhelzen van een winstaanbrengend Beroep. Hy zondt den jongen Dichter na Padua, om zich aldaar op de Regtsgeleerdheid toe te leggen: hier in sleet hy vyf jaaren, zeer onaangenaam voor iemand van zyne geestgesteltenisse; hy beklaagt zich over deeze Leevensomstandigheid in een zyner Hekelschriften, aan bembo gericht. Dan, schoon ludovico zynen Vader niet openlyk durfde ongehoorzaam zyn, kon hy zyne neigingen zo verre niet te onder brengen, of hy vondt tyd tot het leezen van verscheide Schryveren, inzonderheid Fransche en | |
[pagina 123]
| |
Spaansche Romans: in beide deeze Taalen was hy wel bedreeven, en zette twee of drie deezer Schriften in 't Italiaansch over. Van deeze soort van Schriften bediende hy zich in zyne volgende Werken, gebruik maakende van de schoonheden, welke hem voorkwamen in deeze wilde voortbrengzelen eener verhitte verbeelding. Nicolo, in 't einde den afkeer zyns Zoons van de Regtsgeleerdheid ontdekkende, en hoe weinig vorderings deeze daar in maakte, besloot niet langer de neiging van den Jongeling te wederstreeven; maar stondt hem toe dezelve op te volgen, en het pad te betreeden, 't welk de Natuur aanwees. Deeze toegeevenheid van nicolo, zegt men, ontstondt, voor geen gering gedeelte, door de tusschenspraak van pandolfo ariosto, een jong Heer, van zeer groote bekwaamheden, een Bloedverwant van ariosto. Ludovico, thans op vrye voeten gesteld, streefde met onvermoeiden yver de Letterbaan op, om het verloorene in te haalen. Hy begaf zich, twintig jaaren bereikt hebbende, onder het opzigt van gregorio di spoleti, een Man van zeer goeden smaak, en wel bedreeven in 't Latyn en Grieksch, toen te Ferrara woonende. Gregorio, ontdekkende met welk eenen vlyt ariosto zich op de Letteroefeningen toelag, verzuimde niets, wat strekken kon, om dit edel vernuft aan te kweeken; en zyn Kweekeling werd, binnen kort, gemeenzaam met de beste Latynsche Schryveren, inzonderheid de Poëeten, onder welken horatius hem 't meest behaagde: hy verklaarde verscheide moeilyke en duistere plaatzen in deezen Dichter, welke men tot dus lang niet recht begreepen hadt. Ariosto's oogmerk was, op dezelfde wyze de Grieksche Schryvers te beoefenen; doch, willende zich eerst volkomen meester maaken van het Latyn, verloor hy op 't onverwagtst den bystand zyns Leermeesters gregorio, die zich genoodzaakt vondt, ingevolge van de begeerte van isabella, Dogter van alphonso van Napels, als Opziender van haar Zoon, eene reis na Frankryk te doen; op welke reize hy kort daar aan stierf, tot onuitspreekelyke droefheid van ariosto. Omtrent dien zelfden tyd stierf nicolo ariosto, de Vader van ludovico, een talryk Gezin naalaatende. Ludovico, toen vier en twintig jaaren oud, vondt zich, op 't onverwagtst, eensslags gedompeld in Huislyke beslommeringen, verpligt om te zorgen, dat zyne Broeders | |
[pagina 124]
| |
in de wereld voortkwamen, en zyne Zusters op de best mogelyke wyze te helpen, en de plaats te bekleeden van eenen Vader, die geene groote goederen hadt naagelaaten. Hy vondt zich overstelpt met zulk eene menigte van bezorgingen, dat hy niet alleen het genomen opzet, om de Grieksche Taaloefening voort te zetten, liet vaaren; maar ook de Latynsche, door hem onlangs met zo veel drifts hervat, zou gestaakt hebben, hadt pandolfo ariosto hem niet aangemoedigd, om eenigermaate de hand aan de Letterploeg te houden. Doch de dood beroofde hem ook van deezen bemoedigenden Vriend. Alle deeze te leurstellingen, egter, dempten het vuur van zynen geest zo zeer niet uit, of hy gaf doorslaande bewyzen van zyne bekwaamheid in de Dichtkunst. Thans hadt hy den ouderdom van negen en twintig jaaren bereikt, en grooten roem verworven door zyne Latynsche Verzen, veelvuldige Dichtstukjes en Sonnetten, vol vuurs en verbeeldingskracht. Mannen van Geleerdheid en Smaak zogten zyne verkeering; de Cardinaal hippolito van Este, wiens Hof de verzamelplaats was van de bekwaamste Mannen diens tyds, nam hem in zynen dienst, waarin hy vystien jaaren bleef. Staande deezen tyd, eerde hy onafgebrooken de Zanggodinnen; hy vormde het plan, om een Dichtstuk te schryven van een Romanesken Smaak, in welken 'er nog geen geschreeven was op dien trant, als de waardigheid des onderwerps vorderde; en zo gelukkig was de buigzaamheid van zyn vernuft, dat hy in allerlei soort van verzen slaagde. Omtrent dertig jaaren oud zynde, begon hy zynen Orlando; de Cardinaal bembo, dien hy zyn oogmerk te kennen gaf, ontraadde hem in 't Italiaansch te schryven, hem aanmaanende, de Latynsche Dichtkunst voort te zetten. Ariosto antwoordde: ‘dat hy liever de eerste wilde zyn onder de Italiaansche Schryveren, dan ten nauwennoode de tweede onder de Latynsche.’ Ten dien tyde hadt hy gelukkig reeds een gedeelte van zynen Orlando af; deeze Verzen aan eenigen zyner Vrienden voorleezende, ontving hy zo veel aanmoediging, dat hy besloot, zyn plan met alle wakkerheid door te zetten. Om zyne Letteroefeningen met minder stoorenis door te zetten, verkoos ariosto Rheggio, en begaf zich na een vermaaklyk Landgoed, toebehoorende aan sigismundo malaguzzi, een zyner Bloedverwanten, waar hy den tyd sleet in het vervorderen van zyn groot oogmerk. | |
[pagina 125]
| |
Te midden van het voortzetten zyns Letterarbeids, moest alphonso, Hertog van Ferrara, een Gezantschap na Rome zenden, om den toorn te stillen van Paus julius den II, die zich gereed maakte om hem te beoorlogen; alphonso's Broeder, de Cardinaal, prees ariosto aan als een Man, recht geschikt om zulk een onderhandeling toe te vertrouwen. De Hertog koos hem, en hy kweet zich zo wel van dien last, dat hy met een gunstiger antwoord, dan men verwagt hadt, te rug keerde. De Paus niet te min op den Hertog verstoord blyvende, ging een Verdrag aan met de Venetiaanen, en bragt een talryk Leger tegen Ferrara op de been; doch hadt weinig eers van die onderneeming: dewyl hy de nederlaag kreeg in den slag by Ravenna. Een gedeelte van de Vloot was de Po opgezonden tegen Ferrara, maar werd afgeweezen door des Hertogs Party. In dit gevegt betoonde ariosto groote krygsdapperheid; een der kloekste vyandlyke Schepen vermeesterende. Het Pauslyk Leger verstrooid zynde, oordeelde alphonso het geraaden, een Gezant na Rome te schikken. Maar een ieder schroomde deezen dienst te doen, de geaartheid van den Paus kennende; ariosto nam het op zich ten tweeden maale na 't Pauslyk Hof te trekken; doch hy vondt zyne Heiligheid dermaate verstoord op den Hertog, dat de Afgezant bykans zyn misnoegen en wraak moest ondervinden: en 't was niet zonder moeite, dat ariosto met leevensbehoud Ferrara weder bereikte. De zaaken des Hertogs hersteld zynde, keerde ariosto tot zyne Letteroefeningen weder; schoon steeds in dienst van den Cardinaal blyvende, werd hy, van tyd tot tyd, gebruikt in verscheide Staatsbezigheden, die hem noodzaakten zyn rustig verblyf te verlaaten, en het voltooijen van zyn Orlando uit te stellen. Nogthans vondt hy gelegenheid, om zo veel tyds van zyne gewigtiger zaaken af te snipperen, dat hy ten laatsten het Werk ten einde bragt; hoewel het verre was van die volkomenheid te bezitten, welke hy verlangde dat het zou hebben besloot hy, om de verwagting des verlangenden Gemeens niet langer te rekken, 't zelve uit te geeven; 't werd, diensvolgens, de eerste maal gedrukt in het Jaar MDXV. Eenigen tyd daar naa hadt de Cardinaal ten oogmerke na Hungaryen te gaan, en verlangde tot zyn gezelschap | |
[pagina 126]
| |
een verstandig Man, die onder zyne vleugelen leefde: maar ariosto gaf hem openlyk zyn oogmerk, om t'huis te blyven, te kennen: dewyl zyn lichaamsongesteltenis hem deedt vreezen voor de vermoeienissen en ongemakken eener zo lange reize. Daarenboven begon de dienst des Cardinaals hem lastig te vallen: zy, die zich by zyn Persoon bevonden, waren dikwyls genoodzaakt het grootste gedeelte van den nagt op te blyven. Het blykt ook, dat ariosto uit den aart afkeerig was van reizen, en weinig Landen bezogt. De weigering van ariosto, om den Cardinaal te vergezellen, vergramde den Kerkvoogd zulker wyze, dat hy in zekeren voege hem zyne bescherming onttrok: eene omstandigheid, welke onzen Dichter geen kleine verlegenheid baarde. Hoewel men denkt, dat hippolito hem weder in gunste zou hebben aangenomen: waren 'er eenige hem kwaad gunnende, die de behendigheid hadden om ariosto van hem verwyderd te houden. De eenige vertroosting, die ariosto hadt, bestondt in het afgezonderd leeven, 't welk met zyne geestneiging veel beter strookte dan de woeligheden ten Hove. Hy zette zich thans om onafgebrooken alle verbeteringen toe te voegen aan zyn Orlando; en schonk in 't Jaar MDXXI eene nieuwe veel verbeterde uitgave. Middelerwyl overleedt de Cardinaal hippolito, en ariosto, die vyftien jaaren in een staat van ongemaklyke afhangelykheid geleefd, en thans het vier en veertigste zyns Ouderdoms bereikt hadt, zou volhard hebben by zyn besluit, om nooit weder eenige verbintenis met een Hof aan te gaan: doch sterk aangezogt door zynen Boezemvriend buonoventura pistofolo, Geheimschryver van alphonso, begaf hy zich in dienst van dien Prins, van wien hy de allervriendlykste bejegening ontmoette. Niet lang daar naa, werd, toen adrianus de II den Pauslyken Zetel bekleedde, Grafagnana, een Landschap aan het Apenynsche Gebergte, door verdeeldheden van een gereeten, en het jammer diens Landschaps vergroot door de ongebondenheid, waar toe het Volk vervallen was, door eene geheele verslapping in het Landbestuur; men oordeelde noodig een Persoon te benoemen, wiens voorzigtigheid en gezag hetzelve tot behoorelyke onderdaanigheid zou brengen. Tot dit gewigtig werk werd ariosto gekoozen, die, hoe zeer tegen het reizen op- | |
[pagina 127]
| |
ziende, het gevaar niet verkoos te loopen, van anderwerf zich het ongenoegen zyns Beschermvorsts op den halze te laaden. Ariosto bleef drie jaaren in zyne nieuwe Landvoogdye, waarin hy zich zo wel kweet, dat hy het Volk niet alleen weder bragt tot een behoorelyk bezef van hun pligt aan hun Souverain; maar deszelfs genegenheid te hemwaards won: de Hertog juichte hem zeer toe over zyne goede diensten. - Men vindt hier een zeldzaam voorbeeld van den eerbied, aan zyn Character betoond, door lieden van allerlei rang. Eerst in de Landvoogdy gekomen, moest hy door een bosch trekken, van zes lieden te paard vergezeld, en door eene menigte van gewapenden heen gaan, wier voorkomen hem veel agterdenkens baarde; het land rondsomme was vervuld met Roovers, en die men 't meest dugtte, stonden onder zekeren filippo pachione. Nauwlyks was ariosto door deeze gewapenden hoop heen gereeden, of de Capitein vroeg een der Knegts, die agter aanreedt, wie deeze vreemde Heer was? Verstaande dat het ariosto was, ylde hy weg, om hem in te haalen, schoon in volle wapenrusting. Ariosto dit ziende, hieldt stil, met eenige beangstheid den uitslag van dit vreemd verschynzel afwagtende. Die op hem afkwam, naderende, groette hem met diepen eerbied, en verklaarde, dat zyn naam filippo pachione was, verschooning verzoekende, dat hy, ariosto niet kennende, hem hadt laaten voorby trekken, zonder hem de agting te betoonen, welke hy verschuldigd was aan diens zonderlinge verdiensten. De Heer barettiGa naar voetnoot(*) verhaalt deeze Geschiedenis als met geheel andere omstandigheden voorgevallen: schryvende, ‘Onder andere treffende voorbeelden van 's Volks hoogagting voor hem, hadt ariosto eene ontmoeting van eene zeer zeldzaame natuur. De Hertog hadt hem als Landvoogd gezonden na het Landschap Grafagnana, welks Inwoonders, zich bedienende van de algemeene onlusten, toen ter tyd in Italie woelende, weinig gehoorzaamheids aan hunnen Souverain betoonden. Ariosto nam zyn verblyf in een versterkt Kasteel, buiten 't welk het gevaarlyk was, onvergezeld van gewapende Manschap, te treeden: dewyl de geheele omtrek vervuld was met Oproerigen, Zwervers, Roovers en Moor- | |
[pagina 128]
| |
denaars, die, naa het plegen der snoodste en schriklykste euveldaaden, in 't Gebergte de hand der strafoefenende geregtigheid ontweeken. - Ariosto was op een morgen buiten 't Kasteel gaan wandelen, in zyn nagtrok; en vol gedagten voortgaande, was hy, de omstandigheid, waarin hy zich bevondt, vergeetende, verre van het Kasteel afgedwaald, en vondt zich, op 't onverwagtst, omringd door een hoop deezer Rooveren, die hem zeker zouden mishandeld en gedood hebben, was hy van aangezigte niet bekend geweest aan een der Bende, die zyne Makkers onderrigtte dat het ariosto was. Het Hoofd der Bende vervoegde zich tot hem, zeggende: “dat, dewyl hy de Schryver was van den Orlando Furioso, niemand hem eenig leed zou doen; maar hem veilig op 't Kasteel wenschte te zien.” Dit Hoofd vergezelde hem derwaards, onder den weg hem bezig houdende met het ophaalen van verscheide uitmuntende trekken, door hem in dat Dichtstuk ontdekt; deeze met de grootste lofspraaken vergezellende. Eene zeldzaame proeve, in de daad, van de kragt der Dichtkunste, en meer betekenende dan de Fabelvertellingen van orpheus en amphion, die gezegd worden, door den toverklank van hun Lier, wilde Beesten tot zich getrokken, en Wallen gebouwd te hebben.’ Terwyl ariosto de Landvoogdy van Grafagnana bekleedde, was buonoventura pistofolo hem dikwyls met brieven aan, om als Afgezant des Hertogs na clemens den VII te vertrekken, die een groot Voorstander van onzen Dichter geweest is; hy stelde zynen Vriend voor oogen, de eer en voordeelen, welke hy van zulk eene post zou trekken. Maar ariosto leende geen oor aan deeze aanzoeken; zyne Ziel was geheel vry van belang, of eerzugtige oogmerken. Zyn antwoord in 't algemeen kwam hier op neder, ‘dat hy het beter keurde, een weinig in vrede en rust te genieten, dan veel te zoeken, met moeite en kommer.’ - Eenigen willen, dat hy een wederzin hadt, om verre van zyn Land te woonen, ten wille van eene Dame, te Ferrara woonende, die hy vuurig beminde; en, in de daad, hy bekent dit zelve in zyn Vierde Hekelschrift, aan annibale malaguzzi. Den tyd zyner Landvoogdye geëindigd zynde, keerde hy ten Hove weder, waar hy, bemerkende, dat de Hertog groot vermaak schiep in het Tooneel, zich zette om voor het Tooneel te schryven; behalven de Cassaria en Suppositi, stelde hy La Lena op, en Il Negromante, in dicht | |
[pagina 129]
| |
en ondicht, en de Scholastica in verzen; schoon hy het laatste stuk, door den dood verhinderd, onvoltooid liet; zyn Broeder gabriele heeft 'er het Vyfde Bedryf aan toegevoegd. Deeze vier eerstgemelde werden eerst in ondicht gedrukt, en naderhand in verzen gebragt. Men speelde ze met algemeene toejuiching voor verscheide aanzienlyke Familien; de Acteurs waren meest lieden van aanzien: wanneer men La Lena de eerste keer, in 't Jaar MDXXVIII, vertoonde, sprak Signor Don francisco de este, naderhand Markgraaf van Massa, de Voorreden. 'Er wordt eene merkwaardige geschiedenis verteld, die aantoont, hoe zeer zyne Ziel, in den vroegsten tyd zyns leevens, geheel ingenomen was met zyn geliefde Letteroefeningen. Zyn Vader, op zekeren tyd zeer te onvrede zynde over ariosto's gedrag, bestrafte hem deswegen heftig; hy luisterde 'er na als of hem niets aanging, en gaf geen het minste antwoord. Nicolo heen gegaan zynde, hervatte zyn Broeder gabriele, die 'er zich by tegenwoordig bevondt, het gesprek over 't zelfde onderwerp; aan wien hy zulke voldoende reden gaf van zyn gehouden handel, dat ze alle zwaarigheid, tegen hem ingebragt, wegnamen. Zyn Broeder hem daar op vraagende, waarom hy die zelfde bewyzen niet aangevoerd hadt by zyn Vader, antwoordde hy, dat hy op dien tyd bepeinsde, of het Tooneel, tusschen hem en zyn Vader, hem niet te stade zou kunnen komen in een Tooneelstuk, 't welk hy toen schreef; dat zyn Vader, zyns bedunkens, kon dienen tot een heerlyk model van een Oud Man, dien hy, omtrent in dezelfde omstandigheden, hadt ingevoerd, bezig met het bestraffen van zyn Zoon; 'er by voegende, dat zyne gedagten zo zeer ingenomen geweest waren met het vercierde, dat hy het weezenlyke vergeeten hadt. Ten aanziene van zyne Tooneelspelen loopt 'er een verhaal, 't welk uitwyst, hoe zeer de aandagt des Volks in Italie geheel vervuld en ingenomen was met de verdiensten van hem, als Schryver van den Orlando Furioso. Ricoboni viel in het denkbeeld, om de Scholastica van ariosto te Venetie ten Tooneele te voeren. De openbaare aankondiging van de vertooning gedaan zynde, deedt de naam van ariosto eene verbaazende menigte Volks toevloeijen. Doch ongelukkig wisten weinige van deeze groote schaare, dat die Schryver Tooneelstukken vervaardigd hadt; en, eer het Spel begon, kreeg ricoboni berigt, hoe het Volk in 't begrip stondt, dat het Spel ontleend was uit den Orlando | |
[pagina 130]
| |
Furioso. Wanneer men onder het speelen Angelica, Orlando, Bradamant, en de andere bekende Persoonadien van hun geliefd Dichtstuk, niet zag te voorschyn treeden, toonde de menigte haar misnoegen, uit te leurstelling ontstaande, welke tot zulk eene maate toenam, dat ricoboni genoodzaakt was het gordyn te laaten vallen, op 't einde van het Vierde Bedryf. Ariosto scheen thans een gerust leeven te leiden, hem te aangenaamer, dewyl hy door opwagtingen by den Hertog het zo druk niet hadt, of hem schoot genoegzaamen tyd over tot het voortzetten zyner Letteroefeningen: groot onderscheid vondt hy ten dien Hove, by den Hofdienst van den Cardinaal hippolito. Omtrent deezen tyd gaf hy zyne Hekeldichten in 't licht, behalven die hy voorheen geschreeven hadt; zy waren geheel zeven in getal. Toen wederom zich ingewikkeld vindende in Familie-zwaarigheden, en geplaagd met Regtsgedingen, moest hy voor eenigen tyd zyn werk laaten rusten. Eindelyk zyne zaaken geheel geredderd hebbende, kogt hy een stuk gronds, tegen over de Kerk van St. Benedictus, waar hy een Huis, niet groot, maar vol gemakken, bouwde: eenigen zeggen, dat de Hertog, door zyne milddaadigheid, hem 'er toe in staat stelde. By dit Huis was een Tuin, de gewoone plaats zyner dichterlyke overdenkingen. Hier bragt hy het overige zyns leevens doot, zo veel mogelyk afgescheiden van alle Staatsverrigtingen. Zyn negen en vyftigste jaar bereikt hebbende, werd hy, in 't Jaar MDXXXII, van eene sleepende kwaale aangetast; eenigen willen, dat in 't laatst deezes jaars, anderen, dat in Wyn- of Slachtmaand, die kwaale hem overkwam, omtrent welken tyd in het Hertoglyk Paleis brand ontstondt, die het heerlyke Tooneel, tot het vertoonen zyner Tooneelstukken gebouwd, verteerde. In dit zelfde jaar hadt hy zynen Orlando Furioso, met zyne laatste verbeteringen en uitbreidingen, zo als wy dien thans bezitten, ter drukpersse gezonden. Eenige Geneesheeren schreeven de oorzaak zyner Ongesteldheid toe aan de gewoonte van schielyk te eeten, en zyn spyze weinig te kauwen, waar uit eene zwaare en gebrekkige spysverteering ontstondt: de middelen, door hun aangewend, om deeze kwaale te weeren, veroorzaakten een Teering, die, in spyt van allen bystand der Geneeskunde, hem te Ferrara wegrukte, op den zesden | |
[pagina 131]
| |
van Zomer-, of, zo anderen willen, op den achtsten van Hooimaand, des Jaars MDXXXIII. Zo stierf ariosto, een Man van zonderlinge uitsteekenheid, 't zy wy hem beschouwen als een Lid der Menschlyke Maatschappye, in 't algemeen, of meer byzonder, als een Lid der Geleerde Wereld; in de eerste betrekking verwierf hy de genegenheid en agting van aanzienlyke Standspersoonen; hy was zeer gemeenzaam met de Familie der Medicis, en bemind van leo den X, de augustus dier Eeuwe; in de andere betrekking was hy één van de weinige groote Dichters, wier Werken niet alleen by hun leeven de aandagt trokken; doch de aandagt der laate Naakomelingschap blyven trekken: misschien zyn weinig Boeken zo dikwyls gedrukt als de Orlando Furioso; het Werk is overgezet in meest alle Taalen van Europa, en de geheele Wereld door verspreid. Hoe algemeen behaagend deeze Schryver moet geschreeven hebben, mag opgemaakt worden uit het aantal der zodanigen, die hunne Onderwerpen uit zyn oorspronglyk Werk ontleenden. By zyne Landsgenooten is zyn Naam in die zelfde hoogagting als die van shakespeare by de Engelschen. Antonio zatta verhaalt in zyne Uitgave van ariosto's Werken, in den Jaare MDCCLXXII, dat een Stoel en Inktkooker, die, volgens overlevering, ariosto toebehoord hadden, toen in 't bezit waren van Signor Dottore giovanni andrea barotti, te Ferrara, en dat een stuk Papiers, met zyne hand geschreeven, als eene dierbaare Gedagtenis bewaard werd in de Openbaare Boekery dier Stad. De Republiek van Venetie deedt hem de eere om hem te laaten uitschilderen, en die afbeelding op te hangen by die der Raadsheeren, en andere groote Mannen, in de groote Raadzaal, die naderhand door 't vuur verteerde. Het blykt, nogthans, dat ariosto van zyne Beschermheeren die Belooningen niet ontving, of zodanige Ampten kreeg, als waar toe hy door zyne verdiensten meende geregtigd te zyn. Waarschynlyk bragt zyn Landvoogdyschap van Grafagnana meer tot zyn roem toe dan tot zyne middelen; en uit het geen hy, op verscheide plaatzen, in zyne Hekelschriften zegt, blykt, dat hy in geenen deele voldaan was over zyne Patroonen te Ferrara. Niets byzonders wordt 'er vermeld van de weldaaden, door den Cardinaal aan hem beweezen, eer hy in de ongunst van dien Kerk, voogd verviel. De Hertog, 't is waar, gaf hem de Inkomsten van twee Tollen; dan, de eene hieldt op met het | |
[pagina 132]
| |
vernietigen dier Belasting, en de andere, die hem slegts alle vier maanden vyf-en-twintig Kroonen, met veel moeite vergaderd, zo als hy zelve zegt, opbragt, werd hem betwist en onthouden, geduurende de oorlogen met Lombardye; en eenigen zeggen, dat de Cardinaal, hem zyne bescherming ontzeggende, ook van dit kleine voordeeltje beroofde. Ariosto zelfs schynt dit zyn verlies aan den Hertog zelven toe te schryven in zyn Hekeldicht, ingerigt aan a.m. sigismundo malaguzzi. Zodanig waren de voordeelen, welke hy trok van Grooten, in wier dienst hy zich verbonden hadt, en wier Naamen hy door zyne Verzen vereeuwigde. - Paus leo de X, de erkende Patroon van Letterkunde en Kunsten, door fornari als inzonderheid mild voor de Dichters beschreeven, en by wien hy verhaalt dat ariosto in hooge agting stondt, wordt gezegd hem een geschenk van eenige honderd Kroonen gedaan te hebben, op dat hy zyn werk zou voortzetten. Het algemeen Character en de hoedanigheden van ariosto kunnen eenigermaate opgegaderd worden uit het vooropgegeeven verhaal zyns leevens, by 't welke zyne Italiaansche Leevensbeschryvers de volgende byzonderheden gevoegd hebben. Ariosto was, in zynen ommegang, zedig en gespraakzaam met ieder een, vernederende zich zelven in dier voegen, als of hy geheel onbewust ware van de groote meerderheid, hem door de Natuur geschonken. Hy was sterk in 't redentwisten, en vaardig in 't wederleggen en het geeven van slagen. Zeldzaam zag men hem meer lachen dan de waardigheid van een Wysgeer betaamde; egter was hy, schoon zyne geaartheid tot het peinzende en zwaargeestige overhelde, misschien de gesteltenis van alle groote Vernuften, zeer verre van stuurschheid; bovenal betoonde hy zich openhartig en geestig in zynen ommegang met de Vrouwen, die zyn gezelschap zeer zogten. Hy was een geslaage vyand van pligtpleegingen, schoon altoos gereed om behoorelyk ontzag toe te draagen aan de vastgestelde rangen. Hy hadt een afschuw van alle waardigheden, die alleen door slaafsch kruipen te bekomen waren. Hy betoonde zich een opregt beminnaar zyns Vaderlands, gehoorzaam aan zyn Vorst, en een standvastig vriend. In zyne Leefwyze was hy onthoudend, eetende slegts ééns daags, doorgaans tegen den avond, en op geene | |
[pagina 133]
| |
verscheidenheid van lekkernye gesteld, de weelde in 't algemeen versmaadende. Toen hy zyn Orlando Furioso opstelde, stondt hy menigmaalen in den nagt op, en liet zich door zyn knegt Schryfgereedschap geeven, om 't geen zyne leevendige Verbeeldingskragt vervulde, terstond het papier aan te beveelen: over dag deelde hy het aan zyne Vrienden mede. Zyne Braafheid was volkomen: dit blykt uit het geen hy zynen Broeder galasso zegt van den ouden Man, die, groote rykdommen bezittende, vreesde door zyne Bloedverwanten vergeeven te zullen worden, en daarom zich aan niemand dan aan ariosto durfde vertrouwen. Zyne Liefde als Zoon en Broeder is af te neemen uit de zorge, welke hy voor zyn vaderlyk Huisgezin droeg, naa het overlyden zyns Vaders. Grooten smaak vondt hy in 't bouwen, doch toonde zyne Huishoudelykheid daar in. Een zyner Vrienden betuigde eens zyne verwondering, dat hy, die in zyne Dichtwerken zulke heerlyke Gebouwen beschreeven hadt, zich vergenoegen kon in een zo geringe wooning. Ariosto antwoordde wel ter snede, ‘dat woorden veel gereeder zamen te brengen waren dan steenen’; en hem voor de deur van zyn Huis geleidende, wees hy hem op dit tweeregelig versje, boven den ingang geplaatst:
Parva, sed apta mihi, sed nulli obnoxia, sed non
Sordia, parta meo sed tamen aere domus.
Niettegenstaande 't geen wy gezegd hebben van zyne persoonlyke dapperheid, betoond in het Scheepsgevegt tusschen de schepen van den Hertog en den Paus, zegt men, dat hy, uit den aart, van een vreesagtig gestel geweest hebb; dat hy te paard zittende, op de minste gedagte van gevaar, afsteeg; boven al was hy vreesagtig op 't water: uit een vaartuig zullende gaan, bleef hy altoos tot den laatsten, dikwyls deeze spreekwyze gebruikende, de puppe novissimus exi: dan in andere opzigten was hy bedaard en standvastig. Zyn Zoon virginio heeft eenige weinige byzonderheden, zyn Vader betreffende, nagelaaten, welke wy met diens eigen woorden zullen opgeeven. ‘Myn Vader ariosto was nooit voldaan over zyne Verzen: hy veranderde ze gestaadig. Hy was een groot liefhebber van tuinieren; doch veranderde zo menigmaal zyn plan, | |
[pagina 134]
| |
dat hy geen Plant drie maanden op dezelfde plaats liet blyven; hy wist weinig van de Plantkunde. - Ik herinner my, dat hy eens, zich verbeeldende Kapperboomen geplant te hebben, zeer in zyn schik was, dat ze zo wel groeiden, tot hy in 't einde ontdekte, dat hy Vlierboomen, in stede van Kapperboomen, geplant hadt. - Virgilius en tibullus schatte hy hoog; horatius beviel hem bovenal; doch hy dagt laag van propertius. - Hy maakte geen onderscheid in 't eeten, neemende altoos van 't geen naast hem stondt, en dikwyls at hy, naa den maaltyd gehouden te hebben, nog een bolle Broods. - Doorgaans zat hy zo diep in gedagten, dat hy weinig lette op 't geen 'er gebeurde. Een vreemd Heer kwam hem bezoeken, terwyl hy aan tafel zat; deeze zou met hem eeten, doch terwyl de Gast druk zat te praaten, at hy de opgedischte spyze op; zyn Broeder hem naderhand wegens die onbeleefdheid beschuldigende, antwoordde hy koeltjes: ‘Dit is schade voor dien Heer; doch hy hadt voor zichzelven moeten zorgen!’ Ariosto was van een minzieke gesteltenisse, zeer ontvangbaar voor indrukken van alle schoonheden, geweldig in zyne aankleevingen, en kon geen mededinger dulden; doch in zyne minnehandelingen ging hy zeer voorzigtig en geheim te werk. Men heeft gezegd, dat hy mogelyk hier op zinspeelde in het gesneeden beeldje op zyn Inktkooker; boven op denzelven stondt een Cupido, met den voorsten vinger op de lip, de stilzwygenheid, of geheimhouding, aanduidende. Deeze zyne geneigdheid tot Minnaary, welke hem by bleef tot het laatste jaar zyns leevens, straalt in veele gedeelten zyner Schriften door. In zynen vroegen leeftyd ving hy eene gemeenzaame verkeering aan met een edelen Florentyner, nicolo vespucci geheeten, met wien hy, in den Jaare MDXIII, na Florence reisde, toen negen en dertig jaaren bereikt hebbende, om te beter den Toscaanschen Tongval te leeren, en tegenwoordig te zyn by de heerlyke plegtigheid, op 't Feest van St. Baptist: aldaar werd hy smoorelyk verliefd op eene Bloedverwante van vespucci, die hy bezig vondt met het vervaardigen van een Zilverlaakens Kleed, met purper geboord, voor haare Zoons, om 'er mede op 't Feest te verschynen. Hy hadt toen zyn Orlando Furioso onder handen, en bragt 'er die witte, en | |
[pagina 135]
| |
by het purper zo schoon afsteekende, hand in; één hand, wier witheid zyn hart doorwondde. Zommigen hebben gedagt, dat hy heimlyk getrouwd geweest is; en dit geheim moest houden, uit vreeze van eenige Kerklyke Beneficien, door hem genooten, te zullen verliezen: eenigen gaan zo verre, dat zy den naam deezer Vrouwe opgeeven, en haar alexandra noemen. Twee Zoonen liet hy na, 't zy dan by deeze alexandra, of eene andere, die altoos voor onwettig gehouden zyn: virginio, van wien wy hier boven eenige trekken, tot 's Vaders kenschets, ontleenden, en j. baptista. De eerstgemelde, dien hy onder zyn oog opvoedde, en aan wiens onderwys hy veel te koste lei, werd Kanunnik van den Huize van Ferrara, en ariosto droeg een groot gedeelte zyner Beneficien op hem over; de laatstgenoemde ging vroeg in den Krygsdienst, en als Krygsman groote eere verworven hebbende, keerde hy, korten tyd vóór ariosto's dood, na Ferrara, en stierf Officier in 's Hertogs dienst. Ariosto was van meer dan middelbaare langte, deftig en peinzend van gelaat: zyn hoofd was gedeeltlyk kaal, voorts met zwart krullend hair gedekt, hoog van voorhoofd, verheeven van wenkbrauwen, zwart en vuurig van oogen: zyn neus was groot, eenigzins gekromd, zyne lippen waren welgevormd, zyne tanden wit en geregeld, zyne wangen mager, zyn kleur trok na 't bruine: over 't geheel was hy welgemaakt; alleen waren zyne schouders wat breed, 't welk hem eene eenigzins bukkende gestalte gaf: zyn tred was langzaam en afgemeeten. Men verhaalt, dat ariosto zyn dood, met de uiterste bedaardheid, heeft afgewagt, en dat hy tot eenige zyner Vrienden, die zyne laatste oogenblikken bywoonden, zou gezegd hebben, deeze Wereld zonder eenigen wederzin te verlaaten: te meer, om dat hy vaststelde, dat in een anderen staat de Menschen elkander zouden herkennen, en haakte om zo veele Vrienden, hem voorgegaan, aldaar aan te treffen. Hy werd in de Kerk van St. Benedictus begraaven, onder eene eenvoudige Graszerk; naderhand beschreeven met een aantal Opschriften, in 't Grieksch, Latyn, en Italiaansch; de eerste Vernuften poogden om stryd 's Mans gedagtenis te vereeren. De dood van ariosto werd door alle Braaven betreurd, | |
[pagina 136]
| |
en de Monniken van St. Benedictus vergezelden, tegen hunne gewoonte, zyn overschot ten grave; en zo groot was hun eerbied voor zyn Naam, dat zy op geenerlei wyze wilden dulden, dat zyne Beenderen vervolgens zouden overgebragt worden na een Kapél, of een Grafstede, voor hem, door zynen Zoon virginio, in den Tum, by zyn Huis, opgerigt, 't welk naderhand verwoest is door een onkundigen, die zulks, by het maaken eeniger veranderingen, deedt, zonder medeweeten, en tot groot misnoegen der Eigenaaren. - Veele jaaren laater heeft Signor agostino mosti, een diepen eerbied koesterende voor de naagedagtenis van ariosto, die hem vroegtyds tot de kennis der beschaafde Letteren opleidde, het niet kunnende dulden, dat een zo groot Man een Gedagtenisteken zou derven, beslooten 'er een te bouwen, beantwoordende aan de hoogagting, die hy zynen geweezen Meester toedroeg. Hy deedt daarom, op zyne kosten, een Marmeren Grafstede oprigten, in de Kerk van St. Benedictus, vercierd met voegelyke Zinnebeelden, en een Standbeeld van ariosto; en ten betoon van den welmeenenden yver, met welken hy deezen laatsten pligt aan zynen Leermeester volvoerde, bragt hy, met eigen handen, de Beenderen des Dichters in de nieuwe Grafplaats over, welke praalde met een Opschrift van lorenso frisoli. Dan, in den Jaare MDCXII is voor onzen Dichter een nieuw en pragtiger Grastombe vervaardigd, door zyns Neefs Zoon ariosto, met de Beeldtenis des Poëets, en twee Standbeelden, den Roem en de Dichtkunst verbeeldende: derwaards werden zyne Beenderen, en dus voor de derde keer, overgebragt. Dit Grafteken is nog te zien in de Kerk der Benedictynen, te Ferrara. |
|