zyns levens, in den ouderdom van nog geen volle 30 jaren, ontslapen, op ene voortreflyke wyze afgemaeld word, en waerin, naer 't eenparige getuigenis der genen, die hem van naby gekend hebben, geen vleitael plaets heeft. - Laetstlyk word deze Leerreden beslooten met ene gepaste aenmaning ter plichtsbetrachtinge, naer aenleiding der overwogene omstandigheden.
De Eerwaerde Swaving heeft dit onderwerp op ene oordeelkundige wijze behandeld, het welk zyn voorstel leerzaem maekt, en, terwyl het tot lof van zyn Vriend strekt, tevens ter eere zyner denkwyze dient, daer men 'er duidelyk zyne gematigdheid en ernstige poogingen, om die in de Kerk te bevorderen, uit af kan leiden. Van daer kon hy met zynen Amptgenoot als een Broeder leven; ‘schoon wij (zegt hy) niet in alles van het zelfde gevoelen waren, noch dezelfde leiding hadden; dit gaf ons wel opscherping en stof van onderhoud, maar maakte geen inbreuk op onze liefde.’ - Zulks doet hem, daer de predikwyze van zynen Vriend voor de Gemeente oorspronglyk, nieuw en buitengewoon was, zyne Toehoorders leeren opmerken, hoe nuttig het zy, dat de Gemeente door leeraers van onderscheiden predikgaven bediend en voorgelicht worden: en by die gelegenheid gaet hy, als van ter zyde, tegen, die vooroordeelende denkbeelden, welken nog maer al te veel in de Kerk van Nederland gekoesterd worden, als een Leeraer eenigzins van den gewoonen sleurweg afwykt. - Men sla zyne volgende voorstellingen hieromtrent gade, waertoe hy te eerder opgeleid is, om dat de denk- en predikwyze van den Eerwaerden Bruins geen algemenen byval vond.
‘Was, (vervolgt hy,) zijne manier van uitlegging, vooral van den brief des grooten Kruisgezants aan Ephesus, was ook zijne leiding van gedagten in het behandelen van zommige geloofsstukken, nu en dan, ongewoon voor onze ooren, en niet naar de denkwijs van sommigen meer geoeffenden onder ons; bemerkte men, dat hij somwijl in het algemeen bad, en zeer ruim van het Euangelie sprak: dit alles kan niemand bevreemden, die bedenkt, dat de uitlegkunde der Heilige Schrift, de behandeling van de Godlijke waarheden, de predikwijs van het Euangelie, in onze dagen, merkelijk verschillen van voorige tijden; dat 'er ook bijna geen leeraars zijn, zelfs van de eenstemmigsten, welke zich niet in het een of ander opzigt van hunner broederen denkwijs onderscheiden, over