Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1789
(1789)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 565]
| |
Ninette, leveren eene zeer groote verscheidenheid van tooneelen, die zeer wel aaneengeschakeld zyn, en voorgedraagen worden op eene wyze, welke den Leezer bestendig uitlokt. - Het merkwaardigste van dit verhaal, (want wy kunnen ons over 't geheele beloop niet wel uitlaaten,) komt hierop uit. Zelie, (vergezeld van haare Vriendin Nina,) gaat, by zekere gelegenheid scheep, om na de Indiën te stevenen, met haaren Vader, den Heer van Marsfeld, haaren Minnaar, den Heer d'Ermancour, benevens haare Gouvernante, en drie knegts der opgenoemde Heeren. Schipbreuk lydende, bevindt zy zich op eene rots geworpen, en wordt voorts niemand der schipbreukelingen gewaar; doch, na eenig tydsverloop, ontdekt zy Nina; met welke zy een bosch of wildernis doorkruist, en eindelyk aan een geregeld gebouw komt, in 't welke zich een zeker Heer, de Marcourt geheeten, onthoudt, die de eenige bewooner van deezen afgescheiden oord is. Hy ontvangt haar met de uiterste heuschheid, en ruimt haar een gedeelte zyner wooninge in. Nina, die alvoorens in een minnenhandel ingewikkeld was geweest met den Heer Harthure, welke door zyn Vader listig was weggevoerd, verlost wat laater van eene Dogter, welke den naam van Ninette verkrygt. Nina leeft niet lang daarna, en vervolgens sterft ook de Marcourt. Zins dit dubbel sterfgeval, verbleef Zelie met Ninette in deeze wildernis, zonder eenig spoor van menschen gewaar te worden; doch, na verloop van eenige jaaren, ontdekte d'Ermancour, (die insgelyks, met zyn knegt, het dreigende lot van den schipbreuk ontkomen was,) de verblyfplaats zyner beminde Zelie; dat eene treffende ontmoeting baarde. Zy leefden nu voorts aldaar, nog etlyke jaaren, in eene stille vergenoeging; doch, intusschen werd Ninette eerlang vermist, en 'er verliep al eenige tyd, eer zy berigt van haar ontvingen. Ten laatste verstonden zy, dat Ninette gekomen was aan de andere zyde van een hoog gebergte, 't welk deeze wildernis van het Koningryk Achem, op het Eiland Sumatra, afscheidde; en dat zy zich in vry gunstige omstandigheden bevond in een Dorp naby de Stad Achem; alwaar zy, in één der aanzienlykste huizen, in dat van den Heer Sping, (een Hollander, met de zaaken der Compagnie aldaar belast,) minzaam ontvangen was, en ten vriendelykste behandeld werd. - Het verslag van haar wedervaaren hier ter plaatze, dat Zelie vervolgens schriftelyk ontving, behelsde tevens Familie - berigten, die haar ten uiterste aangenaam waren. Ninette, naamlyk, had aldaar ontmoet den Heer Harthure, die haar openlyk voor zyne Dogter, by zyne geliefde Nina verwekt, erkend had; en zyn Zoon, haar Broeder, (by eene andere Vrouw,) die zich als een Zeeofficier ook te Achem bevond, berustte volkomen in 's Vaders schikking, omtrent haar, als zyne Dogter; des ze elkander minzaam als Broeder en Zuster omhelsden. In dien tyd was mede te Achem gekomen een Schip, onder het bevel van Kapi- | |
[pagina 566]
| |
tein de Lizadie, een vollen Neef van haare Moeder, en gehuwd met eene Zuster van d'Ermancour. Met dit Schip was de Heer Sping, die na Batavia gegaan was, wedergekeerd, en op het zelve had zich een Passagier bevonden, die den Heer van Marsfeld kende. De gesprekken, in dien overtogt gevoerd, hadden deezen Passagier, vervolgens wedergekeerd na Batavia, aanleiding gegeeven, om den Heer van Marsfeld te berigten, het geen hy gehoord had, en ter dier gelegenheid kwam ook de Heer van Marsfeld eerlang te Achem; daar hy zich voorts aan Ninette bekend maakte, als de Vader van Zelie; tevens meldende, hoe hy, behalve een Broeders Zoon, ook by zich had zyne twee Knegts en de Gouvernante, boven gemeld, welke met hem, by den Schipbreuk, van den dood gered, en, met een ander Schip, behouden te Batavia gekomen waren. - Voorts behelst dit verhaal het wederkeeren van Zelie uit de Wildernis, en 't voorgevallen in die omstandigheden; met de plegtige wettiging der Huwelyksverbintenisse door Zelie en d'Ermancour in de Wildernis aangegaan: waarby ook komt het Huwelyk van Ninette met den jongen Heer Sping. Ninette vestigt zich vervolgens met Sping te Achem: Zelie en d'Ermancour vertrokken met Marsfeld na Batavia, en, toen deeze zyne zaaken aldaar geschikt had, verder na Europa. Zy kwamen behouden op de kust van Normandie, in welke Provincie de Ouders van d'Ermancour woonden, die zy, wel dra, tot wederzydsche vreugde; ontmoetten: dat wyders eenige familieschikkingen, met onderling genoegen, ten gevolge had. Eene reeks van treffende voorvallen, zo in de geschiedenis zelve, als in tusschenkomende gebeurtenissen, die 'er ongedwongen mede verknogt zyn, maakt deeze Roman alleszins gevallig; en daar de Opsteller zyn verhaal hier en daar doorvlogten heeft met zedelyke voorstellingen, die uit de gebeurtenissen natuurlyk voortvloeien, heeft dezelfde ook haare leerzaamheid. Men mag des dit Geschrift wel tellen onder de Romans, die het aangenaame en nuttige zamenpaaren, waarvan men met genoegen gebruik kan maaken, als men in een uur van uitspanning leest. |
|