Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1789
(1789)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOpheldering der Levensgeschiedenis van den Vryheer van der Trenk, door een Brandenburgschen Patriot. Benevens een Repliek op Trenks Verdediging tegen deze Opheldering. Uit het Hoogduitsch. Naar den derden druk. Te Amsteldam, by W. Wynands en H. Brongers Junior. 1789. Behalven het Berigt van den Reviseur 148 bladz. In gr. octavo.By het doorbladeren van dit Geschrift, ontmoet men verscheiden opmerkingen, die het character van den Vryheer van der Trenk in een ongunstig licht plaatzen; waarvan zommigen gegrond zyn; doch anderen op berigten en verdenkingen steunen, waarop men zig niet geheel kan verlaaten. - Dan, met dit alles, blyven 's Mans weezenlyke lotgevallen, en inzonderheid het veelvuldig en 't hevig lyden, 't welk hy ondergaan heeft, en dat zyne geschiedenis bovenal merkwaardig maakt, onwedersproken: zelfs neemt de Schryver, hoe sterk hy ook anderzins voor de genade en goedgunstigheid van Frederik den II pleite, het niet op zig, om de wreede behandelingen te Maagdenburg te regtvaardigen; erkennend dat de Koning, schoon hy Trenk met regt aan zyn lot overliete, het egter wel wat zagter had kunnen en dienen te maaken. Uit 's Mans Levensgeschiedenis, en zyne eigene beschryving | |
[pagina 564]
| |
van zyn temperament en character, mitsgaders zyne aanmerkingen over zyn gedrag in verscheiden voorvallenGa naar voetnoot(*), is gereedlyk af te leiden, dat hy zeer ligt kon overslaan, om den Pruissischen Vorst, in een en ander opzigt, al te sterk te laaken. - Maar is de Vryheer hier van niet geheel vry te spreeken; de Brandenburgsche Patriot maakt zig, in deeze zyne ophelderingen, aan de andere zyde handtastelyk schuldig, aan eene al te verregaande loftuiting van dien Monarch; en brengt het bykans zo verre, dat 's Vorsten misslagen zelfs altoos een gansch vergeevelyk voorkomen hebben; ja, niet zelden, slegts in schyn misslagen genaamd moeten worden, als zynde handelingen, waarvoor hy als een Vorst, die de geheime reden zyner bedryven niet altoos openbaart, de wettigste reden had; 't welk men dan in een blind vertrouwen zou moeten erkennen. Een Schryver, dermaate vooringenomen met Frederik den II, was niet geschikt om van der Trenk onpartydig te beoordeelen. Gematigder drukt zig de Reviseur van dit Geschrift gemeenlyk, in eenige daarby gevoegde aantekeningen, uit; en hy doet Trenk, onder anderen, regt, wanneer hy, by eene vry sterke voorstelling van den Schryver, de volgende aantekening plaatst. ‘Trenk heeft zekerlyk zyne zaak alzins te ver getrokken. Doch neemt men zyn lyden in overweging, zyne verliezen, zyne bekommering deswegens, zyn Temperament, zyne vuurige verbeeldingskracht, zyne roemzucht, zyne herinneringen, zyn ééns vooral diep geworteld misnoegen, zyn ouderdom, zyn styf en onbuigzaam gevoel - benevens eenige Staatkundige aspecten in Berlin: - dan ontschuldigt men veel van zyne gebreken, dan beschouwt men ze als zwakheden, de uitbersting van eene lang geperste ziel - en men schenkt hem medelyden. - Ook kan het toch niet schaaden, wanneer een bejaard man van ondervinding de meening van zyn hart rechtuit zegt, hoewel, naar de omstandigheden - cum grano salis. By de Hoven is men buitendien hardhoorend, door al het gedruisch, of door vleiery; of men klopt iemand - tot grooten dank - op de vingers. Gouden doozen en ringen zyn voor heel andere lieden, dan voor den moedigen openhartigen Patriot.’ |
|