bonden hebben om ongeleerde en geringere Menschen te onderwyzen; zy hebben reeds verscheide Boekjens, behalven dit Boekjen, ten uwen nutte uitgegeven.
Zult gy de boekjens van die Menschen, welke u zo lief hebben, nu niet koopen en niet leezen? - O dat zoude immers niet goed zyn: want bedenkt eens, hoe zoudt gy het vinden, wanneer gy eens met u honderden toetradt om een ryk mensch of een geleerd man, eenen goeden raad te geeven, of voor een gevaar te waarschuwen, dat hy niet wist, als hy dan zeide; weg met uwen raad; ik heb uwen raad niet noodig, ik wil myn eigen zin doen?’
‘Wel, roept gy uit, als het iemand ware, daar ik liefde voor hadde, ik zoude in myne ziel bedroefd weezen; indien, by voorbeeld, die, of die Heer en Juffrouw, die ik voor zulke braave Menschen kenne, een bitter ongeluk krygen zouden, om dat zy naar eenen goeden raad niet wilden luisteren, wel, ik weet niet wat ik wel doen zoude, ik zou hen haast dwingen om myn raad te doen, ik zoude.... nu, nu, het is al genoeg, lieve Menschen! dit Boekjen, als het gedrukt wordt, is een raad van honderden geleerde en ryke Menschen, en zy raaden u over iets dat zy wel beter weeten dan gy. Zult gy nu ook naar hen niet hooren? O, dat zou die goede Menschen ook zo bedroeven, en gy, als gy niet na hen geluisterd hadde, en gy werd ook eens, juist om dat gy niet hadt willen luisteren, bedroefd en ongelukkig, wat zoudt gy dan van uzelven zeggen moeten?
Ik maake u oplettende zo ik denke, maar gy denkt nu ook al - wel waar over mag die raad wel loopen? - is 'er by die raad zo veel te winnen of te verliezen? en kan ik die raad wel doen? enz.
Wel, vrinden! gy leest op 't eerste Blaadjen, deze raad loopt over een goede Opvoeding van uwe Kinderen.
O zo! zegt gy mogelyk, nu dat is wel! maar om de waarheid te zeggen, dit behoeft my zo zeer niet geraaden te worden, dit weet ik reeds - een ander uit u kan zeggen, naar myn krank vermogen meen ik dus gedaan te hebben, zonder zulke Boekjens! - en het kan wel zyn, dat iemand zo verre komt van te zeggen, ja, ja! wy hebben daar zulke Boekjens niet toe noodig.