wat zyne liefde niet kan voeden, word zyn schuitje, door wind en golven, naar het eiland van Veldeling gedreven, alwaar hy het aan de wilgen vast maakt, en een Treurlied, over zyne mislukte reize, aanheft. Roosje, lang op het eiland vertoefd hebbende, het schuitje missende, daar zy mede over moet vaaren, en de stem van Veeryk hoorende, ontdekt zich aan den Jongeling, vaart met hem over, en belooft hem, op den volgenden dag, weder op het eiland te zullen komen. Een gesprek met een van haare Vriendinnen doet Veeryk echter in zyne verwachting te leur stellen, welke, by zyn vertrek, met bloembladen de woorden strooit: Roosje, morgen middag komt Veeryk weder Deeze woorden, den volgenden morgen, door haaren Vader gelezen wordende, ontdekt zy den Grysaart haare liefde voor Veeryk, die haar, by die gelegenheid, haare verlooving met Bloemaart, op 't strengste voor oogen houd. Dit heeft ten gevolge, dat zy haaren Vader belooft, van Veeryk te zullen afzien, welke laatste daar spoedig kennis van krygt; terwyl Veldeling intusschen Bloemaart waarschouwt, om zich, met het aanbreeken van den dag, aan zyne stulp te laaten vinden: het welk deeze in verrukking, doch Roosje in droefheid, doet baaden. Veeryk, wanhoopend, neemt het besluit om afscheid van Roosje te neemen, en in den nacht aan de stulp te kloppen. Hy volvoert dit besluit, dat Roosje doet verschrikken, voor hem de deur doet openen, en haar doet overhaalen, om zich een weinig van de hut te verwyderen, om daar voor altoos afscheid te neemen. Intusschen, een onweder opkomende, verschuilen zy zich in een nabygelegen bosch; het onweder treft een', niet ver van hen afstaanden, boom; Roosje wenscht, dat een volgende bliksemstraal
haar, met Veeryk ook, door den dood moge vereenigen. Dit hooren Veldeling en Bloemaart, die hen stil gevolgd zyn, en is oorzaak, dat de laatste, op de edelmoedigste wyze, van haar afstand doet: dat dan ook het Huwlyk van Roosje ten gevolge heeft.
Eenige beetjes van deeze bekoorlyke vrucht zouden nu en dan tot voedsel aan sentimenteele zielen kunnen verstrekken; doch wy zyn verzekerd, dat zy 'er, over het geheel genomen, niet aan zullen verkwynen. De styl is bevallig, en maar zelden, en dan nog weinig, sentimenteel; terwyl de Dichter overal zorg gedraagen heeft, dat de stem van Hartstogt nimmer die van plicht doet zwygen; althans, dat de eerste nimmer over de laatste zegeviere.