Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1789
(1789)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijEuangeli of Levensbijzonderheden van Jesus Christus. Naar het Grieksch van Lukas. Door Y. van Hamelsveld. Te Amsteldam bij M. de Bruin, 1789. In groot octavo.Van den aert der onderneminge van den Heer van Hamelsveld, om de Euangelische Schriften op nieuw te vertalen, en grootlyks in den smaek der Westersche Spraken over te brengen, ten einde dezelven onder ons verstaenbaerder te doen voorkomen; mitsgaders van de manier der uitvoeringe, en der daerby gevoegde ophelderingen, hebben we onlangs een zo genoegzaem berigt gegevenGa naar voetnoot(*), dat het thans alleen noodig zy te melden, dat de geagte Autheur zynen aengevangen arbeid met dezelfde opmerkzaemheid voortzet. Zulks getuigt dit gedeelte, het welk het Euangeli van Lukas behelst; waer van 's Mans vertolking en opheldering der gelykenisse van den voorzigtigen Rentmeester, en van 's Heillands leering by die gelegenheid, Luk. XVI. 1-13, die veelal niet regt | |||||||||||||||||||||||||
[pagina 439]
| |||||||||||||||||||||||||
verstaen word, ten voorbeelde kan strekken. De Vertaling luid aldus.
| |||||||||||||||||||||||||
[pagina 440]
| |||||||||||||||||||||||||
Nopens dit voorstel geeft ons de Heer van Hamelsveld nog de volgende ophelderende aanmerkingen. ‘vs. 1.] De aanleiding tot deze gelijkenis gaven de tollenaars en zondaars, welke voor een groot gedeelte onrechtvaardig- verkreegen goed bezaten, maar nu, gelijk zaccheus en anderen, in jesus geloovende en zich bekeerende, dezelven herstelden of aan de armen schonken. - Men heeft de letter van deze gelijkenis doorgaands geheel verkeerd opgevat en verstaan. Dit is in onze overzetting verholpen. - De Rentmeester bracht zijns Heeren goed door, en hadt bij zijnen Heer van de inkomsten, die hij voor hem ontving minder verrekend, dan hij daadlijk genoot. Maar, toen hij gevaar liep van afgezet te worden, was hij zoo voorzichtig, dat hij terstond elken pachter afsloeg, en op den prijs stelde, dien hij aan zijnen Heer gewoon was te verrekenen, waardoor hij zijne voorige onrechtvaardigheden vergoedde, en zich onder deze lieden vrienden maakte. Na ziet men, hoe de Heer dezen te vooren onrechtvaardigen Rentmeester thans kan prijzen wegens zijne voorzigtigheid. vs. 8. Zeker, een groot deel menschen zou met God en met de toekomende wereld beter staan, indien het met dezelfde voorzigtige zorgvuldigheid op de eeuwige goederen bedacht ware, als het zich zoekt te redden uit verlegenheden van dit aardsche leven. vs. 9. De Heiland merkt de bezitters van rijkdommen aan als rentmeesters der Godheid; Die van dezelven een goed gebruik maakt, noemt hij getrouw in het minste. - Hij noemt dezelve onrechtmatige bezittingen, om dat zij zulks dikwijls zijn, en toch het waare goed van den mensch niet uitmaaken. - Hij noemt ze eens anders goed, om dat zij moeten besteed worden tot welzyn van onze medemenschen. - - Na deze aanmerkingen kunnen zijne woorden niet moeilijk zijn.’ |
|