De Avantuurlyke Nacht, Blyspel, in drie Bedryven. Uit het Fransch van den Heer Dumaniant. Te Amsteldam, by W. Holtrop, 1788. In 8vo. 108 bladz.
Het voldoen aan den tytel is een vereischte, dat nu en dan wel eens verzuimd, doch, in dit stukje, zeer naauwkeurig gevonden wordt. Dat eene minnares, buiten haars vaders weeten, met haar nicht, op een gemaskerd bal gaat; dat deeze nicht daar van haaren minnaar gekend en gevolgd wordt. Dat zy, om onbekend te blyven, hulp verzoekt, en dezelve van eenen vreemdeling verkrygt, welken haaren vervolger doorsteekt, en zich in het huis van de nicht, ondanks de naarspooringen der wacht, weet te redden. Dat deeze dame in hem haaren minnaar vindt, die zy, benevens haar vader, uit Vrankryk verwagtte; en hy in haar eene schoone, die hy op het bal overäl volgde. Dat deeze vreemdeling, voor haaren vader, in een kamer verborgen wordt, en 'er ten zelfden tyd met hem in is, zonder van hem, noch van den vader des doorstokenen gezien te worden. Dat de knegt van deezen vreemdeling intusschen door het gerecht gevat wordt, en zynen heer als moordenaar doet kennen; dat hy, met zyn' heer, in een zelfde kamer wordt opgesloten, zonder het te weeten: en door den vader van den doorstokenen, ook zonder het te weeten, daar met zynen heer uit verlost wordt. Dat zy daar door daadlyk in handen van 't gerecht geraaken, in koffers gesloten, naar de gevangenis gedraagen worden, en daar in gezelschap komen met de gewaande dooden, en deszelfs dienaar, met welken zy nu en dan, door den cipier, verwisseld worden, nadien deeze niet weet, dat zy