Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1789

Dicht- en Zedekundige Bespiegelingen over den Zondvloed, en over Hagar en Ismaël. Te Gouda, by W. Verblaauw. 1788. 94 bladz. in groot octavo.

Het oogmerk des Dichters, om eenige Dicht- en Zedekundige Bespiegelingen, over zommige gewigtige Bybelstoffen in druk uit te geeven, is zoo wel vervuld in de twee uitgegeevene Stukjes, dat wy den Opsteller gaerne alle die aanmoediging geeven, die zynen lust kan aanwakkeren. Zyne Bespiegelingen schynen ons toe een dubbel nut te kunnen bewerken; als, eensdeels het hart te streelen door dichtkunstige voorstelling; anderdeels hetzelve te overtuigen, door alles wat de Na-

[p. 161]

tuur, de Rede en de H. Schrift, ter bevestiging der voorgestelde gebeurdtenisse opleveren. Om over de eerste te kunnen oordeelen, deelen wy hier alleen twee vaersen mede, uit de klagten van hagar:

Ach! welk een kreet! 'k zie hem verstijven!

't Gelaat verbleekt! - mijn ismaël!!

Gij sterft!! waar zal uw moeder blijven?

Vaar wel, mijn Zoon! vaar eeuwig wel!

Uw brekend oog zal ik ontvluchten,
En 't naar gegil der laatste zuchten,

Mijn zoon! mijn Ismaël! mijn zoon!

Moet gij ten prooij des doods verstrekken?
Dit brandend zand uw lijk bedekken?

Mijn God! is dit uw trouw? mijn loon!

Hoe bonst mijn hart - o Abrams Vader! -

Gij sterke beukelaar en schild!

Kom hem met uwen bijstand nader! ...

Of hebt gij zijnen dood gewild? ...

Myn God!!! laat u mijn beê behagen!
Laat mij! - laat mij - de straffen dragen! ...

Spaar! in uw gunst mijn eenig kind.

ô Ja! gij zult mijn tranen drogen!
Gij weet ô Opper - allervermogen!

Hoe sterk een Moeder 't kroost bemind.