Tael- en Dichtlievende Oefeningen van het Genootschap, ter Spreuke voerende Kunst wordt door arbeid verkreegen. En Prysvaerzen. Te Leyden, voor het Genootschap, 1787. Behalven het Voorbericht, 254. bladz. in gr. octavo.
Een drietal van onderwerpen wordt hier in Prysvaerzen bezongen, en op ieder heeft men twee Dichtstukken, met Eerpryzen begiftigd. (1.) De vrye Zee, door K. v.d. Palm en Th. van Limburg. (2.) De nuttigheid van den Handwerksman, door Th. van Limburg en M.G. van der Werken, Wed. Decambon. (3.) De rechtschapen Burgervader, door J.P. van Heel en D. Erkelens. - Hier by komen voorts etlyke Mengeldichten over verschillende onderwerpen, die toonen dat het den Leden van 't Genootschap aan geen lust ontbreekt, en dat 'er ook onder hen gevonden worden, die in staat zyn, om eene manlyke taal te voeren. Getuigen hier van zy de taal, welke de Heer H. v. Royen den Romeinschen Generaal Fabricius in den mond legt, toen Pyrrhus, Koning der Epiroten, hem, zyne bekrompen omstandigheden kennende, door geschenken tot zyne zyde tragtte over te haalen. Hy voert Fabricius tot Pyrrhus aldus spreekende in:
Is 't waarheid, Pyrrhus, of bedriegen mij mijn zinnen?
Beproeft gij dus mijn deugd? - was die bij u verdagt? -
Of kost gij 't zelfbelang te schandelyk beminnen? -
Wie had dien gruwel ooit in zulk een Vorst verwacht!
De Raed van Rome zond me aen 't hoofd der afgezanten;
Tot lossing van dat Volk, dat zegepraelend streed,
Wanneer 't een vreemd gedrogt, een drift van Olifanten,
In 't overwinnen stuitte, en siddrend vlugten deed.
Daer ik dien last volbreng, durft gij, vermeetle, hopen,
Dat ik mijn Vaderland lafhartig zal verraên?
Zoekt gij door blinkend goud mij eerloos om te koopen,
En biedt me een vierde deel van 't grootsch Epiren aen.
Gij moogt op oorlogsroem en edele afkomst bogen,
Dit aenbod tuigt dien roem, die edele afkomst niet.
Of, zou het grootheid zijn? - maer ijdel is uw pogen;
De grootheid smaedt een gift, die haer de laegheid biedt.
En, zou die laegheid ooit Fabricius bekoren,
Wiens vrijheidlievend hart door 't zuiverst vuur ontbrandt?
'k Ben telg van Romulus, 'k ben een Romein geboren: