Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1789
(1789)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijJohan Peter Frank, M.D. Geheimraad en Lyfarts des Bisschops van Spiers, enz. enz. Samenstel eener Geneeskundige Staatsregeling. Uit het Hoogduitsch vertaald, en met Aanmerkingen vermeerderd door H.A. Bake, Stads M.D. te Woerden. II. Deel. Te Leyden, by F. de Does, 1788. In gr. 8vo, 482 bladz.In dit tweede Deel, welks inhoud even belangryk is als het voorgaandeGa naar voetnoot(*), handelt de beroemde frank in de eerste Afdeeling over de algemeene voorzorgen, voor in onecht bezwangerde Moeders en haare vruchten. - Hy beschouwt in het eerste Hoofdstuk de onechte voortteeling in het algemeen, en toont derzelver nadeelige gevolgen in het zedelyke en burgerlyke; in het tweede Hoofddeel handelt hy over het verwekken van misgeboorten, het te vinden leggen en ombrengen der kinderen. - In de tweede Afdeeling verledigt zig de geleerde Schryver met de beschouwing, en het nader onderzoek, van sommige omstandigheden, welke van de geboorte af, tot aan het zevende Jaar, op het leven en de gezonde ligchaamsgesteldheid der kinderen eenen, het opzicht der Regeering overwaardigen, invloed hebben; en hier vindt | |
[pagina 16]
| |
hy aanleiding, om in het eerste Hoofddeel te blyven stilstaan by de plichtmaatige zorge voor het behoeden der jonge kinderen voor byzondere ongelukken, en voor die gebreken der gewoone opvoeding, welke hunne gezonde ligchaamsgesteldheid kunnen benadeelen; in het tweede Hoofddeel, van de plicht der Moeders, om zelf haare kinderen te zoogen, en den invloed hiervan op het welzyn van den Staat; in het derde Hoofddeel, van de beste Inrichtingen, aangaande de Zoogsters, en de eerste verzorging van die kinderen, welke zonder Moeder opgevoed moeten worden; en eindelyk, in het vierde Hoofddeel, van de Vondelingen en Weeshuizen. - De derde en laatste Afdeeling bevat een uitmuntend voorstel van de plichten der Overheid, nopens de openbaare opvoeding der Schooljeugd. - Een onderwerp, waarover zeer veel geschreeven, doch waaromtrent nog zeer veel te verbeteren valt. - In het eerste Hoofddeel schetst de Schryver het nadeel eener al te vroege en ernstige inspanning van der kinderen ligchaams- en zielsvermogens; in het tweede Hoofddeel deelt hy zyne gedachten mede over de inrichting der Schoolen tot welzyn der Kinderen, en ten meesten nutte van den Staat; het derde Hoofddeel handelt over het weder invoeren der Ligchaams-oefeningen, en derzelver nuttigheid in de algemeene opvoeding. - Wy onthouden ons iets over de verdiensten van onzen uitmuntenden Schryver, in het behandelen der opgenoemde onderwerpen, by te voegen: zyne verdiensten als Wysgeer, als Arts, als Menschenkenner, en Menschenvriend, zyn algemeen bekend, en in dit Werk, het welk eenig in zyn soort is, byna op iedere bladzyde kennelyk. En, wy kunnen niet nalaaten om onzen wensch te herhaalen, dat namentlyk dit Werk, door Lieden van alle standen, moge geleezen, en de voorschriften, daarin vervat, behartigd worden! De geleerdê Bake, die, ten nutte van zyne Landgenooten, de Vertaaling van dit Werk op zig genomen, en door verscheiden zeer leerryke Aanmerkingen, vooral zulke, die betrekking tot ons Land hebben, hetzelve vermeerderd heeft, verdient daarvoor de algemeene achting en dankbetuiging. |
|