Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1786
(1786)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijKeurige aandierking over de Hyppopotames, os Nyl-paarden.
| |
[pagina 594]
| |
werden zy aangemerkt, als een zinnebeeld, van den geest van Typhon, op het kwaad Beginzel. Onder bygeloovige Volken, heeft ook de Vrees haare Godheden, en 't is aan die Hartstocht alleen, dat men de byzondere eerbewyzingen aan deeze Dieren, op eenige plaatzen toegebragt, moet toeschryven, enkel ingerigt om de woede te bevredigen, en de daar uit gevreesde onheilen af te wenden. Zints die oude tyden, zyn de Hyppopotames, zeer zeldzaam in Egypte geworden, en eindelyk heeft men deeze Dieren in 't geheel niet gezien. Wy weeten, dat, in de twee jongstverloopene Eeuwen, slegts een zeer klein getal is waargenomen. Omtrent het jaar MDL zag belonius 'er een te Constantinopole uit Egypte derwaards gebragtGa naar voetnoot(*); verondersteld zynde, dat het, naamlyk, een Nyl-Paard was, 't geen die Reiziger zag, 't geen mathiolus hem betwist; zyn tegenpleit grondende, op eenige misslagen in de beschryving. Ik geloof, schryft hy, dat bellonius een under Dier voorhad, of meer verhaald heeft dan hy aanschouwdeGa naar voetnoot(†). Frederico zerenghi, een Italiaansch Heelmeester doodde 'er twee by Damiate in den Jaare MDCGa naar voetnoot(§) en acht en vystig jaaren laater ving men een anderen te Guirgué, Hoofdstad van Saïdi, en bragt dien te Cairo, waar thevenot denzelven beschreefGa naar voetnoot(**). Bykaus op denzelfden tyd verhaalt pietro della valle, dat men 'er een te Cairo opvoedde Ga naar voetnoot(††). Misschien vondt hy den zelfden van welke thevenot spreekt: het kan ook zeer wel weezen, dat die de Heer maillet vermeldt, als eenige jaaren voor den tyd van zyn Gezantschap (MDCXCII) gevangen, die van den Italiaan zerenghi warenGa naar voetnoot(§§). zo dat het laatste tydperk, wanneer de Hyppopotames zich in Egypte vertoonden, met het Jaar MDCLVIII over een slemt. In de daad, zints dien tyd, heeft men ze niet meer ontmoet, de Naam zelfs schynt met het Ras verlooren geraakt: want de Inwoonders van Opper-Egypte, waar zich deeze | |
[pagina 595]
| |
Dieren voorheen in groote menigte bevonden, weeten niets meer van den naam van Rivier- of Nyl-Paard, dan van het Dier waar aan men denzelven gaf: zy schynen 'er zelf geen denkbeeld meer van te hebben. De Heer shaw heeft; in zyne Reize, reeds het zelfde van Neder-Egypte verzekerd. Ik zal, ter deezer gelegenheid, aanmerken, dat 'er in het werk van buffon een misslag in 't Arabisch gevonden wordt, mogelyk alleen een Drukfeil: men leest 'er foras l'bar voor forass en bahard, Paard der Riviere: bar wil land zeggen en bahar betekent Rivier, Zee, of MeirGa naar voetnoot(*). Vreemd is het dat de Hyppopolames geheel en al uit Egypte geweeken, en 'er niet meer bekend zyn. Deeze schielyke verwydering, of uitrooijing, kan niet toegeschreeven worden aan de vermenigvuldiging der Menschen, of de meerdere werkzaamheid der InwoonderenGa naar voetnoot(†): want het is algemeen bekend, dat dit Land, in vroegeren tyde, veel sterker bevolkt en veel digter bewoond was, dan heden ten dage. - Op dit onderwerp een weinig denkende, kwam het my voor dat dit uitwerkzel zeer eigenaartig mag toegeschreeven worden, aan 't gebruik van Vuurwapenen, vry algemeen in Egypte; schoon deeze wapenen, althans zwaare stukken geschut, 'er nog niet in een zeer groot getal zyn: doch nauwlyks is 'er een Dorp van eenig aanzien, of de Bevelhebber heeft twee of drie kleine stukjes geschut, die men, zonder reden, eenige keeren dagelyks afschiet; deeze Dorpen liggen, gelyk men weet, aan de oevers van den Nyl of armen dier Riviere. De legers, of liever de zwervende hoopen van Mameloucks, zyn bykans geduurig in 't veld: de Rivier is menigmaalen bedekt door hunne Vaartuigen ten kryg toegerust, zy voeren altoos een kleine Artillery met zich, die hun van geen dienst zou weezen, als zy | |
[pagina 596]
| |
dezelve niet gestadig lieten speelen, enkel om 't vermaak van geraas te maaken. Dit geraas, dit veelvuldig schieten, heeft genoegzaam kunnen te wege brengen, dat de Hyppopotames, door de Reisbeschryvers doorgaans als zeer vreesagtig beschreeven, zich verwyderd en de Wyk na Abyssinie genomen hebben, waar men die geraasverwekkende werktuigen niet kent. Gelukkige Egyptenaars, indien zy niet meer vernielings te dugten hadden, van de middelen die hun verlost hebben, van deeze gevaarlyke Dieren; dan zy te vreezen zouden hebben van deeze Dieren, by hun vermenigvuldigd. Men wil dat het Nyl-Paard niet lang buiten het water kan leevenGa naar voetnoot(§), dat het tot den grond der Riviere nederdaalt, en daar op zyn gemak wandeltGa naar voetnoot(*), dat het door de zwaarte zyns Lichaams na den grond zakt, en alleen zwemt aan den mond der RivierenGa naar voetnoot(†). Men heeft desgelyks beweerd, dat het Nyl-Paard niet lang in 't water kan blyven; eindelyk heeft men aan de Kaap de goede Hoop den Heer forster verzekerd, dat het daar niet meer dan dertig roeden weegs kan asleggenGa naar voetnoot(§). Uit al het bygebragte en alles wat men ten opzigte van dit Dier gezegd heeft, blykt allessins, dat de Natuurlyke Historie van den Hyppopotamus nog niet zeer verre gevorderd is: en ik hou my verzekerd, dat, naar maate deeze opgeklaard zal worden, het ook blyken zal, dat de Hyppopotamus der Riviere dezelfde niet is met de Hyppopotamus der Zee; dat dit twee onderscheiden soorten zyn; en dat, uit mangel aan deeze onderscheiding, de verschillendheden ontstaan, in de beschryvingen en berigten van deeze viervoetige Dieren gegeeven. Men zou zelfs met eenige waarschynlykheid kunnen vooronderstellen, dat de meeste Zeedieren, door de Reisbeschryvers voor Hyppopotames opgegeeven, niets anders zyn dan groote soorten van Walrussen.Ga naar voetnoot(**) |
|