| |
Leevensberigt van Frederik den II, laatst overleden Koning van Pruissen, in den jaake 1758 gescureeven door wylen Dr. Johnson, en voortgezet tot zynen dood.
(Vervolg van bl. 532.)
Naa 's Keizers Dood vielen veele Duitsche Vorsten op de Oostenryksche Landen, als op een Aas, aan, 't geen zy, zonder wederstand te ontmoeten, zouden verstinden. Onder deezen, met welk regt ook, zeker met weinig eddmoedigheids, bevoud zich fredirik de II, Koning van Pruissen, die, op 't onverwagtst, met dertig duizend man Silesie inrukte, eene Verklaaring uitgeevende, die veelen oordeelden alleen geschikt te zyn, om hoon by Vyandlykheid te voegen, en deeze dus te verzwaaren.
Eenigen tyd, nogthans, hieldt de Koning zich te vrede om den vriendelyken weg van onderhandeling in te slaan: en de Koningen te beweegen om het betwiste Landschap aan hem af te staan. Doch, de onderhandeling vrugtloos vindende, zette hy zyne invallen voort, en begon thans te vertoonen hoe heimlyk hy zyne maatregels kon neemen. Wanneer hy een Krygsraad beriep, stelde hy het sluk, waar over hy wilde raadpleegen, in weinig woorden voor: alle zyne Veldheeren schreeven hun gevoelen, in zyne tegen woordigheid, op byzondere Papieren, welke by mede nam deeze by zich zelven overwoogen hebbende, nam hy zyn besluit, zonder hun iets daar van te laaten weeten, dan door het geeven zyner bevelen.
De Goederen der Geestlyken waren de eerste op welke hy aanviel. Hy beroofde de kloosters van hun verzamelden voorraad; verklaarende, nooit gehoord te hebben, dat de Apostelen eenige Magazynen hadden opgericht.
Zyne Krygsvetrigtingen voorzettende, vermeesterde een zyner afgezondene Krygsbenden Jablanca, een der sterke
| |
| |
plaatzen in Silesie: deeze werd kort daar op verlaaten uit gebrek aan voorraad, die de Oostenryksche Hussaaren, nu in beweeging gekomen, steeds onderschepten.
Een der gewigtigste Gebeurtenissen van den Silesischen Oorlog was het inneemen van groot Glogaw, in den donker stormender hand veroverd, onder net beleid van Prins leopold van anhalt dessau. Omtrent twaalf uuren in den nagt kwamen zy tot aau de Verschanssingen, en binnen twee uuren tyds was de Stad verwonnen. In onderneemingen van deezen aart, vielen verscheide zaaken voor, die niet, dan met verwondering, kunnen gehoord worden. Vier Pruissische Grenadiers, de Vestingwerken beklommen hebbende, waren van hun eigen Volk afgeraakt, en ontmoetten een Oostenryksch Capitein, met twee en vyftig Man: zy schrikten, op 't eerste gezigt; doch terstond moed vattende, geboden zy de Oostenrykers de Wapens neder te leggen; de verbaasdheid waar in deezen zich bevonden, en de duisternis, die verwarring medebrengt, veroorzaakte een geheel onverwagt gehoorzanmen, aan dien sterken eisch.
Men wil, dat, ten zelfde tyde, eene zamenzweering om den Koning van Pruissen te dooden, of weg te voeren, ontdekt wierd. Van de Pruissische zyde, kwam een Vertoog uit, waar in het Hof van Oostenryk beschuldigd werd van Belaagers en Moordenaars, tegen den Koning, afgezonden te hebben; 'er stondt met uitdruklyke woorden in, dat één hunner beleden hadt, met eede zich verhouden te hebben, om den Koning van kant te helpen: welke eed hem in den Hofraad, in tegenwoordigheid des Hertogs van Lotharingen, zou afgenoomen weezen.
De Oostenrykers gaven hier op ten antwoord, dat het Character der Koninginne, en des Hertops van Lotharingen, te wel bekend was, om de kragt van dusdanig eene beschuldiging niet weg te neemen; dat men het vertelzeltje der gedaane Belydenis voor eene volstrekte valschheid moest houden, dat men noot zulks voorgenomen of bestaan hadt.
Het Krygsvuur was thans by beide de Partyen ontstooken, en de Oostenryksche Veldheer hadt last, slag te leveren. De twee Legers ontmoetten elkander te Molwitz, en scheidden zonder dat eene volkomene Overwinning zich voor een derzelven verklaard had. De Oostenrykers verlieten het Slagveld in goede orde, de Koning van Pruissen reedt, op de eerste wanorde, welke hy in zyn
| |
| |
Krygsvolk ontdekte, weg, zonder den uitslag af te wagten. Men heeft deeze zyne zorgvuldigheid voor persoonlyke veiligheid nooit vergeeten.
Na deezen Slag viel 'er niet van veel anngelegenheids voor. Maar de Koning van Pruissen, door tegenkanting verbitterd, vervoegde zich by die den Hertog van Beyeren koozen; en de Koningin van Hongaryen, thans aangevallen door Frankryk, Spanje en Beyeren, was verpligt met frederik den II Vrede te maaken, ten koste van half Silesie, zonder de voordeelen te kunnen bedingen, haar één maal aangeboden.
De grenzen van de Landen uit te breiden is de blykbaare zugt geweest van veele Vorsten: geluk en veiligheid, in wyduitgestrekte Heerschappyen te doen woonen, was het oogmerk van weinigen. De Koning van Pruissen heeft na deeze dubbele eer gedongen; en zyne poogingen ingespannen om den roem van Wetgeever, by den naam van Vermeesteraar, te voegen.
Eigendom te bepaalen, valsche eischen te weeren, de bediening van burgerlyk sen lyfstraflyk Regt te regelen, zyn zo moeilyke als nutte poogingen. Koning frederik, de Instellingen zyns eigen Lands naagaande, oordeelde dat dezelve alleen verbeterd konden worden, door het invoeren van een Nieuw Wetboek, 't welk hy naar zyn naam, het wetboek van frederik, liet noemen: t zelve is begreepen, in één Boekdeel van middelmaatige dikte, en kan gevolglyk niets anders behelzen, dan algemeene Stellingen, die, door de Wysheid en Braaf heid der Gerigtshoven, op byzondere gevallen, moeten toegepast worden. De Regtshandeling, door de veelvuldigheid der Wetten, moejelyk te maaken, of in de Waagschaal te zetten, door te veel aan de Regters over te laaten, schynen twee tegenovergestelde klippen, waar op de Burgerlyke Instellingen schipbreuk geleeden hebben, en tusschen welke de Wetgeevende Wysheid, tot nog toe, open doortocht gevonden heeft. - Men kan, in een Levensberigt van dien aart, als wy hier mededeelen, geene opgave verwagten van dit nieuw Zamenstel van Wetten, hoe kort het ook moge weezen. Krygsverrigtingen staan ons te vermelden.
De tyd, op welken de Koningin van Hongaryen, zich gereed betoonde, om den Vreede voor den afstand van Silesie, te koopen, schoon deeze eindelyk opdaagde, was nog niet gekomen. Zy bezat al den moed, schoon op
| |
| |
verre na de Magt niet, haarer Voorouderen, en kon de gedagten niet verdraagen, van eenig deel haarer Vaderlyke Erslanden af te staan, aan Vyanden die het denkbeeld haarer zwakheid haar van alle zyden op den halze haalde.
In den aanvang des Jaars 1742, was de Keurvorst van Beyeren bekleed met de Keizerlyke waardigheid, ondersteund door de Wapenen van Frankryk, meester van het Koningryk Boheme, en verbonden met den Keurvorst van de Paltz, en den Keurvorst van Saxen, die aanspraak maakte op Moravie, en met den Koning van Pruissen, die in 't bezit was van Silesie.
Zodanig was de staat der Koninginne van Hongaryen, van alle kanten gedrongen, en van alle zyden zich tot verdeediging gereed maakende: zy weigerde alle aanbiedingen van verdrag: want elk Vorst stelde den Vrede op een zo hoogen prys, dat zy nog niet genoeg vernederd was om dien te betaalen.
In den daar op volgenden Oorlog, waar in zy kragtdaadigen onderstand kreeg van het Engelsche Parlement, slak boven andere uit de slag van Czaslaw, op den zevenden van Bloeimaand des Jaars 1742. De Oostenrykers vingen 's morgens ten zeven nuren het gevegt aan. De hevigheid des stryds duurde vier uuren; men brak door de Pruissishe Ruitery heen, en de Oostenrykers drongen door lot de Legerplaats, waar de ligte troepen, vervuld met het vooruitzigt op plondering, alle gehoorzaamheid vergaten, en 'er alleen op bedagt waren, hoe zy den ryksten buit zouden wegsleepen. Terwyl de rechter Vlengel der Oostenrykeren in dier voege bezig was, bleef het middelste gedeelte des Legers in beschut. De Pruissischen bekwamen van hunne verwarring, en herstelden zich. Prins carel van lotharingen, de Oostenryksche Veldheer, vondt zich, in 't einde. genootzaakt te rug te trekken, en voerde met zich de Veldstandaarden zyner Vyanden, de bewyzen eener Overwinning, die hy, schoon zo naby bevogten, niet had kunnen stande houden. - Duur was egter deeze Overwinning gekogt; het Pruissisch Leger was zeer verzwakt, en de Ruitery meest vernield.
Gemaklyk wordt de Vrede getroffen, wanneer beide de Partyen 'er belang by, en zich daar toe, als genoodzaakt vinden. De Koning van Pruissen hadt nu reden om te gelooven, dat de Oostenrykers zyne eenige Vyanden niet waren. Waneer hy bevondt dat carel naderde, zondt
| |
| |
hy aan den Franschen Veldheer broglio, om bystand, en kreeg ten antwoord, ‘dat hy daar toe bevel van Versailles moest krygen.’ Zulk een verlaaten van zyn magtigste Bondgenoot verydelde zyne genomene maatregelen; doch de slag was onvermydelyk. - Kort daar na, hadt de Koning van Pruissen zulke doorslaandste proeven van de onopregtheid des Franschen Kabinets, dat hy, ook door da Saxen verlaaten zynde, met alle reden zich ontslaagen agtte van het Bondgenootschap, de bemiddeling van george, Koning van Groot-Brittannje, aannam, en in drie weaken, naa den slag van Czaslaw, vrede maakte, met de Koningin van Hongaryen, die hem geheel Silesie afstond; een land, van zulk eene uitgestrektheid en Rykdom, dat hy, zo men wil, een derde gedeelte zyner inkomsten daar uit getrokken hebbe.
De Koning van Pruissen, in deezervoege Silesie verkreegen hebbende, keerde na zyn eigen Hoofdstad te rug, waar hy de Wetten hervomde, het pynigen der misdaadigeren verboodt, een verdeedigend Verbond met Engeland sloot, en zich op de versterking zyner Legermagt toelei. Dit Vredesverdrag, met de Koninginne van Hongaryen, was een dor eerste proeven, door den Koning van Pruissen gegeeven, van de heimlykheid zyner raadslagen. Bellisle, de Fransche Veldheer, was by hem in de Legerplaats, in schyn als een vriend en helper, doch met de daad als een verspieder, en heimlvke bevigtgeever. Bellisle gaf, schoon zich in de Pruisische Le gerplaats bevindende, ondanks den lof van schranderheid en gesleepenheid, van dag tot dag, het Fransche Hof nieuwe verzekeringen, dat de Koning van Pruissen de party der Bondgenooten toegedaan bleef, en onveranderlyk aankleefde; terwyl broglio, die, op een afstand, over het Fransche Leger bevel voerde, genoegzaamen grond vondt, om te vermoeden, dat frederik van party zou verwisselen. 't Geen broglio bybragt, werd in den wind geslangen, dat bellisle voorgaf, vondt geloof, tot dat, op den elfden van Zomermaand, het Vredesverdrag getekend was, en de Koning zyn besluit, om onpartydig te blyven, verklaarde.
Omtrent het midden das Jaars 1744, verwekte de Koning van Pruissen nieuwe ongerustheden, door zyne Krygsmagt zamen te trekken, en in beweeging te brengen. De Graaf van hindford vroeg, omtrent deezen tyd, om het aantal Krygsvolk bedongen tot de bescher- | |
| |
ming van Hanover; niet, dewyl men 't zelve nodig hadt; maar om de oogmerken des Konings van Pruissen te kunnen gissen, uit zyn antwoord: 't zelve kwam hier op neder, dat die troepen niet waren toegestaan, tot verdeediging van eenig Landschap, vóór dat zulk een Landschap zich in gevaar bevondt; en dat hy niet kon gelooven, dat de Keurvorst van Hanover zeer vreesde voor eenen inval, naardemaal hy de Landstroepen hadt weg-, en in Engelsche Soldy genomen. - Ongetwyfeld hack frederik reeds zyn plans gevormd, welke het noodig maakte, dat hy zyne Troepen zamenbragt, en de tyd kwam welhaast, dat dit toneel geopend wierd. - Prins carel van lotharingen, de Franschen uit Beyeren gedreeven hebbende, legerde eenige Maanden aan den Rhyn, tragtende om den Elsas door te dringen. De wakkerheid des Franschen Veldheers hadt langen tyd deezen toeleg te leur gesteld; doch het gelukte Prins carel eindelyk, op den een- en twintigsten van Zomermaand 1744, denzelven te volvoeren, en zyn Leger op Franschen bodem te brengen.
Thans zag de Koning van Pruissen de Oostenryksche Troepen op eenen verren afstand verwyderd, in een vreemd land; tegen de magtigsten hunner Vyanden de handen vol hebbende. Nu was, derhalven, voor hem de tyd gebooren, om te ontdekken, dat by onlangs een verdrag met den Keizer te Frankfort geslooten hadt, in welke Stad, die ongelukkige Monarch, door de Koninginne van Hongaryen uit zyne Vaderlyke Erslanden verdreeven, als een vlugteling zich onthieldt. By dit verdrag hadt de Koning zich verbonden: ‘Dat, daar het Hof van Weenen, en deszelfs Bondgenooten, ongeneegen scheenen, om de rust des Ryks te herstellen, en 'er, naar allen schvn, dringender maatregelen, en ernstiger poogingen, zouden moeten aangewend worden, hy, bezield met een verlangen, om mede te werken, tot de bevrediging van Duitschland, een Krygstocht zou doen, om Boheme te bemagtigen, en te herstellen in 't bezit des Keizers, diens Erfgenaamen, en Opvolgers; in beantwoording hier van zou de Keizer, aan Hem en zynen Opvolgeren, afstaan, zeker aantal van Heerlykheden, die thans een gedeelte van het Koningryk Boheme uitmaakten. Zyne Keizerlyke Majesteit zon desgelyks den Koning van Pruissen borg staan, voor het bestendig bezit vail Opper-Silesie, en
| |
| |
de Koning borg blyven, voor 's Keizers bezit van Opper-Oostenryk, zo ras hy 't zelve zou vermeesterd hebben? 't Is gereedlyk te ontdekken, dat de Koning den Oorlog aanving, gedreeven door andere beweegredenen, dan den voorgegeeven yver, tot bevordering van den Vrede des Duitschen Kyks, en dat hoe veel eerbieds hy gereed was den Keizer te betoonen, hy hem geen voorstel vin bystand deedt, zonder iets voor zich te bedingen. - In gevolge van dat Verdrag, bragt hy zyne Krygsmagt in beweeging, en viel, overeenkomstig met zyne beloften, toen de Oostenrykers in Frankryk rukten, in Boheme. Middelerwyl werd 'er, gelyk zulks gebrniklyk is, by den aanvang van Vyandelykheden, eene Verklaaring en Tegenverklaaring, ter regtvaardiging van 't gehouden gedrag, door Oorlogvoerende Mogenheden, uitgegeeven.
De Koning van Pruissen hadt de Franschen overgehaald, om Prins carel aan te tasten, eer by den Rhyn weder over kon trekken; 't geen althans de Oostenrykers zou beletten, met een spoedigen mars, na Boheme te rug te keeren; zy zouden, daarenboven, hem al zodanigen bystand verleenen, als hy mogt nodig hebben. Zich op de toezeggingen van Frankryk verlaatende, besloot hy de verdelging van het Huis van Oostenryk te onderneemen, en rukte met 104000 man in Boheme, t in Oogstmaand, des Jaars 1744.
De vorderingen, welke hy maakte, gaven alle hoop aan de vyanden van dat ten val gedoemd Huis. Gelyk Cesar, kwam, zag en won hy, en ontmoette geen wederstand tot hy de wallen van Praag bereikte. Van de verdeeling der Oostenryksche Heerschappye werd weder openlyk gesprooken. De Landen, daar toe behoorende, zouden verdeeld worden, tusschen de Keizer, den Koning van Pruissen, den Keurvorst van de Palts, en den Landgraaf van Hessen. Alle de Mogenheden van Europa, die gedroomd hadden van het snuiken der Fransche magt, ontwaakten met den voorgaande schrik vervuld: alles, wat gedaan was, moest weder herdaan worden, en elk Hof van de Straat van Gibraltar af, tot de Bevroozen Oceaan, hieldt een zorgvol oog op deeze gebeurtenis gevestigd.
In 't einde van Herfstmaand, sloeg de Koning van Pruissen het beleg voor Praag. Verscheide der buitenposten hadt hy vermeesterd, als hy kundschap ontving, dat het leger, tot dekking van 't aangevoerd Geschut gezonden, overvallen was, door een Party Oostenrykers. De Ko- | |
| |
ning suelde ylings ter hulpe van de zynen, met een derde gedeelte zyns Legers, vondt zyne troepen op de vlugt geslaagen, en de Oostenrykers bezig, met het wegvoeren van zyn geschut: 't verlies daar van zou hem eensslags ontwapend en buiten staat gesteld hebben, om het aangevangen beleg voort te zetten. Hy viel op de Oostenrykers aan, herkreeg zyn Geschut, rigtte zyne Batteryen op, en schoot een gedeelte van Praag plat. Hier op gaf hy bevel, om vier aanvallen tessens te doen, en bragt de Belegerden in zulk een engte, dat, binnen veertien dagen, de Bevelhebber genoodzaakt was de Stad over te geeven.
Niets bleef 'er nu overig, dan dat de Oostenrykers alle gedagten, om in Frankryk te vallen, lieten vaaren, en hunne geheele Krygsmagt gebruikten, te hunner eigene verteediging. Prins carel maakte zich, zo ras hy de tyding kreeg des Pruissischen invals, gereed om den Rhyn weder over te trekken. Dit zouden de Franschen, volgens hunne verbintenis met den Koning van Pruissen, poogen te verhinderen; doch zy wisten, by ondervinding, dat de Oostenrykers zich niet, zonder wederstand te bieden, zouden laaten slaan, en dat wederstand altoos den bespringer op bloed te staan kwam. - Prins carel nam het voordeel eener lichte maaneschyn te baat, om den Rhyn over te trekken. Noailles, die vroegtydig de weet kreeg van 's Pruissen beweegingen, verhinderde hem weinig, zich te vreden houdende, met op de agterhoede aan te vallen, en het naazetten te staaken, toen zy tot het Leger zelve kwamen.
Zyne Pruissische Majesteit, Praag hebbende doen bukken, trok voort met de vaardigheid aan zyn Krygscharacter eigen, en nam bezit van bykans geheel Boheme, begon te spreeken van in Oostenryk te vallen, en Weenen te belegeren.
De Koningin van Hongaryen was niet geheel zonder hulpe. De Keurvorst van Saxen was, daar toe al of niet genoodigd geweest zynde, niet in het verdrag, te Frankfort geslooten, begreepen, en daar elk Souverain minder wordt, naar gelange zyn naaste nabnur in grootte toeneemt, kan hy van harten geen voorspoedigen uitslag toewenschen, aan eene verbintenisse, strekkende om de andere Mogenheden van Duitschland te vergrooten. De Pruissischen tergden hem daarenboven, om zich tegen hun te verzetten: want, wanneer zy op den weg waren, om Boheme te vermeesteren, trokken zy door zyne landen, met eene onge- | |
| |
oorloofde en veragtensvolle versmaading van zyn gezag. En, daar de aannadering van Prins carel een nieuw gelaat aan 't vertoon der dingen stondt te geeven, liet de Keurvorst van Saxen zich ligt overhaalen, om met de Koningin in eene Verbintenisse te treeden, aan welke hy een menigte van troepen beschikte.
De Koning van Pruissen, bezetting in Praag gelaaten hebbende, trok voort, om de andere Steden en Sterkten desgelyks in bezit te neemen, misschien verwagtende, dat Prins carel in zyn hertocht zou gestoord worden; doch de Franschen, schoon zy hem scheenen te volgen, konden of wilden hem niet inhaalen. Binnen korten tyd bereikte Prins carel, met sterk voortgezette marssen, Boheme. - Op de aannadering des Oostenrykschen Legers, scheen de moed den Koning van Pruissen te ontzinken. Hy trok te rug van post tot post, ontruimde Stad by Stad, Sterkte by Sterkte, zonder eenigen wederstand of schyn van wederstand te bieden, even of hy dezelve den wettigen eigenaaren inruimde.
Men zou veelligt verwagt hebben, dat hy eenige pooging deedt, om zich van Praag te verzekeren; doch, naa eene zwakke onderneeming, om den vyand den overtocht over de Elve te betwisten, beval hy zyne Bezetting, uit elf duizend man bestaande, Praag te verlaaten. Zy lieren agter, hunne Magazynen en grof Geschut. Dan voerden met zich, het Veldkanon en een groot aantal wapens, belaaden met voorraad en geroofde goederen; het meerendeel moesten zy op den weg, aan de Saxen en Oostenrykers, die hun mars belemmerden, agterlaaten.
Deeze aftocht kwam den Koning van Pruissen zeer duur te staan: want, behalven dat hy de Krygsvoorraad, tot de kleeding zyner troepen toe, overal agter liet, was 'er gebrek aan leevensmiddelen in zyn Leger, en, in gevolge daar van, verliepen een groot getal, en de zieken waren veelvuldig. Eindelyk keerde hy weder, op zyn eigen grondgebied, en zyn Volk in verzekerde plaatzen gelegerd hebbende, begaf hy zich na Berlyn, waar hy allen verboodt, goed of kwaad, van deezen Veldtocht te spreeken.
Nu was de tyd gebooren, op welken de Koningin van Hongaryen misschien een Vrede zou hebben kunnen treffen, op voorwaarden door haar zelve voorgeschreeven; doch te diep getroffen, door de behandeling haar aangedaan, en trots op de behaalde voordeelen, bediende zy zich niet van de gelegenheid, welke zich aanboodt. Men
| |
| |
verhaalt, dat de Koning van Pruissen, op zyn hertocht, brieven afvaardigde aan Prins carel, die men wil, dat voor de Koningin zeer gunstige voorslagen behelsden; doch welke hy ongeopend te rug ontving. - De Koning van Engeland boodt zyne bemiddeling aan; maar zyne voorstagen werden aan 't Weener Hof verworpen, waar men een besluit genomen hadt, om niet alleen de stoorenis van den inval aan den Rhyn te wreeken, door het herwinnen van Silesie, maar ook om de Saxen te beloonen, voor hunne tydig toegebragte hulp, door hun een gedeedte der Pruissische Landen te geeven.
In den aanvang des Jaars 1745, stierf Keizer carel van beyeren: het Verdrag, te Frankfort geslooten, nam hier mede een eind, en de Koning van Pruissen, niet langer in staat zynde, om het Character van een Helper des Keizers te vertoonen, en geen andere erkende rede voor den Oorlog hebbende, kon, met eere, zyne Krygsbenden te rug getrokken, en, volgens zyne eigene beginzelen, een Vrede aangegaan hebben: doch geene Vredesvoorslagen werden hem gedaan, de Koningin bejegende hem op de vyandlykste wyze, en de Franschen lieten hem aan zyn eigen lot over. Zyne Boheemsche vermeesteringen hadt hy reeds verloren, hy was tot in Silesie te rug gedreeven, waar, met het begin des Jaars, de Oorlog, met wisselenden Krygskans van voor- en nadeel, werdt voortgezet. - De nieuwe Keurvorst van Beyeren, ziende dat de Oostenryksche Troepen zyne Landen asliepen, dat hy weinig onderstand van Frankryk ontving, sloot, op zeer gemaklyke voorwaarden, in Grasmaand, den Vrede met de Koningin van Hongaryen: en de Oostenrykers konden daar door meer volk tegen de Pruissischen aanvoeren.
Maar de wendingen van den onwissen Krygskans laaten zelden 's Menschen opgezwollen waan ongestraft, onvernederd. De Vrede met Beyeren was naauwlyks geslooten, of de slag van Fontenoy werd verlooren, en alle de Bondgenooten van Oostenryk moesten het uiterste van hunne poogingen aanwenden, tot het bewaaren der Oostenryksche Nederlanden: weinig dagen, naa het verlies van den slag van Fontenoy, viel de eerste stryd voor, tusschen de Pruissen en het vereenigd Leger der Oostenrykeren en Saxen, by Freiburg in Silesie. De Koning van Pruissen vermeesterde al het Geschut der Oostenrykeren, vier duizend sneuvelden 'er van dien kant, en zeven duizend geraakten 'er krygsgevangen: naar 't verhaal van de Pruis- | |
| |
sische zyde, verlooren zy niet meer dan zestien honderd man.
Frederik de II trok weder na Boheme, waar hy, nogthans, geene groote voordeelen behaalde. De Koningin van Hongaryen, schoon geslagen, was niet te onder gebragt. Zy deedt haare Krygsbenden van alle kanten zamen trekken, tot versterking van Prins carel, en hadt beslooten den Kryg met al haar magt voort te zetten. - De Koning zag, dat Boheme een ongeschikt tooneel des Oorlogs was, waar eenes Nederlaage hem op een geheel verlies zou te staan komen, en hy met het behaalde eener Overwinning weinig zou vorderen: Saxen was onbeschermd gelaaten, en kon, vermeesterd, ligt geplunderd worden. Derhalven verklaarde hy den Oorlog aan den Keurvorst van Saxen, en rukte op diens grondgebied. Deeze inval hadt een anderen Veldslag ren gevolge, die ten voordeele der Pruissen asliep. De Oostenrykers hadden, in den aanvang, eenig voordeel, hunne ongeregelde Troepen vielen in de Pruissische Legerplaatze, en namen de Krygskas weg. Doch dat verlies werd ruim geboet, door den buit in Saxen veroverd.
De Koningin van Hongaryen bleef nog onbeweeglyk. Zy hadt haare Legers door nienwe wervingen gesterkt, en rustte zich toe om in Brandenburg te vallen; dan de vlugge werkzaamheid des Konings van Pruissen voorkwam de uitvoering van alle haare plans. Een gedeelte zyner Krygsmagt vermeesterde Leipzig; een ander bragt nogmaals eene nederlaage aan de Saxen toe. Hun Souverain, de Koning van Polen, vlugtte uit zyne Kenrvortstelyke Landen, en Prins carel keerde weder in Boheme. De Koning van Pruissen deedt te Dresden zyne intrede als overwinnnar, eischte zwaare opbrengingen van het geheele Land; en vonden de Oostenrykers en Saxen, zich in 't einde genoodzaakt, om van hem zulk een Vrede te ontvangen, als hy wilde verleenen. Hy vorderde geene strenge voorwaarden, dan het betaalen der gevorderde belastingen; hy maakte geen eisch op nieuwe Landen, en erkende, met den Keurvorst van de Paltz, den Hertog van Toscaanen voor Keizer.
(Het Vervolg hier naa.)
|
|