Anecdote van den schilder vernet. Uit de Provinçales, ou Lettres sur la Provence, par M. Berenger.
Vernet, een Schilder, beroemd door zyne Zeestukken, gaf eens het treffendste blyk van dien tot geestvervoerens toe opklimmenden smaak voor het verheevene, welk ten kenteken strekt van een Vernuft tot de nabootzende Kunsten gevorind. Deeze kunstenaar, kragtig gesteld om de Natuur te treffen, deedt, in zyne jonge jaaren, verscheide lange zeetochten, om veelvuldige tooneelen, welke dit wisselvol Element aanbiedt, waar te neemen, en in zyne Zeestukjes over te brengen. Op eene dier Reizen, alleen uit kunstmin ondernomen, ontstak een allergeweldigste Storm; vernet, zonder eenigzins agt te staan op het doods gevaar, 't welk hem van alle kanten omringde en aangrimde, verzogt een der Scheepslieden hem met een touw in 't wand vast te binden. Korten tyd, naa dat dit zyn verzoek voldaan was, nam de Storm nog hand over hand toe, vergezeld van Donder en Blixem, en alles wat kon strekken tot de schriklykheid van het Toneel te vermeerderen. Verslaagenheid, verbaasdheid, angst en vrees was op aller Scheeplingen gelaad te leezen: doch alle de gemoedsbeweegingen des jongen Schilders liepen uit op Bewondering, en nam deeze zyne aandagt zo te eenemaal in, dat hy, by tusschenpoozen, in deeze taal van geestverrukking uitborst: Goede Hemel! welk een schoon Toneel!