Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1786
(1786)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 533]
| |
Waarneemingen over de hoeveelheid van voedzel, tot het leevensonderhoud van den mensch noodig.(Briefswyze medegedeeld aan de Schryvers van het Journal de Paris.)
myn heeren!
Men heeft menigmaalen gezegd, en bevonden door eene menigte van waarneemingen, dat een Mensch kan leeven - gezond en sterk leeven - met eene veel mindere hoeveelheid van voedzel dan men doorgaans voor den Mensch noodig keurt; men weet dat het verschil, tusschen de hoeveelheid van spyze van Mensch en Mensch, zo groot is, dat het bezwaarlyk valle de grenzen van het meerdere en het mindere te bepaalen. Deeze waarheid is zeer algemeen; doch het is nuttig dezelve zich binnen te roepen: dewyl ze voor de Staatkunde, de Zedekunde, en de Geneeskunde gewigtige en zeer wydstrekkende gevolgen behelst, welke ik my niet voorstel in deezen te ontwikkelen. Alleen heb ik ten oogmerke eenige voorbeelden by te brengen van buitengemeene Soberheid, die zeer egt zyn, en my medegedeeld door een keurig Waarneemer. - 't Is genoeg wanneer ik den Heer franklin noem. Deeze Wysgeer verhaalde my, te Londen by den Heer pringle, een Molenaar gezien te hebben uit het Graafschap Essex, wiens geschiedenis hunne nieuwsgierigheid gewekt hadt, en waar op zy een onderzoek deeden, 't geen deezen uitslag opleverde. Die Molenaar was een sterk eeter geweest, bovenal van zwaare spyzen, als Ossenvleesch en Spek; omstreeks de vyftig jaaren was hy zeer dik geworden, zag tegen het werken op, ging bezwaarlyk, bykans gestadig verkoud, kon geene vermoeienis uitstaan, en werd van tyd tot tyd zwakker. - Eene Engeische Vertaaling van het werk van conaro viel hem in handen; op het leezen daar van voelde hy zich dermaate getroffen, dat hy terstond besloot dat voorbeeld, van zo naby hem mogelyk was, te volgen. Hy deedt zyn spys bestaan in een pond meel in melk beslaagen, met eenige eijeren, waar van hy eene Pudding liet vervaardigen; en hy dronk niets dan water. Naa eenige maanden deeze leevenswyze gevolgd te hebben, verloor hy veel van zyne zwaarlyvigheid, vondt zich in staat om zyn werk te verrigten, en een grooten weg te voet af te leggen; hy zag zyne zwakheden verdwynen, en ontheven van de verkoudheden waar aan hy anderzins onderworpen was. - Hier op wilde hy zyne soberheid nog verder brengen; hy liet de eijeren uit de Pudding weg, en eenigen tyd daar naa ook de melk. Zyne spys bestondt uit niets anders dan meel met water gekookt en een weinig zout. Reeds veele jaaren heeft hy dus geleefd, naa zonder eenige andere tusschenkomende voorbereiding van de ruimste tot deeze schraale ketken overgegan te zyn. Hy bevondt zich gezond, sterk, fris | |
[pagina 534]
| |
van kleur. Ik moet 'er nog byvoegen, dat hy, by toeval, het drinken by zyn eeten overgeslaagen hebbende, en zich frisser dan naar gewoonte bevond, ook het drinken geheel naaliet. Het tweede voorbeeld is een Geneesheer, hempey geheeten, in persoon en zeer byzonder bekend aan Dr. pringle en den Heer franklin, een die met hun bestendig gezelschap hieldt. Deeze Dr. hempey was een Duitscher, uit Hanover na Engeland overgegaan met de Moeder van Koning george den III. Tot den ouderdom van negen en zestig jaaren hadt hy sterk geëeten en gedronken. Doorgaans nam hy, voor het naa bedde gaan, nog een vles wyn op de lippen. Zyne gezondheid was verdweenen: alle de kentekens eens verzwakten ouderdoms vertoonden zich; zyn geheugen verzwakte boven maate; hy geloofde zelfs dat hy niet verre van zyn leevenseinde was. - Eensslags besloot hy van Leevenswyze te veranderen: en zie hier welke hy aannam; 's morgens ontbeet hy met een kop koffy met melk, en de helft van een Engelsch halven stuivers broodje; vierderlei spyze gebruikte hy by afwisseling tot zyn middagmaal, den eenen dag gekookte ryst, den volgenden aardappelen, den derden sponage, den vierden een stuivers Engelsch broodje in water gekookt tot eene soort van Pudding. Hy dronk niets dan water; 's avonds at hy het overschot van zyn broodje 's morgens overgelaaten, en nam hy nog een kop koffy. - Toen hy de eerste keer van deeze zyne zo zeer veranderde leevenswyze berigt gaf aan den Heer franklin, was hy vyf en zeventig jaaren oud. Vol van kragten en leevend; zonder vermoeienis, liep hy 's morgens, zyn practyk te Londen waarneemende, twee of drie Engelsche mylen; en ging met zo snelle schreeden, dat Dr. hunter, een zeer vlug en sterk Heer en in 't best zyns leevens, naar 't getuigenis van franklin, die ze beide op straat te Londen ontmoette, het verscheide keeren vrugtloos beproefde hem in te haalen. Korten tyd voor het vertrek van den Heer franklin na America, in den aanvang der groote Omwentelinge, waar van die beroemde Man een der uitsteekendste werktuigen geweest is, hadt Dr. Hempey, toen twee en tachtig jaaren oud, hem verzogt, om ten zynen voordeele te spreeken by de Bestuurders der Oost-Indische Maatschappye, om voor hem de plaats van Geneesneer te verwerven in 't Fort St. George, of van Madras, op de kust van Cormandel: een verzoek, 't geen, 't zy men het wys of dwaas keure in den verzoeker, bewyst, dat hy nog goede gedagten hadt van zyne kragten. Het laatste voorbeeld, 't welk ik zal aanvoeren, is de proeve. die de Heer franklin zelve nam, omtrent twintig jaaren oude zynde. Toen reeds bezield met dien wysgeerige geest, welke hum zo wel en zo verre gebragt heeft in de kennis der natuure en der menschen, wilde hy beproeven om van brood en water te leeven. Hy was toen Drukkersknegt, en stondt den geheelen dag aan de drukpers. Want franklin, die wy gezien hebben als Minister Pienipotentiaris der Vereenigde Staaten van America, is Drukkersknegt geweestGa naar voetnoot(*). In het ver- | |
[pagina 535]
| |
rigten van deezen aanhoudenden arbeid, heeft hy zes maanden lang geleefd van omtrent één pond brood daags, niets anders dan water drinkende: zonder te bemerken dat hy in eenig opzigt verzwakte. Zyne Moeder gevraagd, waarom haar Zoon eene zo vreemde leeverswyze hieidt. antwoordde: ‘Om dat hy in een gek van een Philosooph, ik meen plutarchus, geleezen heeft; doch ik laat hem begaan, 't zal hem welhaast verveelen.’ |
|