Waerneemingen over met gebruik der braakmiddelen, in die gevallen, waarin dezelve niet schynen aangeduid te worden.
Derde Waarneeming.
Een Man van byna 50 Jaeren, en van een magere Ligchaams gesteldheid, kreeg, zedert eenige Jaaren, op onderscheiden tyden, aanvallen van Duizelingen, die echter niet zeer hevig, en ook van korten duur, waren. In de Maand Augustus van net voorgaande Jaer, stelde zig dit toeval weder in, en wel in een sterkeren graad dan te vooren - de Lyder was, wegens de aanhoudende braakingen, genoodzaakt te gaan leggen. - Reeds drie dagen had hy moeten te bed leggen, wanneer ik hem de eerste keer bezogt; ik vond hem zonder Koorts, en zyn Tong was wit beslagen: hy gebruikte niets, als Soup, die hem ook zeer wel bekwam: vermits hy reeds verscheiden purgeermiddelen gebruikt had, zo gaf ik hem een astreksel van de Melisse, met Salpeter, en herhaalde Lavementen; en na verloop van twee dagen, gaf ik hem, een zagt Laxeermiddel, uit de Magnesia.
Dan vermits alle deeze middelen vruchteloos waren, zo schreef ik een pynstillenden drank voor, die ook eenige verligting aanbracht, - dog zo dra de Lyder zig beweegde, om op te staan, kwamen de duizelingen en braakingen weder. Hierop gaf ik een ander purgeermiddel, uit de Manna met de Fol. Sennae, 't welk onk slegts eene kortstondige bcterschap bewerkte, - en de Lyder wederom in zynen voorgaanden Toestand verviel. - Ik begon eenigzints koorts te bespeuren, en de tong wierd mecr beslagen; het welk my deed besluiten nog een buikzuiverend middel toe te dienen, uit een ontbinding van a