Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1786
(1786)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 53]
| |
Vertoog over de middelen, welke men zou kunnen te werk stellen, tot volmaaking der weerkundige waarneeminoen.
| |
[pagina 54]
| |
zelfde zyn? Of de oorzaaken die aan de zuivere Lugt andere wyzingen geeven, dezelve geene verandering doen ondergaan? Of deeze Dampkringslugt niet gewyzigd wordt, schoon de zuivere Lugt steeds dezelfde blyve? Of haare Digtheid en Veerkragt geene verandering lyden? 't Is reeds een geruimen tyd geleeden, dat ik deeze denkbeelden aan den Hoogleeraar van swinden heb opgegeeven, die geloofde dat dezelve wel zouden kunnen inkomen als beginzelen in het onderzoek na de Barometer-veranderingen: dan, het komt der Proefneeminge alleen toe, om 'er de regelen van op te geeven, door onze Lugt met meer of min groote hoeveelheden van die Lugt te vereenigen, dezelve te vermengen met phlogisteerende uitvloeizelen, welke men vervolgens zou kunnen dephlogisteeren, door 'er gazagtige Lugten by te doen; welke moeilykheden in die Proefneemingen! maar teffens, welk een nut zou men 'er voor de Weerkunde uit kunnen trekken? De Lugtaartige Uitvlocizels, die van zo veele lichaamen uitgaan, in bykans alle omstandigheden, waar in zy zich kunnen bevinden, en veranderen naar den staat des lichaams, die dezelve verschaft, vermengen zich in den Dampkring: de ligtste klimmen ter grootste hoogte op, de andere blyven waar derzelver soortlyke zwaarte ze plaatst: doch, wat hier van ook zyn moge, zy weegen alle op den Barometer, en weegen op denzelven naar evenredigheid van haare hoeveelheid, die veranderlyk is; zy hebben zelfs invloed op de zwaarte der Kolom Lugt, welker Digtheid zy veranderen, en bygevolge ook de Veerkragt, enz. Zou het dan niet noodig weezen te onderzoeken, hoe deeze Uitvloeizels zich met onze Lugt vereenigen? Welke wyzingen zy dezelve doen ondergaan, naar gelange haarer verschillende hoeveelheden en onderscheidene hoedanigheden? - Ik heb elders beweezen, dat deeze Lugten zich meer of min ontbonden, in gemeene en in zuivere Lugt; doch ik heb maar eenige weinige grondtrekken opgegeevenGa naar voetnoot(*); ik zal het byzonderder ter hand neemen, en een afzonderlyke opgave doen van elke soort van Gazagtige Lugt; maar men heeft tot nog niets gedaan, om den invloed van elk deezer Lugten op den Barometer aan te wyzen. | |
[pagina 55]
| |
Ik heb, in een myner WerkenGa naar voetnoot(*), te verstaan gegeeven, dat de zuivere Lugt, die uit de Planten komt, terwyl zy in den Zonneschyn groeijen, invloed kunne hebben op de veranderingen van den Barometer, gelyk ook de vaste Lugt in den Dampkring toebereid tot voedzel der Planten, die dezelve indrinken, door de bladeren met de vogtigheid der Lugt, waar in zy zich ontlast, zo ras het Phlogiston, uit aardsche lichaamen gevloeid, dezelve voortbrengt: ik blyf nog van gevoelen, dat dit denkbeeld, als een enkel vermoeden voorgesteld, verdient onderzogt te worden; dat verscheide waarneemingen, in het boven aangehaalde Werk verzameld, het zeer aanneemelyk maaken, boven al, wanneer men, in deeze oorzaak der Barometer-veranderingen, niets ziet dan eene medewerkende oorzaak, welke op geenerlei wyze de andere uitsluit: dus, by voorbeeld, zal men tusschen de Keerkringen, by de bestendigheid en kragt der oorzaaken, welke daar de Barometer-veranderingen zo gering doen worden, moeten voegen de bestendige voortbrenging van vaste Lugt, veroorzaakt door bat mengzel van Phlogistike uitvloeizels, met de zuivere Lugt; de bestendigheid der voortbrenginge van zuivere Lugt, door de geduurige gedaantewisseling van die vaste Lugt in zuivere Lugt, welk een verbaazend aantal van sterkgroeijende gewassen, zonder ophouden, bewerken, en in den Dampkring doen vlotten; ik zal niet zeggen dat deeze zuivere Lugt een middel is om de ontbrandbaare Lugt te ontbinden, schoon dit waarschynlyk is, dat de bestendige Winden, welke men tusschen de Keerkringen aantreft, over de Zeeën verspreiden het gedeelte der Lugt, 't geen zich over 't Land niet heeft kunnen zuiveren, schoon men 't mag veronderstellen; maar ik zal 'er byvoegen, dat, indien de Chemische uitwerkzels weezenlyk zyn, dat, indien 'er overal Phlogiston is, ontbloot van de vaste Lugt, gevormd door dit middel van zuivere Lugt, door dit groeijend Ryk verschaft; indien alle de uitvloeizels, welke zich in den Dampkring opheffen, zich meer of min met de Lugt vereenigen, en, bygevolge, vermeerderingen of verminderingen van Lugt te wege brengen, gelyk dit geheel niet onwaarschynlyk voorkomt, schynt het my toe dat dit vermoeden verdient nader onderzogt, als mede dat het een beginzel der Weerkunde kan worden. | |
[pagina 56]
| |
Men zou mogelyk nog veel vender kunnen gaan en onderzoeken, of deeze de eenige soort van Chemische uitkomsten is, voortgebragt door de vereeniging van Phlogiston of Gazagtige Lugten met gemeene Lugt, die plaats kunnen hebben, en invloed op den Barometer. Men kan niet lochenen, of 'er heffen zich dampen op, die, meer of min, zuur or zout zyn, zuure en zoute Lugten, ook olieagtige uitvloeizels: deeze lichaamen, elkander ontmoetende, zullen die zich niet vereenigen? en zullen zy, zich vereenigd hebbende, geen uitwerking baaren op de Lugt, waar in die vereeniging geschied? Men zou de aanwyzingen des Barometers in den Zomer en in den Winter kunnen vergelyken met de waarneemingen des Eudiometers, op dezelfde tyden gedaan: de uitkomsten zullen gewis leerzaam weezen: misschien zou men niet zonder vrugt proeven kunnen neemen op het crystalschieten der zouten in die verschillende omstandigheden, en mogelyk zou men verbaasd staan op het gezigt van het onderscheid: men weet dat ze niet gelykerhand geschieden in verschillende omstandigheden. De Geestige Uitvloeizels wyzigen min of meer de gemeene Lugt, 't zy door op dezelve te werken door het Phlogiston 't welk 'er uitvllegt, 't zy door de veerkragt en uitgebreidheid te veranderen, gelyk priestley, reeds veele jaaren geleden, ten opzigte van den Ether beweezen heeft, en ik voor zes jaaren gezien heb; de Proeven van dien beroemden Engelschen Natuurkundigen herhaalende: de gemeene Lugt, blootgesteld aan den Damp van den Ether, neemt viermaal toe in uitgebreidheid, en de Ether wordt door zyn mengzel met; zuivere Lugt, van gemeene Lugt, vaste Lugt, gelyk de Heer lavoisier beweezen heeftGa naar voetnoot(*). Deeze nieuwe ontdekking van den Franschen Chemist opent een nieuwe myn van naspeuringe; eene nieuwe wyze aan de hand geevende, om, naar welgevallen, het getal der Lugt-zelf-standigheden te vermenigvuldigen. De Heer de saussure heeft een stap gedaan, ten opzigte van den invloed der Geestige Uitvloeizels, door aan te toonen dat ze niet op den Hygrometer werken; vóór hem zou men niet gedagt hebben om zich met dusdanig een onderzoek te bemoeijen. Ik kan niet naalaaten eene aanmerking in 't midden te brengen, over't aanbelang der waarneemingen met den Eudiometer: zy zonden veel grooter zyn, wanneer men hadt vastgesteld de uitkomsten van verschillende lichaamen, die | |
[pagina 57]
| |
de Lugt met de Lugt zelve bederven; 't zy met betrekking tot haare zwaarte, digtheid, veerkragt; 't zy met betrekking tot haare hoedanigheid om water te ontbinden; 't zy, eindelyk, ten opzigte van haare geschiktheid ter ademhaaling: dan, 't is hier, dat de eindpaalen der Natuurkunde den Natuurkundigen doen stuiten; de beste Eudiometers, behandeld door de bedreevenste Natuurkundigen, kunnen nauwlyks de verschillendheden aanwyzen in de Dampkring-Lugt, ter ademhaaling geschikt, die het bedorvenst en het zuiverst is, als in de Stad en op 't Land; daarenboven, de Eudiometers, met Salpeter lugt, wyzen alleen het Phlogiston der Lugt aan; en die, met ontvlambaare Lugt, kunnen met dat Phlogiston alleen aanwyzen, de ontbrandbaare Lugt welke daar mede vereenigd is. Ondertusschen moet de menigte van oorzaaken, die de Lugt veranderen, verschillendheden te wege brengen, die men eens zal waarneemen. De Dampkring-Lugt houdt geen vaste Lugt in; maar dezelve wordt 'er steeds in voortgebragt: 't zou, derhalven, der moeite wel waardig weezen te weeten, of die voortbrenging altoos dezelfde, en even ontbindbaar, is in water. Een gelyk overblyfzel van Kalkwater doet de vaste Lugt kennen; doch het Kalkwater dampt uit; zou men 'er zich egter niet met voordeel van kunnen bedienen? door een ledige en schoone vles te neemen van eene gegeeven grootte, waar in men eene bepaalde hoeveelheid deedt van Kalkwater, door den Areometer bekend: naa dezelve gevuld te hebben met de Lugt, welke men wil beproeven, als dan moet men de vles sluiten, dezelve, geduurende een bepaalden tyd, schudden, en vervolgens de nedergestoote aarddeelen weegen, of anders de zwaarte nagaan, van het water door den Areometer, die aanduiden zal, hoe veel aarde 't zelve verlooren hebbe: door dit middel te voegen by twee bekende Eudiometers, zal men kunnen ontwaaren, hoe veel Phlogiston 'er in de Lugt is, en hoe veel ontbrandbaare Lugt en vaste Lugt daar in vermengd is. Dit alles, ik beken het, is zeer onvolkomen; doch zulks doer het niet geheel nutloos worden; men zou veel verder kunnen gaan met den Toest der Metaalen, de Cristalschieting der zouten, aan onderscheide Lugtgesteltenissen blootgesteld, te onderzoeken; daar,....doch ik hou hier op, dit onderwerp is eindloos voor elk die weet te zien, en men zegt nooit genoeg voor de zodanigen, die nimmer door eigen oogen zien.
(Het Vervolg en Slot hier na.) |
|