tuur kent ze niet; deeze boezemt ons in, deeze beveelt ons dezelfde genegenheid tot onzen Vader en onze Moeder. 't Is bekend, dat deeze geneigdheid, even als alle andere, meer of min kragts heeft, naarmaate ze meer of min wordt opgewekt en onderhouden, door de eigene hoedanigheden der Persoonen, die 'er ten voorwerpe van strekken. 't Is onmogelyk voor ons, te wederhouden, dat onze neigingen zich schikken naar den invloed der oorzaaken, daar op werkende. Ondertusschen moeten de Kinderen, zo wel als de Ouders, zich onthouden van alle voorkeuze: alle voorkeuze heeft iets onregtvaardigs in, en berokkent altoos jammer. Doch wy behooren dit niet te verre te trekken: dezelve kan niet misdaadig weezen, dan, wanneer wy dezelve al te zeer ter harte neemen, en in onze daaden laaten doorblinken. Hot staat ons altoos vry 't geen ons het beste toeschynt de voorkeuze te geeven.
Maar ik kan aan een diepgaand gevoel van myn hart niet weigeren den Kinderen af te eischen, niet dat zy meer erkentenis en liefde, maar dat zy tederder zorge voor hunne Moeders dan voor hunne Vaders, hebben. In die gelukkige oogenblikken, wanneer de overleggingen des harten zich vestigen op de Persoonen, die ons het meest goed gedaan hebben, om dezelve des te vuuriger te minnen, en zich in hun heil te verheugen, stel ik beiden, die de oorzaaken zyn, dat ik het daglicht aanschouw, aan myne overpeinzingen voor: en dan moet ik bekennen, dat ik eene grootere maate van tederheid gevoel voor myne Moeder, dat myne gedagten ten haaren opzigte vermenigvuldigen. Zy, zy is 't die my onder 't harte gedraagen heeft: eer ik het leevenslicht zag, veroorzaakte ik baar reeds smerte; by myne geboorte liep haar leeven gevaar. Hoe veel zorgen en smerten heeft myne eerste tedere kindschheid haar niet veroorzaakt! Haare bezorgdheid wekte haar in 't diepst van den nagt menigmaal, en kwam myne stem, in 't roepen om behoeften, voor. Elk oogenblik myns zwakken en hulpbehoevenden bestaans werkte op haar gevoelig hart; ieder gevaar, 't welk my dreigde, vermeerderde haare Liefde. Door die Liefde vervoerd, my haare liefkoozeryen toedeelende, waar voor ik niet gevoelig was, genoot zy reeds de myne, die alleen tot kentekens van myn geluk strekten. Zy heeft myn eersten lach gezien - ontvangen - dat myne laatste gedagte ook aan haar geheiligd zy.
Tegenwoordig nog vind ik, ten allen oogenblikke, haaro waakzaamheid, haare tederheid in die behoeften van het hart, welke eene Moeder alleen kan ontdekken. Te midden van de ongemakken, aan welke haare Sexe bloot staat, strekken deeze zorgen haar tot vermaak en troost. Uitgeslooten van de werkzaame tooneelen deezes leevens, en de veelvuldige vermaaken, welke zich de Man buitens huis-verzorgt; houdt zy zich bezig met beminnen, en bemint niets vuuriger dan haar