Vaderlandsche Gezangen voor de Nederlandsche Jeugd, door F. van Aken, Te Amsterdam, by J. Weege, 1786. In gr. 8vo. 98 bladz.
Het bedoelde van den Heer van Aken, by de uitgaaf deezer Gezangen, verdient allen lof: en de tyd zal leeren, of ze zyn oogmerk bereikt heeft. De Gezangen zyn, onzes achtens, niet kwaad: verheven Poezy kan men ze niet noemen, doch dit is misschien het oogmerk van den Dichter ook niet geweest, daar dezelve voor de jeugd geschikt zyn, om dezelve langs deezen weg, al speelende, min of meer iets van onze Vaderlandsche Historie in het geheugen te prenten; ter bereiking van dat oogmerk heeft de schryver wel gedaan met een korte beschryving van den Persoon of de Gebeurtenis, op welke een gezang gemaakt is, achter het zelve, benevens het jaartal, te voegen.