Schriften van Baumé, Macquer, Wiegleb, en andere, daarvan ten voorbeelde verstrekken.
De onderneeming van den Heer kasteleyn wiens werkzaame Geest nan onze Landgenooten overbekend is, verdient ten deezen opzigt reeds algemeenen dank, doordien hy op zig genoomen heeft, eene zodanige Handleiding tot de Beschouwende en Beoefenende Scheikunde in het licht te geeven. - Zy, die den waaren aart der Scheikunde kennen, en met ons overtuigd zyn, dat dezelve, als een Dochter der Natuurkunde, enkel en alleen berust op proeven en waarneemingen, en op gevolgtrekkingen onmiddelyk uit proefneeming afgeleid; - Zy, die bekend zyn, met de menigvuldige nieuwere Ontdekkingen, welken, op de kennis der Scheikunde, niet alleen een onmiddelyken invloed hebben, maer die ook werkelyk de algemeene aangenoome grondstellingen deezer Weetenschap in een geheel ander daglicht geplaatst, ja zommige derzelve geheel ondermynd hebben; - Zy, zeggen wy, die in dit alles bedreeven zyn, - zullen met ons de zwaarigheden inzien, welke zig by het vervaardigen van zulk een Handboek opdoen, en die ook onze Schryver niet overal heeft kunnen vermyden; - dog hiervan mogen de oordeelkundige en bescheide Leezers oordeelen, terwyl wy ons vergenoegen slegts den Zaakelyken Inhoud van dit Eerste Deel, dat de Beschouwende Scheikunde ten onderwerp heeft, mede te deelen.
In het eerste Hoofdstuk, geeft de Heer kasteleyn een korte schets van de Geschiedenis der Scheikunst tot op onzen tyd. - In deeze Weetenschap, gelyk in andere Weetenschappen, zyn van tyd tot tyd menigvuldige Kunstwoorden ingesloopen, en dus geeft de Schryver in het tweede Hoofdstuk eene voorloopige Verklaaring van derzelver Betekenisse; benevens eene, als van zelve daarmede gepaard gaande, algemeene Schetze der verschillende Bewerkingen. In het derde Hoofdstuk worden het weezen, de voorwerpen, het oogmerk, de nuttigheid en de Hoofdverdeeling der Scheikunst voorgedraagen. Het vierde Hoofdstuk bevat eene Beschryving der Natuurlyke Lichaamen. Het vysde handelt over de Bestaandeelen des Natuurlyken Lichaams. Het zesde over de Chemische Grondstoffen. Het zevende over de Hoofdstoffen, of Grondbeginzelen der natuurlyke Lichamen. In het agtste Hoofdstuk geeft de Schryver eene nadere Verklaaring van de Zwaarte- en Aantrekkingskracht der Lichaamen, en baant zig daardoor den weg, om zyn gedachten van de Scheikundige Oplossing, nederploffing en Kris-