Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1786

J.F. Hennert Ph. Math. & Astron. Prof, in Academia Rheno-Trajectina Commentatio de altitudinum mensuratione ope Barometri, ad questionem a Societate regia scientiarum Gottingensi, in Novembrem 1785, propositam, premio ornata. Ejusdemque Societatis permissa edita. Trajecti ad Rhenum apud A. a Paddenburg 1786. In oct. maj. f. 78. pp.

Op het voorstel van de Koninglyke Maatschappy der Weetenschappen te Gottingen ‘om uit de Wetten, naar welke de digtheid der lugt en van het kwik, door de warmte, geregeld wordt, regels af te leiden, en derzelver gegrondheid te bewyzen, die geschikt zyn, om hoogtens, door middel van den Barometer, te meeten,’ heeft de Hoogleeraar Hennert eene Verhandeling ingeleverd, aan welke de uitgeloofde Eerprys is toegekend geworden; en die Hoogleeraar, met verguuning der opgemelde Maatschappy, ten algemeenen nutte, afzonderlyk het licht doet zien. In deeze Verhandeling gaat de Hoogleeraar eerst na, 't geen men in agt heeft te neemen, omtrent de maat der warmte, en de digtheid der lugt, benevens die van 't kwik; waarop hy dan zyne wyze van berekening der hoogtens grondt. Voorts toont hy aan, wat 'er vereischt wordt tot het regtmaatige waarneemen van den Barometer. En daarop heldert hy zyne beweezen manier van berekening op, door 't bybrengen van voorbeelden, en 't vergelyken van waargenomen, met, volgens zyne manier, berekende hoogtens; 't welk de gegrondheid

[p. 543]

zyner rekenwyze grootlyks bevestigt. Wyders gaan hier nevens de vereischte Tafels, welker gebruik in 't beloop der Verhandelinge wordt aangeweezen. Men voege deeze Verhandeling by die van den thans Leidschen Hoogleeraar C.H. Damen, over het meeten van de hoogten der Bergen door middel van den Barometer, waar van wy voor eenigen tyd melding gedaan hebben.^(*)

(*) Zie Alg. Vad. Letteroef. V D. bl. 203.