Geschiedenis van Karel van Burgheim en Emilia van Rosenau, door J.M. Miller. Uit het Hoogduitsch vertaald. II Deelen; met Plaaten. Te Utrecht en Amsteldam, by G.T. van Paddenburg en M. Schalekamp 1785. In octavo, 1054 bl.
Men kan Duitschland in deeze Eeuw zeker zyne oorsprongelyke vernuften niet betwisten, en, schoon veelen nog al het een en ander, zo wel goed als kwaad, van Schryvers uit andere landen hebben overgenomen, moet men bekennen, dat hun Romanschryvers, schoon zy meest allen één spoor betreeden, zich een nieuwen weg gebaand, althans een voormaals gantsch niet algemeenen smaak in de heerschende mode gebragt hebben. 't Sentimenteele, het dweepend Sentimenteele, is de toon, waarop bykans alle de Duitsche Romans gestemd zyn, en, om door dien toon te zekerer jeugdige harten te roeren, schildert men de Waereld zo zwart en aakelig, dat elk bezadigd mensch, naa de Leezing dier Romans, moet getuigen; dat de Schryvers van zulke sombere Stukken, vooral daar zy den Godsdienst altoos ten sterksten in het spel brengen, der goede Voorzienigheid te kort doen, die ons, in het algemeen, meer langs roozen paden, na den tempel des eeuwigen geluks opleidt, dan ons barrevoets op scherppuntige doornen doet voortwandelen. Was de Waereld, waren de Deugd, en oprechte Liefde meestal zo ongelukkig, als de gemelde Schryvers haar afschilderen, 't zou de grootste kragt van Geest vereischen om God als een goedertieren en weldaadig Wezen te beschouwen: en welk denkbeeld is nuttiger en tevens tronstryker? Of de Duitschers de goede Zeden door dat soort van Romans meenen voort le planten, weeten wy niet, maar de Schryver van den Roman, die thans voor ons ligt, schynt ons alleszins toe, een Man van goede Godsdienstige begrippen, en een Vriend der Deugd te zyn; meermaalen heeft men reeds van hem een Proeve in onze moedertaal het licht waardig gekeurd; doch deeze proeve is zo somber, zo donker, dat, onaangezien de goede oogmerken van den schryver, en het genoeglyk einde, dat mogelyk de deugd zal bekroonen, het boven aangemerkte op dezelve toepasselyk zy. De wyze, waarop anderszins deeze Roman geschreeven is, verdient goedkeuring, alléén is hy niet vry te spreeken van
langwyligheid.