Inleiding in de Fabelkunde der oude Grieken en Romeinen, door Christiaan Tobias Sam, Rector van het Koninglyk Gymnasium te Berlin. Naar den vyfden druk, uit het Hoogduitsch vertaald. Te Leyden, by W.H. Gryp, 1786. Behalven de Voorreden en 't Register, 348 bladz. In ottavo.
Dat de leergierige Jeugd, in het leeren der Grieksche en Latynsche taalen, niet alleen een regelmatig denkbeeld van die taalen zelfs met alle mogelyke kortheid moet ingeprent
worden, maar ook, dat dezelve in 't byzonder, met opzicht tot de aardryksbeschryvinge, oudheden, tydrekeninge, geschiedenissen, enz. zeer veele aoch duidelyke ophelderingen nodig heeft, indien dezelve met eenig voordeel de Schryvers, hen in handen gegeeven, gebruiken zal, is reeds meermaalen, met recht en naar waarheid, aangewezen. Dan het is ook niet minder waar, gelyk men in de Voorreden van dit werkje wel heeft aangemerkt, dat de Fabelkunde voor de Jeugd, die een gan smaak in Poëzy heeft, onontbeerlyk is, vooral, wanneer dezelve begeerig is, om de Dicht- en Tooneelstukken der Grieksche en Romeinsche Schryvers, ter opseberping van hunne genie en smaak, te leezen en te bestudeeren. Uit dien hoofde heeft de Berlynsche Rector Dam, de eerstbeginnenden, in deeze soort van Geschiedkunde, deeze beknopte Inleiding aangeboden, opdat zy de zogenaamde Godheden, en de meest voorkomende Helden - Geschiedenissen, zich eigen kunnen maaken, maar tevens ook om him aanleiding te geeven, om het geen onder zodanige beelden en omstandigheden ingewikkeld ligt, te ontwikkelen, en de denkwyze der oudheid een weinig nader te leeren kennen. In 't byzonder heeft hy zich toegelegd op de oudste Fabelkunde, dat is, de verdichtselen en verhaalen die in de Schriften van Homerus voorkomen, om dat dezelven niet alleen met veel oordeel verdicht is, en haare onontbeerlyke en veelvuldige nuttigheid heeft, by alle werken van kunst, die met verdichtsels iets te doen hebben, maar voornamelyk, omdat zy de cerstbeginnenden tot eene aanleiding kan strekken, hoe zy vervolgens de Schriften van Homerus in denzelfden zin leezen kunnen, in welken hy die geschreeven heeft. Tot dit oogmerk kan dit werkje, 't welk doorgaans in een aangenaamen en voor de Jeugd bevatbaaren trant geschreeven is, wel aangepreezen worden, om door de Lettergierige en Dichtminnende Jeugd op dc Latynsche Schoolen gebruikt te worden.