Joachimi Forth Ringelbergh, Desiderii Erasmi, M.A. Mureti, G.J. Vossii, et C. Barlaei Commentationes de Ratione Studii. Accessit Elogium Tiberii Hemsterhusii, auctore Viro celeberrimo Davide Ruhnkenio. Praemissa denique est Praefatio J.L. Moshemii ad Lexicon Noltenianum. Harderovici Gelrorum apud J. van Kasteel, 1786. Absque praecedd. 216 pp. in octavo. f. maj.
In deezen Bundel heeft de Hoogleeräar Schcidius by een verzameld, etlyke Stukken, waar van de oefengraage Jeugd, die zig der Weetenschappen toewydt, met zeer veel vrugts gebruik kan maaken; en welken tevens van een uitneemenden dienst kunnen zyn, voor de zulken die 't 'er op toeleggen, om door den tyd, in deeze en geene Weetenschappen, openbaare Leeraars te worden, om der Jeugd tot nutte Leidslieden, in 't beoefenen der Geleerdheid, te verstrekken. Alle de hier saamgebragte schriften, naamlyk, behelzen leerzaame onderrigtingen, wegens het geen men zo in 't onderwyzen al in 't aanleeren der geleerde Weetenschappen, in agt hebbe te neemen, ten einde daar in, op een geregelden voet, voort te gaan; en zig in alles op zodanig eene wyze te gedraagen, dat men zig, op een goeden grond, kunne vleien, met een gewenschten uitslag zyner poogingen, ter bevorderinge van waare en bondige Geleerdheid. Men mag des deeze Verzameling allen dezulken, dit 't 'er op toeleggen, om, niet slegts met een uiterlyken schyn van Geleerdheid te pronken, maar inderdaad welgegronde Geleerden te worden, de herhaalde overdenking deezer schriften met het hoogste regt aanpryzen, en de Hoogleeraar Scheidius verdient veeler dank, met deeze Stukken, dus op nieuw, ter drukperse te leveren, en byeen verzameld gemeen te maaken, ten einde daardoor de leerzugt op te wakkeren, en aan de vereischte beoefening der Geleerdheid de behulpzaame hand te bieden.
Het oudste Stuk deezer Verzamelinge is het beroemde Geschrift, van j.f. ringelbergius, vereenigd met dat van zynen gemeenzaamen Vriend d. erasmus, de ratione studendt. De geleerde th. erpenius, erkennende dat hy zyne vorderingen in de Geleerdheid grootlyks aan dit Geschrift van Ringelberg verschuldlgd was, had dit dus met dat van Erasmus vereenigd, daar het ten zynen tyde reeds geworden was, in 't jaar 1622 op nieuw ter druk-