Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1786
(1786)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijEenige Zeeuwsche Oudheden, uit echte Stukken opgehelderd en in het licht gebragt. Zesde Stukje. Te Middelburg, by W. Abrahams, 1784. In gr. octavo.Van het oogmerk en de nuttige uitvoering deezer Verzamelinge hebben wy, by de uitgave der vyf eerste Stukjes, gewag gemaaktGa naar voetnoot(*); nu ons het zesde Stukje ter hand gekomen is, zien we dat dezelve agtervolgd wordt, en dat men nog meer van dien aart te verwagten heeft; het welk den onderzoekeren onzer Vaderlandsche Oudheden niet anders dan aangenaam kan weezen. In het Voorberigt tragt men de bezitters van oude bescheiden en aantekeningen aan te moedigen, om dezelven mede te deelen, door het dankbaar vermelden van het gulhartige vertrouwen van den Heer Mr. Jacob van Citters, en den behulp- | |
[pagina 78]
| |
zaamen arbeid van den Heer Verhege van Citters, met betrekkinge tot het geene in dit Stukje vervat is. Ook vleit men ons met de hoop dat 'er, uit de aanzienlyke verzameling van Stukken, raakende Zealand, onder laatstgemelden Heer berustende, vervolgens nog wel het een en 't ander te voorschyn zal komen dat ter ophelderinge der Zeeuwsche Oudheden kan dienen; het welk een des te gunstiger vooruitzigt op des Auteurs verderen arbeid verleent. Het Stukje, dat wy thans in handen hebben, behelst eene beschryving van het Slot en Ridder Hofftad Popkensburg, benevens de Heerlykheid Sint Laurens in Walcheren. - Het Slot zelve, dat van zeer oude herkomst is, en althans in den jaare 1290 reeds aanweezig was, wordt hier in de eerste plaatze beschreeven, met nevensgaande aanmerkingen over deszelfs instandhouding, en een kort berigt van deszelfs tegenwoordigen staat. By de daarop volgende melding der Eigenaars blykt het, dat deeze Ridder-Hofstad, uit het geslacht van Poppekinsborg, overgegaan is in het Huis van van Borssele van Brigdamme; en vervolgens, na herhaalde verkooping, de eigendom werd van den Heer Mr. Jacob van Citters. De Voorregten en Vryheden, benevens de Agterleenen, mitsgaders dc uitgestrektheid gronds tot dit Huis behoorende, en 't geen daaromtrent verder in opmerking komt, wordt voorts afgehandeld, en hier op geeft de Schryver, in de tweede plaats, een nader berigt van het Dorp en de Heerlykheid van Sint Laurens, in welke Heerlykheid het opgemelde Slot gelegen is. Deeze Ambachtsheerlykheid, liggende genoegzaam in 't midden van Walcheren, te vooren onder den naam van Popkensburg bekend, heeft den naam van Sint Laurens verkreegen, by gelegenheid van 't stichten eener Kerke aldaar, (naastdenkelyk door Heer Claes van Borssele in 't jaar 1353,) aan Sint Laurens toegewyd; blyvende den naam van Popkensburg alleen aan 't Slot gehegt. Dir heeft, gelyk onze Schryver opmerkt, waarschynlyk voorts te weer stand gehouden, om dat het Slot en deeze Heerlykheid vervolgens, voor eenigen tyd, ieder byzondere Eigenaars hadden: doch in laatere dagen zyn ze weder, gelyk alvoorens, onder één Heer en bestuut gebragt, en dus den opgemelden Heere Citters in eigendom geworden. Met de beschryvinge deezer Heerlykheid geeft men ons hier een verslag vaa het voorgevallene deswegens, en verder een | |
[pagina 79]
| |
berigt van den toestand der Kerke in deeze Heerlykheid, tot op derzelver verwoesting in die dagen, toen men de meeste Kerken van Walchers platte Land sloopte, en de Roomsche Leer tot in leevenlooze dingen vervolgde. Voorts meldt ons de Autheur de Kerklyke schikking, met de prediking der Hervormde Leere, alhier ingevoerd; by welke gelegenheid ook, in den jaare 1644, eene Kerk in deeze Heerlykheid gebouwd werd, welke tevens voor de Gemeente van het nabuurige Brigdamme diende, welker inwoonders in het Kerklyke aan het Kerkdorp Sint Laurens onderhoorig zyn. De voornaamste byzonderheden, daartoe betrekkelyk bygebragt zynde, wordt deeze beschryving beslooten met een berigt van de Magistraat en het Regtsgebied aldaar, mitsgaders van de Heerlyke Regten des Ambachtsheeren, en het Wapen deezer Heerlykheid: waar by dan ten laatste nog eenige Bylagen, met een Aanhangzel gevoegd zyn, strekkende ter bevestiginge of nadere ophelderinge van eenigen der aangevoerde byzonderheden. |
|