Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1786

Fanny Belton, of de Geschiedenis eener ongelukkige Juffer: gevolgd naar het Engelsch. IIde Deel. Te Amsterdam, by J. Weppelman, in 8vo. 253 bl.

Deeze kleine en onderhoudende Roman, van welken wy by de uitgaaf van deszelfs eerste Deel met genoegen spraken^(†) blyst den gegeeven lof volkomen waardig. Kortlyk is het

(†) Zie Alg. Vad. Letteroef. VII. D. bl. 407.

[p. 48]

volgende het beloop der geschiedenis, welke met dit Deel eindigt.

Fanny dan uit het huis haarer Tante verstooten en van haar geld beroofd zynde, komt te Londen, doch bevindt, dat de Dame, aan welke zy geaddresseerd was, reeds lang gestorven is; dit brengt haar in groote verlegenheid, waaruit zy egter natuurlyk en gelukkig gered wordt. - Zy onthoudt zich eenigen tyd als Gezelschaps juffer, by Juffrouw Barlow, naa welker dood zy ten huize van Mevrouw Welwood komt, eene Dame ten uitersten van haaren Letterkundigen smaak; hier vertoeft zy eenen geruimen tyd, doch, ot haar ongeluk, maakt zy, over een van de Dichtstukken dier Mevrouw; eenige niet zeer gunstige aanmerkingen, en hierdoor vervalt zy eensklaps uit derzelver gunst. Die stelt haar tot een prooi der Behoefte. Zy ontkomt de strikken, die haar deugd door een eerloozen Lord gespannen worden, op eene moedige wyze, en wordt (schoon dit gevallig genoeg inkomt, om de waarschynlykheid te houden) door eenen bloedverwant van Juffrouw Barlow, op eene zeer edelmoedige wyze, met penningen bygestaan, door middel van zeker getrokken Lot. Hierop volgt haar Huwlyk met eenen onbekenden Geleerden, den Heer Benson; doch naa deeze Verbintenis ontvangt zy van Graaf Charles, die tegen zyn dank getrouwd geweest was, eenen brief met eene volslagen liefdesverklaaring. Dit maakt haaren toestand vry ongelukkig, doch haare rampen neemen merkelyk toe door het ondeugend Character van Benson, die, haar schelmagtig bedroogen hebbende, haar vermogen geheel uitput, en door zyn schandelyk buitenspoorig leeven haar deugd geduurig op de sterkste proef brengt. Naa zeer veele rampspoeden, naa het verlies van haar Dochtertje, de vrugt van haar ongelukkig Huwlyk, sterft zy in eene gevangenis, die, door de schulden van haaren Man, haar verblyf geworden was.

Het beloop van deezen Roman is zeer natuurlyk, en de Schryver, die zich ten oogmerk schynt gesteld te hebben om de eigenlyke bestemming der Vrouwlyke Bekwaamheden, en derzelver behoorlyke aanleg aan te toonen, als mede het gevaar van een onbezonnen Huwelyk, heeft, onzes achtens, zyn doelwit getroffen. Fanny Belton is voor alle Meisjes, die meêr met de pen dan de naald ophebben, en den welspreekenden Minnaar een gereeden toegang verleenen, een waarschuwend voorbeeld.