Gesprekken en Overdenkingen over het Lyden en Sterven van onzen Heere J. Christus, door W.L. Krieger, Predikant te Zwolle. Eerste en tweede Stukje. Te Amsterdam, by J. Wessing Willemsz. 1785. Behalven de Voorrede, 554 bladz. in gr. octavo.
In deze Gesprekken en Overdenkingen bedoelt de Eerwaerde Krieger niet, ene gezette letterkundige ontvouwing van de Lydens-geschiedenis te geven; met aenmerkingen van die natuur houd hy zich niet breeder op, dan volstrekt noodig is, ten rechten verstande van een of ander byzonder gedeelte der geschiedenisse. Zyn voornaemlyk beoogde is stichtelyke overdenkingen nopens dit onderwerp mede te deelen; en den Lezer op te leiden tot Godvruchtige bespiegelingen by de overweging van 't zelve. Hiertoe heeft zyn Eerwaerde, naer zyne denkwyze, alles zeer wel ingericht, en ernstig uitgevoerd; des 'er een opwekkelyk gebruik van gemaekt kunne worden. Het Geschrift is, eenstemmig met den titel, op tweeërleie wyze uitgevoerd, bestaende deels uit gesprekken, deels uit overdenkingen.
By den aenvang ontmoeten wy twee achtereenvolgende Gesprekken, die ten onderwerp hebben den waren aert van 's Heillands borgtochtlyk lyden; waerover de Eerwaerde Krieger, zo als hy zich uitdrukt, indezervoege denkt. ‘Ik begrijp al het lijden van Jesus, zo wel als zijn dood, als tot zijn plaats, vervangende borgbetaaling te behooren, waardoor de straf volgens Gods vonnis, voor alle zonden van Gods keurvolk gedraagen, en dus aan den eisch der straffende gerechtigheid van God volkomen is genoeg gedaan. Ik erken ook wel degelijk, dat men uit de bijzondere lijdens des Heilands de tegenoverstelling van misdaad en straffe, volgens het vonnis van den Opperrechter, moet zoeken te ontdekken. Maar ik meene met even zo veel duidelijkheid te zien, dat men met geen grond aan het eene gedeelte van dit lijden het betaalen voor deze, en aan een ander deel wederom het voldoen voor eene andere zonde kan toeeigenen.’ - Het hier aen volgende Gesprek gaet over de wyze, op welke wy, by het beschouwen der lydensgeschiedenisse, behooren te verkeeren. En het vierde Gesprek vervat een beknopt voorstel, van 't geschakeld verhael der Euangelisten, aengaende het laetste lyden