De gelukkige bedaardheid.
Eene waare Geschiedenis.
Uit het Engelsch.
De Heer goldney heeft, niet verre van Wallingfort, een Buiten, en op de zelve eene Menagerie, waarin, onder andere wilde Dieren, een jongen Tyger, hem uit de Westindien ten geschenke gezonden. Deeze Menagerie is aan 't einde der Lustplaatse gelegen, de Kinderen gaan dagelyks, onder het toevoorzigt eener Gouvernante, daar heen een lugtje scheppen; doch een kleine jongen, van omtrent vyf jaaren, in een oogenblik van onoplettenheid, haar waakzaam oog ontsloopen, baarde haar de grootste ongerustheid. Zyne Broers en Zusjes hadden hem niet zien weg gaan: eindelyk ontdekt zy den kleinen knaap op de knien liggen, voor het hok des Tygers; hebbende een zyner kleine handjes door de traliën gestooken: de jonge Tyger, die anders voor zeer wreed bekend stond, lekte dit handje even als een jonge Hond, en scheen zeer in zyn schik. - Men kan ligt bevroeden welk een doodlyke schrik de Gouvernante aangreep; aan den eenen kant was het gevaarlyk het Kind weg te rukken; aan den anderen kant, 't zelve langer in dien stand te laaten verblyven. Welk van deeze beide schroomlyke uitersten te kiezen? Zy werd te raade, op de zagtsmooglyke wyze, het Kind te bedulden dat het zelve de hand langzaam zou weghaalen: het deedt zulks, zonder den Tyger te verstooren, die anders veelligt het armpje zou afgebeeten bebben, indien iemand ter reddinge ware toegeschooten.
In twee voorige Stukjes van dit Deel zyn eenige Fouten ingenoopen, die dus te verbeteren zyn:
Bladz. |
36 |
reg. |
24 |
staat |
mogelyk |
lees |
moeilyk. |
Bladz. |
80 |
reg. |
20 |
staat |
zyn zig |
lees |
zyn |
Bladz. |
80 |
reg. |
33 |
staat |
twyffel niet, |
lees |
twyffel, |
Bladz. |
82 |
reg. |
6 |
staat |
hunner |
lees |
hunnen |
Bladz. |
85 |
reg. |
29 |
staat |
niet |
lees |
nog |
Bladz. |
86 |
reg. |
9 |
staat |
Sherathon |
lees |
Marathon. |
Bladz. |
86 |
reg. |
17 |
staat |
Die |
lees |
Drie |