Proeve van Poëtische Mengelstoffen, door het Dichtlievend Kunstgenootschap, onder de Spreuk: Kunstliefde spaart geen vlyt. Xde Deel, 2de Stuk. Te Leyden, by C. van Hoogeveen Junior en P. van der Elk en D. Vygh, 1785. Buiten 't Voorwerk, 111 bladz. in gr 8vo.
Met de afgift van dit Stuk wordt het Xde Deel van dit Werk compleet; dit Stuk behelst, beantwoordende aan de voorige Deelen, die het licht zien, een aantal Mengeldichten, en eenige Prysvaarzen op de Opwekking van Lazarus. Uit de Mengelstoffen vertrouwen wy, dat het Stuk de Nacht geen onaangenaame Proeve voor onzen Leezer zal uitmaaken, en dat wy geen der minste Stukken uit den bundel gekoozen hebben.
't Is nacht! - mijn ziel, bevrijd van rusteloos gewemel
Der woelige aard, herleeft in dit gezegend oord,
't Is nacht! - de heldre maan drijft langs een zuivren hemel
In stillen luister voort. -
Het aardrijk schept weêr aâm; een zagte daauw zijgt neder:
Het labbrig koeltje speelt in 't bruine dennenwoud:
't Aamechtig Vischje vindt de stille schuilplaats weder
Daar 't zich des nachts onthoudt.