arbeid in dezen, door 't byvoegen van ene soort van onder-vragen, zonder antwoorden, by de beantwoorde Vragen van dit Leergeschrift. De Heer Pannebakker bezeft op goeden grond, dat het niet genoeg zy, dat de Leerling de voorgestelde Vragen en Antwoorden van buiten leere, het dus op geheugen-werk late aenkomen en daerby beruste; maer dat 'er, ter wezenlyke kennisse van het voorgestelde, meerder oefening vereischt word. Ter bevorderinge hiervan doet hy het behandelde in ondergeschikte Vragen telkens nader opmerken, en 't is de zaek van den Leerling zich door oefening bekwaem te maken om deze Vragen te kunnen beantwoorden, en zo te toonen, dat hy het behandelde onderwerp verstaet. Men heeft al voor jaren de nuttigheid van zodanig een onderwys gadegeslagen, en daer uit zyn de bekende onbeantwoorde Vragen van den Hoogleeraer Voetius over den Catechismus, al in den jare 1640 en vervolgens meermaels door de drukpers gemeen gemaekt, ontstaen; en de ondervinding heeft geleerd, dat hetzelve, wel aengewend zynde, een zeer geschikt middel is, ter bevorderinge van ene geregelde kennis der Godsdienstige Leerstelzels. De groote zaek is maer, dat de Vragen behoorlyk ingericht worden, zo met betrekking tot het onderwerp, als tot de vatbaerheid der Leerlingen: en dit heeft de Heer Pannebakker meerendeels zeer wel in agt genomen. Zyne Vragen doorloopen het voornaemste dat tot het onderwerp betrekking heeft, en zyn enigermate onderscheiden naer de verschillende vatbaerheid, waerom ook die voor de meer gevorderden met een ( en de zwaerste Vragen met een [ getekend zyn. Men zie, tot een voorbeeld hier van, het volgende, betreffende het vereischte in een goed werk, dat het geschiede tot Gods Eer. Na ene voorafgaende vraeg over dit vereischte, en den zin der spreekwyze van iets te doen tot Gods Eer, komt de vraeg uit het Voorbeeld der Godlyke Waerheden
‘Vr. Is 'er bewys dat de goede werken moeten geschieden tot Gods Eere?
Antw. Ja: 1 Cor. 10:31. Het zy dan dat gylieden eet, 't zy dat gy drinkt, het zy dat gy iet [anders] doed, doed het al ter eeren Gods.’
Hierby komen dan de volgende Vragen.
‘1. | Hoe eet en drinkt men tot eere van God? |