Henricus en Laura. Te Leyden by P. Pluyghers, 1784. Behalven het Voorbericht 99 bladz. in gr. octavo.
Zo men op het Voorberigt staat mag maaken is dit Stukje opgesteld, door iemand, die naauwlyks den ouderdom van veertien jaaren bereikt heeft; men wordt verzogt die jonge jaaren met een bescheiden oordeel in agt te neemen. Wy hebben dit in het doorbladeren gade geslaagen, en zien dus gereedlyk over het hoofd de onvoorzigtigheid der twee Gelieven, die, zonder eenige kennis van elkanders weezenlyken toestand, buiten een wederzydsch verhaal van hun treurig lot, eene tedere Liefdeverbintenis aangaan. Voor 't overige is het Stukje aandoenlyk uitgevoerd; zelfs zyn de tedere aandoeningen en hartlyke minneklagten, zo van Henricus als van Laura, beter getroffen, dan we van iemand van die jaaren verwagt zouden hebben. - Maar wy kunnen niet nalaaten ons te verwonderen, dat iemand zo vroeg zig zulk eene gezette oefening van Romans eigen gemaakt heeft; de vroege jeugd is waarlyk beter te besteeden. Heeft men hier, zo anders het bovengemelde waarheid zy, voor geen jammerlyk gebrek in de Opvoeding te vreezen!