| |
Geneeskundige Electriciteit, door W. van Barneveld. Lid van het Provinciaal Genootschap te Utrecht, der Maatschappy van den Landbouw, en Apotheker te Amsterdam. Te Amsterdam, by J.B. Elwe en D.M. Langeveld. Behalven het Voorwerk en Bladw. 387 bl. in gr. 8vo.
In dit Boekdeel, deelt ons de Heer barneveld een aantal Waarneemingen mede, omtrent de werking der Electriciteit op het Menschelyke Ligchaam, die voor den Geneesheer en Natuuronderzoeker, beide, van zeer veel aanbelang zyn. ----- Wy zullen dan onzen Leezer met de onderwerpen daerin voorkoomende wat nader bekend
| |
| |
maaken, en den zaaklyken Inhoud daarvan kortelyk mededeelen.
Het Boek zelve is in Twee Deelen gesplitst, waarvan het eerste wederom in de volgende Hoofdstukken. In het Eerste Hoofdstuk geeft de Schryver eene verklaaring van den noodigen Toestel om Geneeskundig te Electriseeren. Het tweede Hoofdstuk bevat een onderwys, om eene Electrizeermachine, en den noodigen Toestel, tot Geneeskundige Proeven, wel te gebruiken. In het Derde Hoofdstuk beschouwt de Heer v. Barneveld de uitwerking der Electriciteit op het dierlyke Lichaam. ----- Schoon dit stuk zeer moeielyk is, om te verklaaren, zo gelooven wy tog, dat men, hoewel op een bepaalden afstand, met meerder zekerheid daarover kan oordeelen, dan over de werking der meeste Geneesmiddelen. Ten minste de meer gevorderde kennis omtrent de werking van het Principium vitale, en deszelfs analogie met de werking der Electrike vloeistof, hebben aan dit onderwerp veel licht bygezet. ----- Dog wy wyzen onzen Leezer omtrent dit stuk tot de Verhandeling van onzen Schryver, die zeer veel leezenswaardig daarover bygebragt heeft. ----- Omtrent de wyze op welke de Electriciteit naa den verschillenden aart der ziekte, en den toestand des Lyders, deelt de Schryver zeer nuttige Voorschriften mede. - Gaarne, zegt hy, had ik deeze voorschriften willen bekrachtigen, met het gezag van groote Mannen, die lang voor my geëlectriseerd hebben. Dan ik heb even min daarvan kunnen ontdekken, als dat ik getracht heb te vinden, hoe en op welke eene wyze zy hunne Lyders, die geneezen werden, electriseerden. - Onze Schryver schynt dan met het voortreflyk Werk van den Heer cavallo, nog met dat van Mr. nairne, over de Geneeskundige Electriciteit, bekend geweest te zyn.
In het Tweede Deel komen de Proeven en Waerneeminge zelve voor, die de Schryver zeer naauwkeurig en omstandig mededeelt. - Daar het Geneeskundig nut der Electriciteit, alleen, door Proeven en Waerneemingen moet beslist worden, en deeze meer afdoen dan alle vruchtlooze redeneeringen, over de Modus agendi; zo oordeelen wy dit Tweede Deel ook als het gewigtigste, waardoor de Schryver de Geneeskundige Electriciteit verrykt heeft. ----- De opregtheid, waarmede de uitslag der Proeve word medegedeeld, verdient den billyksten lof. ----- Van de zes-en veertig, welke de Heer v. Barneveld geëlectriseerd heeft,
| |
| |
zyn 'er twintig volkomen, en elf gedeeltelyk, geneezen, tien hebben niet kunnen geneezen worden, en de overige vyf zyn weggebleeven.
Wy, voor ons, hebben dit Boek met veel genoegen geleezen, en hoopen dat de Schryver, wiens werkzaamen aart ons bekend is, dit onderwerp verder zal voortzetten, en zyne nadere Waarneemingen daaromtrent opgeeven. - Een enkele Proefneeming zullen wy, onzen Leezeren, uit dit werk nog mededeelen.
‘Harmina grobbé, een jonge Dochter van omtrent 20 jaaren, kreeg, voor 5 a 6 jaaren, in den Winter, een lammen Arm, die zig van de helft des Opperarms tot aan de uiteindens der Vingeren uitstrekte, en welker lamheid door de Vorst veroorzaakt was; de verlamde deelen waren niet alleen beweegeloos, maar ook tevens gevoelloos, zo dat haar arm, om zo te spreeken, levendig dood was; levendig wegens de circulatie van het bloed, alzo de polsslagader even als in den anderen arm sloeg, en de natuurlyke warmte geëvenredigd was aan de andere; dood, om dat zy zig kon branden zonder gevoel, en nogthans een brandblaar ten voorschyn kwam, en op zyn tyd weder genas; alsmede, om dat zy zig kon snyden dat het bloed volgde, terwyl zy niets gevoelde: ik kneep en drukte haar aan dien arm en vingeren, stak haar op verscheidene plaatzen met een speld, zo dat het bloed uit het vleesch kwam, zonder dat zy eenige pyn of prik gewaar werd.
Dit, gevoegd by een vyfjaarigen tyd, dat zy reeds in dien staat was geweest, deedt my vreezen voor haare herstelling: ik durfde zo veel van de electriciteit niet hoopen; maar de uitkomst ging myne verwachting te boven, tot myne en haare rechtmaatige blydschap.
Ik vooronderstelde dat haare geneezing, zo zy die door de electriciteit verkreeg, langzaam zoude gaan, en dat wy met geen kleine hoeveelheid electrike stof toetedienen, konden bestaan; daarom nam ik terstond een flesch van 24 duim bekleed glas, om haar schokken toeredienen, stellende den electrometer ¼ duims afftand van den eersten conductor der electriseer-machine: het was op den 4 August. 1780, dat ik dit, voor 't eerst, met 100 schokken begon; op den zelfden dag nog eens, en voords op de volgende dagen, tweemaal, te weeten, 's morgens en 's avonds herhaalende, in dier voegen, en met dien voorspoed, als straks zal blyken: ik stelde de vier eerste dagen den electrometer een
| |
| |
derde duims, en de twee volgenden twee derde duims, van den eersten conductor van het werktuig; vermeerderende dagelyks de schokken, zo dat ik door deezen arm, ten einde van den zesden dag, zynde de twaalfde electriseering, reeds tusschen de 300 á 400 schokken liet doorgaan; stellende een koperen knop, die ik, geïsoleerd door een glazen pyp, vasthield, en met ééne der beide zyden van de flesch vereenigd had, op de vingeren, en een anderen soortgelyken aan den opperarm, ter plaatze daar de lammigheid en gevoelloosheid begon, somtyds de geïsoleerde knoppen verwisselende, om daardoor den stroom van den electriken schok te veranderen.
Wanneer ik binnen den omtrek der verlamminge bleef, gevoelde zy even min van de schokken, als een metaale conductor daarvan gevoelt, wanneer de schok 'er doorgeleid wordt; maar zo dra ik iets hooger kwam, gevoelde zy het duidelyk, doch niet verder dan zig het leven in den arm uitstrekte: nieuwsgierig om te beproeven, hoe ver de zenuwen gevoelloos zouden kunnen worden, ten opzichte van de electriciteit, of liever, hoe veel electriciteit 'er noodig ware, om in een verlamd gevoelloos lichaam leven te bespeuren, schokte ik dat gevoellooze deel met een flesch van 45 duim bekleed glas, en één duim afstands van den electrometer, dan zy gevoelde niets: ik klom langzaam op, met herhaaling van schokken, tot een flesch van 150 duimen bekleed glas, eer zy iets gevoelde: dit gevoel was zeer diep in den arm gelegen, en ik geloof liever, dat het zig alleenlyk, in een nog niet volstrekt gevoelloos zenuwtje ontdekte, dan dat ik zoude durven vooronderstellen, dat wy, in de toen nog levenlooze zenuwen, eenig gevoel bragten: indien iemand dit zoude willen tegenspreeken, zoude ik vraagen; waarom gevoelde zy het alleen in de diepte, en niet in de uitwendigere deelen, waardoor de electrike schok hoofdzaakelyk doorging? want dit is zeker, dat de electrike stof altoos den kortsten weg neemt, naar de plaats zyner bestemming, dat is, de plaats des evenwigts; derhalven zal de stof meer door de oppervlakkige, dan door de inwendige deelen van het lichaam, dat tot een geleider gebruikt wordt, heen gaan, om de electrike stof van den binnen- naar den buitenkant der flesch te brengen.
Dat nu de schok ook in de diepte gevoeld werd, hangt af van de grootte der flesch, die, meer stofs bevattende, altoos van den geleider meer plaats inneemt, en derhalven,
| |
| |
nu dieper gaande dan alle de voorige schokken, die diep liggende en nog levende zenuwen kon treffen, en daarom, hoewel weinig, nogthans gevoeld werd: een flesch van 206 duimen bekleed glas, bragt het zelfde gevoel voord: zy kreeg niet, gelyk meesttyds andere lyders, roode of bonte vlekken, op de armen of handen, van de schokken: het weinige effect dat zy tot nog toe van de electriciteit had, schoon sterk geappliceerd, bragt ons niet te rug van onze onderneeming, aangezien zy moeds, en ik gedulds genoeg bezat, om het werk voordtezetten.
Ik vermeerderde het getal der schokken, tot 1000 daags, en nam een flesch van 36 duimen bekleed glas, stellende den electrometer één duim van den conductor: toen ik haar nu in 't geheel agttien maal geëlectriseerd had, begon zy in haar' opperarm, iets laager dan de gewoonlyke afscheiding, tusschen het levendige en doode, gevoeliger te worden, zo wel van boven op den arm, als aan den binnenkant, het welk zig van dag tot dag, van boven af, langzaam naar beneden uitstrekte, en door my onderzocht werd, met het prikken van een speld, die ik op een' afstand van een lyn van een duim, in het vleesch kon steeken, of zy het alsdan niet gevoelde, na dat die hooger of laager door my gestoken werd.
Te gelyk dat het gevoel in de zenuwtjes van de huid wederkeerde, begonnen ook de dieper gelegene zenuwen te herleeven, en zy gevoelde nu altoos den schok, zo verre het leven wedergekeerd was, het welk, na de veertigste electriseering, volkomen gebeurde: sterk begen haar gantsche arm, nu onder de electriseering te zweeten, en die somtyds zo nat werd als of hy uit het water gehaald was, zo dat de droppelen van haare hand en vingeren afdroopen; waarom ik haar ried, een roode baaije handschoen te vervaardigen, en die aantetrekken, als zy uit myn huis ging, om te beletten dat deeze uitwaaseming niet verhinderd, maar integendeel bevorderd werd; te meer, om dat zy my gezegd had, dat deeze ongestelde arm, altoos, zeer vatbaar en aandoenlyk voor de koude geweest was.
De pink en de duim waren de eersten die levendig werden, en zig langzaam konden beweegen; voords de volgende vingeren, doch de middenste vinger het laatst, het zy dat ik die minder electriseerde, of dat 'er andere redenen voor waren: een plaats zo groot als een ducaton, boven op de hand by den pols, terwyl zy lam was, ge- | |
| |
brand en weder geneezen zynde, keerde het laatst van alle deelen tot het gevoel weder.
Tot dus verre gevorderd, was zy nog niet in staat om iets te verrichten, en het scheen, dat ik, met op deeze wyze voordtevaaren, ook niets meer vorderde: ik nam derhalven een groote leidsche flesch, houdende 102 duimen bekleed glas, stelde den electrometer een halve duim van den eersten conductor des electriken werktuigs, en gaf haar 's morgens en 's avonds, telkens 100 à 150 schokken; dit was van dit gewenscht gevolg, dat zy, na verloop van 5 à 6 dagen, iets met haare vingeren kon aanvatten, en vry meer gevoel, als ook beweeging, in hand, arm en vingeren kreeg.
Dit deed my besluiten, om de electriciteit nog meer te versterken; ik stelde den electrometer nu voortaan één duim van den eersten conductor, met dezelfde flesch, en na eenige dagen nam ik een flesch aan, van 136 vierkante duimen bekleed glas, door welk een en ander ik zeer aanmerkelyke vordering bespeurde, en zy in staat gesteld werd om reeds het een en ander te kunnen verrichten: by voorbeeld, een kopje met vocht overtegieten en aan den mond te brengen; een anderen den hoed van het hoofd te neemen; voords de muts en boezelaarshand vasttebinden: dan door deeze zwaare schokken werd zy zeer vreesachtig, om zig te laaten electriseeren, gemerkt door het wederkomen van het gevoel, die harde behandeling, haar dagelyks meer pyns veroorzaakte; daarby kwam nog een kleine opening, zekerlyk ontstaan door een blaar, die aan den binnenkant des arms, op de Biceps, door de electriciteit veroorzaakt, en voords doorgebroken, van wegen de schuuring van het linnengoed, aanmerkelyk grooter geworden was, en vervolgends met een digestief verbonden werd: waardoor ik op deeze plaats den geïsoleerden knop niet meer dorst plaatsen; en alzo ik op andere plaatsen, door die hevige schokken, meer blaartjes gewaar werd, keerde ik weder tot zachtere behandeling, neemende een flesch van 40 duimen bekleed glas, en drie vierde duims afstands des electrometers; telkens als ik haar electriseerde 700 à 800 schokken, en dus somtyds 1600 op één dag geevende, voegende daarby, een linimentum, uit ung. nervin. ol: cajapoet. en spir. sal. armoniac. met wynsteen-zout bereid, om zachtjes mede te smeeren, ten einde daardoor de geneezing meerder te bevorderen.
| |
| |
Naar maate zy nu meer herstelde, begon zy ook meer te verrichten, en de huishouding waarteneemen, waarom ik haar voords maar ééns daags electriseerde, tot dat ik haar, op den 29 September, en dus in ruim zeven weeken, byna 100 maal geëlectriseerd had; zo hevig en aanhoudend, als ik durf vermoeden dat ooit iemand de electriciteit is toegediend: zy vertrok van den Heere v..d..b...., op wiens verzoek ik dit ondernam, kort daarna, naar haare geboorteplaats Almelo, daar zy nu voortaan haar vaders huishouden waarnam, vlas spon, en van veelen met verwondering ontmoet werd: ik liet haar een linimentum medeneemen, en ried haar, om met de minste koude in den naderenden winter, van haar mode baaije handschoen gebruik te maaken; en niet te werken in koud water, ook, als het vroor, binnens huis te blyven, en zig, by die ongelegenheid, met het linimentum te smeeren.
Zie daar een treffend voorbeeld van de veelvermogende eigenschappen des electriken vuurs: een treffend voorbeeld van geduld en kloekmoedigheid in myne patiente: twee noodwendige vereischtens, die ik, in myne lyders aantreffende, beschouw, als de middelyke oorzaak van herstelling: want hoe gemaklyk ook een vaartuig op het water bewogen worde, snelt hetzelve, niet zonder de middelyke hulp van wind of riemen, door de golven.’
|
|