Grondbeginselen der Zedekunde in aangenaame Verhaalen van C.G. Saltzmann. Uit het Hoogduitsch vertaald. Te Amsterdam, by de Wed. J. Doll, 1785. Behalven het Voorwerk, 492 bladz. in octavo.
Onder eene geregelde aaneenschakeling van veelerleie gevallen en ontmoetingen, waar in een Vader en Moeder met twee Kinderen zich bevinden, levert hier de Heer saltzmann eene beknopte en duidelyke ontvouwing van de Grondbeginzelen der Zedekunde. Hy brengt het vooronderstelde Huisgezin in eene groote verscheidenheid van voorkomende omstandigheden, die veelerleie gebeurtenissen en characters aan de hand geeven; in welker ontwikkeling hy het menschlyke gedrag van alle zyden beschouwt, en toont wat men 'er in op te merken hebbe; waaruit hy dan bepaalende regels van een goed zedelyk gedrag afleidt. De manier van verhaalen en de verdere uitvoering is zo wel ingerigt, dat de leezing van dit Werkje der Jeugd eene vermaaklyke en tevens regt deugdleerzaame bezigheid kunne verschaffen. Ook zullen de zodanigen, aan wien de opvoeding der Jeugd toevertrouwd is, een vrugtbaar gebruik van het zelve kunnen maaken, door den Kinderen, by deeze en geene gelegenheid, het een of ander gedeelte van dit Verhaal, dat daarop overgebragt kan worden, ter leezinge aan te beveelen, en hun verder open te leggen.