Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijStaatkundige Bijdragen van Adolus den Opmerker, IIde Deel. Te Utrecht, bij J.M. van Vloten, 1784. In gr. octavo.In dit Stukje wordt ons geleverd een egt verhaal van het voorgevallene te Rotterdam voor en na den opmarsch van de Compagnie No. 9, staande onder commando van den Heer, Raad in de Vroedschap en Lieutenant Collonel jan jacob elzevier, en geleid wordende door den Lieutenant leonardus van zwyndregt, op den 3 April 1784, by welke gelegenheid dezelve door het Gemeen is aangevallen. Dit verhaal, dat alleszins kenmerken van egtheid draagt, is voorzien van de vereischte Bylagen, welken ter ophelderinge en bevestiginge van 't zelve strekken. ----- Hier nevens gaat een Aanhangzel, 't welk op eene treffende wyze toont, hoe verre Leden van de Regeering zig slaafsch kunnen vernederen, om, tegen eed en pligt, de schandlykste verbintenissen aan te gaan. Men vindt naamlyk in 't zelve eene Copy van twee beëedigde contracten, welken de Heeren AEgidius Groeninx en Vastardus Groeninx in de jaaren 1687 en 1690 getekend hebben; waar by die Heeren zig, ter verkryginge der electie van Willem den III, tot eene Vroedschapsplaats in Rotterdam, verbinden, om zig in alles, wat 's Lands zaaken | |
[pagina 35]
| |
betreft, te zullen gedraagen, naar 't goedvinden van den Burgemeester Roosmaele en den Heer Jacob van Zuylen van Nieuveldt, en, by afsterven van den eenen, naar dat van den langstlevenden. Ze gaan vergezeld van eenige aantekeningen van den Uitgeever, die het verfoeilyke van zulk een gedrag in 't volle daglicht stellen. ----- Men ziet hier, hoe Mannen, die eene eed van zuivering doen, by 't bezit neemen eener Vroedschapsplaatse, die zig onder eede verbinden om 's Lands welzyn naar hun beste weeten te helpen bevorderen, zig vooraf slaafsch kunnen onderwerpen aan de maatregelen van eenige Gezagvoorders, en deeze hunne onderwerping met de plegtigste eede, en verpligting tot eene zwaare geldboete, by mangel van nakoming, staaven. ----- Wie kan, zonder verontwaardiging, (om hiervan slegts een enkel staal by te brengen,) de volgende betuiging van den Heer Groeninx leezen! ‘Dat ik in alle getrouwigheid sal correspondeeren met den Burgemeester Roosmaele en den Heer Jacob van Zuylen van Nieuveldt, en by afsterven van den eenen, met de langstleevende van die beyden, ----- dat ik ook by gevolge zal correspondeeren, met die geene, met dewelke de welgemelde Heeren zullen partyen hebben, of maken onder de Vroedschappen van tyd tot tyd, soo ook de saeken oit mogten gehandelt worden, het zy met veranderinge van de partye of wat andere gevallen voorvielen, daarin ik ook de voorgemelde Heeren blindeling zal volgenGa naar voetnoot(*).’ |
|