| |
Raadgeevingen voor de bewooners der overstroomde landen, en voor andere landlieden, om hen tegen de voor- en najaars - ziekten, rot- en galkoortzen en roodenloop te behoeden, en 'er zig van te geneezen.
Door L. Bikker, M.D.
Daar de droevige Ondervinding ons meermaalen heeft doen zien, dat, naa zulke zwaare overstroomingen, als in deezen Winter, 1784, in de Landen van de Opper-Neder-Betuwe, enz. hebben plaats gehad, gewoonlyk, doorgaande en gevaarlyke Ziekten, onder de Op- en Ingezetenen der overstroomde Landen, ontstaan, en niet zelden de grootste verwoestingen aanrichten; - en daar deeze nadeelige uitwerkingen natuurlyk heviger moeten zyn; om dat men op die plaatsen veelal gebrek heeft aan kundige Geneesheeren, die, door hunne heilzaame raadgeevingen, deezen ongelukkigen, den noodigen bystand zouden kunnen aanbieden; - zo is het oogmerk van den beroemden Geneesheer, L. Bicker, allerpryswaardigst, om, door het uitgeeven van deeze zyne raadgeevingen, dit gebrek te vergoeden. - Wy vinden dezelve zo algemeen nuttig, zo bevattelyk voorgedraagen, en zo juist ingericht naar de byzondere omstandigheden, dat wy niet hebben kunnen afzien, daarvan een zaakelyk uittrekzel in ons Mengelwerk mede te deelen.
I. De ziekten, na overstroomingen ontstaande, zyn ver- | |
| |
schillende naar het onderscheiden jaargety, in het welke zy zich opdoen. - In het voorjaar zyn het gemeenlyk Verkoudheden, Hoesten, Zydeween, Longontsteekingen, gevolglyke Teeringen, Zinkingskoortsen en Rheumatike Pynen; en, in den zomer en het najaar, tusschenpoozende en aflaatende Koortsen, Gal - Rot - en kwaadaartige Koortsen, Buikloop, Bort en Roodeloop, enz. De Voorjaars-Ziekten zyn uit haaren aart Ontsteekings Ziekten, en die van het Najaar zyn Rot - Ziekten.
II. De voornaamste oorzaaken van de Voorjaars - Ziekten zyn de geleden koude, ongemakken, en armoede, het zwaar werken, het verdriet en hartzeer, en de koude vochtige uitwaassemingen van het overstroomde water en de vochtigheid der wooningen; door alle welke de ongevoelige uitwaasseming gestremd, het bloed tot ontsteeking geschikt, en vooral de longen ontstoken worden.
III. Tot het voortbrengen der Najaars - Ziekten werken de gemelde omstandigheden mede, als voorgaande en voorschikkende oorzaaken, maar de voornaamste uitwerkende oorzaaken 'er van zyn de uitdampingen van alle rottende zelstandigheden, en vooral de vochtige en rottige uitwaassemingen der bovenkomende Landen, en het drinken van bedorven water.
IV. De teekenen, waar door zy weeten kunnen, dat zy door de Voorjaars - Ziekten gedreigd en aangetast worden, zyn, als zy, in de maanden April, Mey, en zelss Juny, beginnen zich niet wel te bevinden, zich loom, zwaar in armen en beenen, ligt vermoeid, machteloos en huiverig gevoelen, een tegenzin in het eeten, en een beslagen droogen tong krygen, vervolgens zeer dorstig, heet en koortsig worden, pynen in de ledemaaten, plaatselyke pynen, en hoofdpyn, gewaar worden, of beginnen geduurig en zwaar te hoesten, pyn op de borst, pynelyke steeken in de zy, en eene bezwaarde of pynelyke ademhaaling krygen, in welke gevallen de pols doorgaans ook vol, hard, gespannen en rad is.
V. En dat zy door de Najaars - Ziekten, Art. I. byzonder door Rot - en Galkoortsen, gedreigd en aangetast worden, kunnen zy weeten, wanneer zy, in de maanden July, Augustus, en zelfs September, zich ongesteld gevoelen, lusteloos, machteloos, zwaar in het hoofd, en pynelyk in de lendenen en knien worden, vervolgens een vuil beslagen tong, leelyken. of bitteren smaak in den mond, weinig of geen eetlust, een ongerusten slaap, geduurige huiveringen,
| |
| |
door ongewoone hitte vervangen, en zwaare hoofdpyn, en eindelyk Tusschenpoozende of aflaatende Koortsen krygen, gepaard met oprispingen, benaauwdheid voor het hart, walgingen en braakingen van galstoffen, en stinkende, rottige, gistige afgangen, en gemeenlyk met eene kleine, zwakke, radde pols. Doch de besmettelyke Roodeloop doet zich onderkennen, door geduurigen afgang van dunne, slymige, stinkende, gistende en eindelyk bloedige stoffen, met geweldige krimpingen en pynen in den buik, en hevige persingen op den afgang en het water, voorafgegaan van en gepaard met walging, braakingen, groote opblaazing van maag en darmen, geweldige benaauwdheden, koude rillingen, pyn in de lenden en een groot verlies van krachten.
VI. De voorbehoedmiddelen zyn algemeene en byzondere.
Het eerste algemeene voorbehoedmiddel is, volgens Art. II. en III., de spoedige ontlasting van het water.
VII. Het tweede algemeen behoedmiddel is, dat de arme bewooners der overstroomde Landen, terstond en zoo veel mogelyk is, verzorgd worden van vuur, kleederen, voedsel en andere noodige behoeften, en dat hunne geleden verliezen, zoo veel en zoo dra doenlyk is, vergoed worden, ten einde hen dus te behoeden tegen de schadelyke aandoeningen van koude, vochtigheid en ongemakken, en tegen de verderfelyke uitwerkingen van armoede, droefgeestigheid en wanhoop.
VIII. Het derde algemeene behoedmiddel bestaat in de zorge en orders der Regeeringen van de byzondere Plaatsen en Districten, die door de strengste bevelen, en het naauwkeurigste toeverzicht, moeten zorgen, dat men de slyk en modder van de wegen en straaten wegruime, ten spoedigste de kelders uitpompe, de huizen en schuuren reinige en doorluchten, en vuuren te branden, wel drooge, de lyken en krengen terstond en diep begraave, en de graven van Kerken en Kerkhoven wel nazien en verzorgen. - Maar vooral zal het in de heete zomermaanden, noodig zyn, dat zy ordonneeren alle rottende planten, broejende hoopen en bergen van graangewassen, hooy en stroo, en alle stinkende vuilnis- en mesthoopen weg te ruimen, de modderpoelen, gooten en secreeten te zuiveren, het water in tochten en slooten door het in- en uitlaaten van versch water en door het maalen der molens in beweeging te houden, de Ingezetenen van goed water om te drinken te voorzien, de dampige en bedorven lucht uit de Gehuchten, Wooningen, Schuuren, enz. doorluchten, en door het
| |
| |
branden van groote vuuren te verdryven, en zoo min als het zyn kan de boomen te snoeijen, en het gras en andere gewassen af te maaijen; vermits de nieuwe ontdekkingen geleerd hebben, dat alle groeijende boomen en plantgewassen een verwonderlyk vermogen bezitten, om de lucht of dampkring van schadelyke en rottige dampen te zuiveren, en voor het leeven van menschen en dieren gezond en heilzaam te maaken.
IX. De byzondere voorbehoedmiddelen zyn de zulke, welke ieder Ingezeten voor zich en de zyne behoort in het werk te stellen, om de gemelde Ziekten te voorkomen. - Tot dit einde dienen zy ieder in het byzonder zorg te draagen, dat zy geene belette uitwaasseming krygen, welke eene van de gemeenste aanleidende oorzaaken is van de Herfst- of Najaarsziekten; en hier om moeten zy door dek, kleeding en vuur, zich tegen vochtigheid en koude beschermen, geen natte kleederen aanhouden, op geene vochtige gronden of plaatzen zich te slaapen leggen, zich dikwyls reinigen en verschoonen, de koude ochtend- en avondlucht vermyden, niet te sterk noch te aanhoudend werken, verhit of bezweet zynde vooral zich voor koude wagten, en als dan ook geene koude dranken gebruiken, maatig eeten en drinken, en zich van alle ongeregeldheden onthouden.
X. De verdere behoed- en geneesmiddelen, zyn min of meer onderscheiden, naar den verschillenden aart der Vooren Najaarsziekten. Art. I.
Zy die in de Lente en het begin van den Zomer de teekenen van Art. IV. in zich gewaar worden, en vooral wanneer zy zwaar en aanhoudend hoesten, pyn op de borst, of eene pynelyke steek in de zy, eene bezwaarde ademhaaling, of hevige pynen in byzondere deelen, of in het hoofd, krygen, behooren:
1. | Zich terstond eene ruime aderlaating te laaten doen, van 6 tot 10 oncen bloeds, naar gelang van den ouderdom, krachten en volbloedigheid; en het bloed ontstoken zynde, en na de aderlaating geene genoegzaame en aanhoudende verligting van den hoest, pyn, enz. verkrygende, dezelve tot twee-drie- ja viermaalen te herhaalen. |
2. | Een goed en verkoelend buikzuiverend middel in te neemen, als een Once (dat is twee loot) Engelsch Zout, of Glauber's Zout, of Cremor Tartari, - of drie dragmen (dat is drie vierendeel loots) Senebladen getrokken als thee; of twee oncen Tamarinde of Manna met twee drag- |
| |
| |
| men Senebladen, gekookt of getrokken op een halve pint water, daarna doorgegooten, en één of twee dragmen Engels Zout, of Cremor Tartari 'er by gedaan, en met wat Suiker of Stroop zoet gemaakt; en 'er alle uuren een Theekop van gedronken; of één dragme Poeder van Rhabarber, in eens ingenomen; hoewel ik de voorkeur aan de eerstgemelde purgeermiddelen geeve. - Aan Kinderen moet men kleener giften geeven. |
3. | Zich voor eenigen tyd te onthouden van alle dierlyke spyzen, van spek, vleesch en visch, soupe, kaas en eijeren, gelyk ook van speceryen; en meest kaarnemelk, ryst, grutten, groentens, en vruchten te eeten. |
4. | Geen sterke dranken, wyn, nog oud bier te drinken, maar liever kaarnemelk met warm water en zuiker, of zoete wey, of warm water met een lepel azyn en wat zuiker op ieder pint; - of gerste water met citroensap en zuiker; - of wel een Drank uit een handvol Vlierbloemen, getrokken op twee pinten kookend water, en daar by gedaan twee oncen Honig en anderhalve oncen goeden Azyn, die in dit geval zeer heilzaam is; en waar by men ook met nut een of twee dragmen Salpeter doen kan. |
5. | Een Spaansche Vlieg op de borst, zyde, of andere plaatsen te leggen, daar de pyn zich bepaalt, wanneer zy, in weerwil van de aderlaatingen, enz. blyft aanhouden. |
6. | Des avonds of tweemaal daags een half uur met de beenen in warm water met zout te zitten, en twee oncen Conserf van Vlier in te neemen. |
7. | Voor eenige dagen, of tot zoo lang men zich wel bevindt, van den arbeid af te staan, rust en gemak te neemen, en zich voor koude en natte lucht te wagten. |
8. | Eindelyk hersteld zynde, niet te spoedig zwaar te werken, niet terstond zwaare spyzen of veel te eeten, of sterke dranken enz., te drinken, en de avond- en ochtend - lucht voor eerst te vermyden, en voorts alle de voorzorgen van Art. IX. in acht te neemen. |
XI. Om tegen de Najaars Ziekten. Art. I. zich te behoeden, moeten zy, welke in de maanden July en Augustus nog gezond zyn.
1. | Zich gedraagen naar alle de voorzorgen Art IX. aangewezen. |
2. | Niet veel vleesch, noch visch of andere rotbaare spyzen, en vooral geene bedurven, of beschimmelde kost
|
| |
| |
| eeten, noch kwaad water drinken, maar meest groenten, rype vruchten, grutten, ryst, geerst, kaarnemelk, goed bier, en allerley zuuren eeten en drinken. |
3. | Tot een Voorbehoedmiddel dagelyks gebruiken één of twee romers bittere Genever, - of twee of drie eyerlepels met koud water of witte wyn, van één once Tinctuur van Kina, met twee dragmen van het Elixir Vitrioli; - of twee romers van Kina en andere bittere Kruiden op witten wyn getrokken. |
4. | Nu en dan uit voorzorg een van de verkoelende Purgeermiddelen Art. X. No. 2. in te neemen. |
XII. Doch zy, die, in het laatst van den Zomer of het begin van den Herfst, reeds eenige waarschuwende teekenen Art. V. van de Najaarsziekten, byzonder van de tusschenpoozende, aflaatende, en vooral van de Gal- en Rotkoortsen, in zich bespeuren, of aanvanklyk 'er van aangetast worden, en zoodra zy walgingen en braakingen krygen, moeten,
1. | Terstond een braakmiddel inneemen, uit een of twee scrupels Braakwortel (Radix Ypecacuanhae) gemengd met koud water; - of uit twee dragmen grof Poeder van denzelfden wortel getrokken als thee, en 'er alle uuren een theekopje vol van gedronken; - of uit één grein Braakwynsteen (Tartarus Emeticus) gesmolten in een bierglas koud water, en zoo eene gift alle half uuren gebruiken, tot men genoegzaam braakt; - en onder het braaken veel laauw water, of thee van Kamillebloemen, drinken; - doch, na dat het braaken ophoudt, koud enkel water, of Gerstewater met Citroensap of Azyn; of kaarnemelk, wey, ligt bier en mol; en deze moeten ook de gewoone dranken zyn. |
2. | Daarna een van de Purgeermiddelen Art. X. No. 2. inneemen; en dit twee, drie, vier enz. dagen na den anderen of met tusschenpoozingen doen, naar gelang de krachten en omstandigheden het toelaaten; - doch men moet met het braaken niet te schielyk, te geweldig te werk gaan, vooral niet in de Rotkoortsen, om dat in deze de leevenskrachten dikwyls geweldig verzwakt en als uitgedoofd zyn. |
3. | Na deze ontlastmiddelen genoeg gebruikt te hebben, dat is, wanneer de walgingen en braakingen ophouden, de afgangen niet meer zoo rottig en stinkend zyn, de tong vochtig en schoon wordt, of zoo dra men bemerkt, dat de koorts te hevig en de lyder te zwak word, of kwaad- |
| |
| |
| aartige en gevaarlyke toevallen krygt, wezenloosheid, ylhoofdigheid, hik, of stuiptrekkingen, dan terstond overgaan tot het gebruik van de Kina, met 'er alle uuren een half dragma in poeder van in te neemen; - of 'er anderhalf once van in een pint water te verkooken, tot op een halve pint, en 'er dan by te doen eenige druppels Geest van Vitriool (Spiritus Vitrioli) en wat zuiker of stroop; en 'er alle uuren een theekop vol koud van te gebruiken. - Het is best de Kina in te geeven in de tusschenpoozingen of tusschen de verheffingen van de Koorts; maar als de toevallen dringende zyn, moet men ze door de gantsche Koorts heen gebruiken. - By gebrek van ze te kunnen inneemen, is het nuttig en noodig het afkookzel 'er van by wyze van een klysteer toe te dienen. - Men bemerkt dat zy goede uitwerking doet, als de Koorts en toevallen verminderen, en de tong vochtig word en begint te scheiden; en als dan moet men 'er onafgebroken mede voortgaan ten einde toe. |
4. | Een of meer Spaansche - Vliegen in den nek en aan de beenen leggen, wanneer de gevaarlyke toevallen, No. 3. gemeld, hevig en aanhoudende zyn. |
5. | Voorts alle de raadgeevingen in acht neemen, Art. X. No. 3, 4, 6, 7, 8. aangewezen; zoo om spoedig te herstellen, als om niet op nieuw weder in dezelfde ziekten te storten; het gene ligtelyk gebeurt, zoo men zich te schielyk in zwaare vleesch- of vischspyzen, of in te veel op eenemaal te eeten, te buiten gaat; terwyl men om de wederinstorting te ontgaan wel zal doen met nog een tyd lang de Kina voort te gebruiken. |
XIII. Tegen den Roodenloop, zoo wel als tegen den Buikloop en het Bort, behoedt men zich:
1. | Door dezelfde raadgeevingen van Art. XI. op te volgen. |
2. | Door hen, welke van deze ziekte aangetast zyn, wanneer men 'er niet by noodig heeft, en alles wat van dezelve komt, zorgvuldig te schuwen. |
3. | Door zich en de zieken, wanneer men dezelve oppassen en 'er mede omgaan moet, dikwyls te verschoonen en rein te houden, met water en azyn te wassen en den mond te spoelen, derzelver adem en uitwaassemingen zoo veel mogelyk is te ontwyken, en hunne bedden en vertrekken geduurig te luchten en met azyn te sprengen, 't welk beter is dan het rooken met azyn. |
4. | Door by de excrementen, terstond, zoodra zy ontlast
|
| |
| |
| zyn, veel azyn te gieten, dat ook goed is in de Secreeten, en vervolgens dezelve schielyk en verre weg te doen. |
XIV. Edoch zy, welke uit de teekenen Art. V. bespeuren, dat zy door den Roodenloop gedreigd of aangetast worden, moeten:
1. | Byaldien zy een volle of ook een ingetrokken pols hebben, en over zwaare pynen in het hoofd, buik en lenden klaagen, zich terstond eene ruime aderlaating laaten doen, en het bloed ontstóken zynde, en die toevallen aanhoudende, dezelve, naar gelang der krachten, herhaalen; want, schoon deze ziekte, vooral wanneer zy eenige dagen geduurd heeft, eene wezenlyke Rotziekte is, gaat zy niet zelden in het begin gepaard met ontsteeking in de ingewanden; gelyk ook somtyds de Gal- en Rotkoortzen in het begin van ontsteeking in het bloed vergezeld zyn; wanneer eene aderlaating 'er ook nuttig in is. |
2. | Na de aderlaating, of zoo deeze niet noodig is, terstond braakmiddelen inneemen, op dezelfde wyze als in Art. XII. No. 1. is aangewezen. |
3. | Daarna, of wel den volgenden dag, een van de verkoelende Purgeermiddelen van Art. X.N. 2, en dit alle dagen of om den anderen dag herhaalen, tot de afgangen verbeteren en de toevallen verminderen. - Veele gebruiken hier toe terstond de Rhabarber; doch, om redenen te breed hier te melden, raade ik deze liever in het vervolg, of wel op het laatst der ziekte, en dan in poeder of afgetrokken met een weinig potasch of wynsteen - zout, (Sal Tartari) in gemeen water, met bydoening van kaneelwater en Syrupus Diacodii.
Men moet van deze geneeswyze N. 1, 2 en 3 zich bedienen, of schoon de ziekte alreeds eenige dagen oud ware. |
4. | Geduurende het Purgeeren, veel drinken Gersle of Rystwater, Wey, Amandelmelk met Arabische Gom, en dun Hoendernat met Ryst gekookt; en niet eeten als Brooden Bloempappen, of dunne Ryst met wat Wyn, doch geen Melkspys hoe genaamd. |
6. | Als de persingen tot afgang zeer groot en pynelyk zyn, dikwyls een klysteer laaten zetten, uit een Afkookzel van Zemelen, of van Lynzaad, of van Arabische Gom, of van Althea. Malva en Kamille Bloemen, met bydoening van een weinig Laudanum liquidum sydenhami. |
7. | Wanneer de ziekte 8, 10 of 12 dagen geduurd heeft, de ingewanden gezuiverd en de afgangen verbeterd zyn, en echter de buikpynen blyven aanhouden, 's avonds een pyn- |
| |
| |
| stillend middel inneemen, van 20 tot 30 of 40 Druppels van het Laudanum Liquidum sydenhami, of een once Syrup. Paper. Albi, of Syrup. Diacodii. - Edoch in het begin en de hevigheid der ziekte raade ik geene pynstillende noch stoppende of samentrekkende middelen, zoo min als sterke purgeermiddelen toe te dienen; vermits zy 'er even zoo verderfelyk in zyn, als verre de meeste Kwakzalverachtige middelen, die onkundigen gewoonlyk tegen deze ziekte aanpryzen.
Van alle de hier en voorens opgegeeven middelen, moet de gift in kinderen, naar geraden den ouderdom, verminderd worden. |
8. | Voorts alle de Raadgeevingen van Art. X. No. 3, 4, 6, 7 en 8 opvolgen, en na de herstelling, tot versterking der ingewanden, eenigen tyd lang de Kina gebruiken, op die wyze als Art XII. No. 3. is aangewezen, of getrokken op Rhynschen of Witten Wyn. De Buikloop en Bort worden genoegzaam door dezelfde middelen geneezen. |
XV. Eindelyk, byaldien men in de gemelde ziekten door de aangewezene middelen niet naar wensch slaagt, zoo de ziekte onder het gebruik derzelve erger word, zoo 'er vreemde toevallen bykomen, waarvan men de behandeling zich niet toevertrouwt; en zelfs zonder dit en in alle gevallen, waar in de ziekte zorgelyk en gevaarlyk zich opdoet, is het raadzaamst, wanneer men eenigzins in de mogelykheid is, dat men een bekwaamen Geneesheer of Heelmeester by zich laat roepen. - Daar zyn 'er, vertrouwe ik, geene, die, zoo het hun doenlyk is, niet gaarne en zelfs zonder belooning, eenigen tyd en moeite zullen willen besteeden om hunne evenmenschen uit gevaar te redden en in het leeven te behouden. - Maar, zulks doende, moet men zich met een volkomen vertrouwen en geheel aan deszelfs raad en behandeling overgeeven, zouder eenigzins wyzer te willen zyn, en zelfs met ter zyde stelling van alles wat ik hier heb aangeraaden; hoewel ik my verbeelde, dat 'er geen kundig en ervaren Geneesheer is, wiens voorschriften en behandeling van de aangewezene in wezen zullen verschillen; maar daar kunnen in de ziekte toevallen zich opdoen, of omstandigheden in samenloopen, welke eene verschillende handelwyze en andere geneesmiddelen vorderen, waar van men de redenen den lyder of de omstanders dikwyls niet kan doen begrypen. |
|