Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijKorte inhoud eens vertoogs over het eiland, 't geen in den jaare MDCCLXXXIII, ten zuidwesten van Ysland ontstondt. Door den Heer Pingré, op den 12 Nov. deszelfden Jaars voorgeleezen, by de Openbaare Zitting van de Koninglyke Academie der Weetenschappen, te ParysGa naar voetnoot(*).Mille miracula movet, faciemque mutat locis, & defert montes, subrigit plana, valles extuberat novas, in profundo Insulas erigit. Seneca, Quaest. Nat. Lib. VI. Cap. 4. De Aard- en Waterbol, welken wy bewoonen, is aan bykans geduurige veranderingen onderhevig. Oude Eilanden verdwynen, nieuwe komen op uit de diepte der Zee; tegenstrydige Uitwerkzels hervoort gebragt, door dezelsde Oorzaak, de Werking van onderaardsche VuurbergenGa naar voetnoot(†). Maar de duur dier Eilanden is geheel onzeker. Het Eiland, in den Jaare MDCCLXXXIII, ten Zuidwesten van Ysland ontstaan, is zyn oorsprong verschuldigd aan de uitbarsting van een nieuwen Vuurmond; de Rook, uit 't zelve steeds opgaande, draagt getuigenis van deeze herkomst. De Vuurberg die dit Eiland uit Zee deedt opry- | |
[pagina 586]
| |
zen, heeft voortyds verscheide andere Eilanden in dezelfde streek doen gebooren worden, die alle verdweenen zyn. In den Jaare MCCLXXXV, hadt 'er zich een ten Zuidwesten van Ysland gevormd, 't geen slegts korten tyd schynt bestaan te hebben. In het Jaar MCCCLXXX, dreef een Storm, Venetiaansche Zeelieden op de kusten van het Eiland Frisland, ten Zuidwesten van Ysland gelegen: zy werden 'er ontvangen door zichin, die daar regeerde, en in wiens dienst zy zich begaven. Dit Eiland staat op alle oude Kaarten, het was, zegt men, veertig mylen lang en vyftien breed. Verscheide deezer Kaarten vertoonen ons de naamen van tien Steden of Vlekken, op dat Eiland, als mede van de Kaapen op de kust. Ondertusschen bespeurde men reeds zints tweehonderd Jaaren, geen voetstap meer van dit Eiland, weshalven men onbedagt geweest is te lochenen, dat het ooit bestaan hebbe. Veel natuurlyker was het geweest, te besluiten, dat, gelyk een Aardschok 'er het bestaan aan gegeeven hadt, deeze het ook hadt verdelgd. Dezelfde Venetiaansche Reizigers gewaagen, in hun Reisbeschryving, van een Eiland, Grisland geheeten, 't welk groot, doch onbevolkt was, waar op de Vloot van den Koning zichin, door een geweldigen storm, gedreeven werd. De Aardryksbeschryver sanson verbande Frisland uit zyn Kaarten, wanneer men een nieuw Eiland, omtrent honderd mylen ten Zuiden van Groenland, tusschen Ysland en Terre Neuve ontdekte, het Land van Bus genaamd, door de Engelschen sterk bezogt. In den Jaare MDCXI, zag men een ander Eiland in die streek: dus zyn 'er, ten Zuidwesten van Ysland, op de plaats des tegenwoordig opgereezen Eilands, of niet verre van daar, Eilanden geweest, die alle, eenige Jaaren geleden, niet meer bestonden. - Ik heb zelve omtrent het laatst van Juny, des Jaars MDCCLXXII, die streeken bezogt, en geen het minste overblyfzel van dezelve gezien. 't Is, derhalven, natuurlyk, te denken, dat, onder die Zee, een Brandende Vuurkolk plaats hebbe, geweldig genoeg om beurtlings Eilanden voort te brengen en te verwoesten. De merktekens van verbranding, die het gelaad van Ys and bedekken, de bronnen van warm en heet water, het bykans ontelbaar getal van Jokuls op kleine Vulcaanen, 't welk daar gevonden wordt, strekken alle ten | |
[pagina 587]
| |
bewyze van de werkzaamheid des verborgen Vuurs, 't geen die verbaazende veranderingen te wege bragtGa naar voetnoot(*). Het thans nieuw ontstaane Eiland neemt, volgens de Berigten, nog toe, en zal ten eenigen tyde mogelyk de uitgestrektheid krygen van het oude FrislandGa naar voetnoot(†). |
|