Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 572]
| |
Kort berigt, wegens het gebruik van kraan-oogen, of braak-noten (Nux Vomica), in de roodeloop; met eenige aanmerkingen daar over.
| |
[pagina 573]
| |
Het zal, misschien, eenigen vreemd voorkomen, dat men Kraan-oogen, die genoegzaam alle blind geboren Dieren dooden, by de Roodeloop ingeeft. Dan deze verwondering dient te verdwynen, wanneer men begrypt, dat de meeste Zweden, in naarvolging van hunnen grooten linnaeus, van gevoelen zyn, dat de Roodeloop alleen uit of door Insecten, Myten (Ascarid.) genaamd, of hare eijertjes, welk zig in de darmen ophouden, geboren word. Dit schynt ook de reden, dat enigen thans de Nux Vomica, als ook het Semen Sabadillios, tegen de Lang-ronde, tegen de Lind- en Kaauwwoerde Wormen, en daaruit, somwyl, voortkomende Vallende-ziekte, enz. zo onbeschroomd aanpryzen en zelf gebruikenGa naar voetnoot(*). Reeds lang vóór linnaeus, zyn verscheiden voorname Geneesheeren van gevoelen geweest, dat de Roodeloop, by heete drooge Zomers, en op hoogliggende Plaatzen, door onzigbare Diertjes of hare eijertjes, veroorzaakt wierd, en gebruikten daarom middelen, om ze te dooden en uit te dryven. Wylen myn Vriend, Dr. evert valck, die mede in dit gevoelen was, en de besmetting volstrekt ontkende, gaf deswegens in eene hevige Loop-ziekte, in 1736, te Campen, (dezelfde die degner beschryft) aan byna 40 Lyders, tien of vyftien greinen Mercurius Dulcis, met even zo veel Diagridium, en tusschen beiden, doch by pozen, een half of geheel once Laudanum Liquidum, met heete en versterkende middelen. Nooit, zegt de opregte Man, en toont dit met voorbeelden, genoodzaakt geweest te zyn, om dit poeder meer dan drie reizen, byéén en denzelfden Lyder, te gebruiken; en hy meent, naar evenredigheid, vry wat meer Lyders dan zyne Medebroeders, of de Heer degner, hersteld te hebbenGa naar voetnoot(†). De beroemde pringle, aan wien Europa zo veel verpligt is, had, in de Eerste Drukken van zyn Werk, de Loop als besmettelyk aangemerkt; maar was, in den volgenden, vooral den Zevenden Druk, van gevoelen veranderd, en in | |
[pagina 574]
| |
dat van linnaeus en van hun, die dit reeds voorheen gesteld hadden, gekomen was. Pringle, zeg ik, gebied thans in deze Ziekte te purgeren, met vyf of acht greinen Calomel, en 25 of 30 greinen Rhabarber. En als, in het begin van deze Eeuw, en aldus vóór het algemeen gevoelen, dat deze Ziekte uit of door Insecten voortkwam, dezelve te Harderwyk vry sterk heerschte, zegt de Heer Professor van almeloveen: als, voor weinige Jaren de Roodeloop, by ons, sterk omging, heb ik, om te buikzuiveren, nog geen middel gevonden, waarby meerder hulpe vond, dan dat ik de Mercurius Dulcis, met andere purgeermiddelen gemengd, de Lyderen voorschreefGa naar voetnoot(*). Dan het zy my gegund, met een enkel woord aan te merken, dat, genomen de Loop ontstond geenzins uit Insecten of hare Eijertjes, maar uit eene andere stoflyke oorzaak, verdient het echter eenige opmerking, dat dezelfde soortmiddelen, die veelal tegen Insecten in de Darmen gebezigd worden, thans by de Loop meer en meer schynen plaats te grypen. Onder deze middelen verdienen vooral ook het Opium, en alle zagte Olien. En dat, onder en door een aanhoudend gebruik van Boom-olie, 'er vele verzuimd, maar ook veel meer, schoon langzaam, van deze Ziekte daardoor hersteld zyn, zal niemand, die ze by de Huislieden gezien heeft, konnen ontkennen. Jammer is het maar, dat de Ziekmakende oorzaak daardoor niet, of niet spoedig en genoegzaam, word uitgeworpen. - Zoude het Oleum Ricini, dat zo wel, en zo gemaklyk, laxeert, en tevens alle soorten van Wormen, ja ook den Lind-worm uitdryft, aan beide deze oogmerken niet voldoen?
's Hertogenbosch, den 12 September. |
|