Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784

Berigt, wegens Nathaniël Henderson, in Noord-Carolina.

(Overgenomen uit a Tour in the United States of America. Door J.F.D. Smyth, Esq.)

Op eene aangenaame Plaats, Nuthusti geheeten, naar een Kreek van dien naam, ontmoette ik een der zonderlingste Menschen in America, en misschien in de geheele Wereld. Hy heet nathaniël henderson, zyn Vader, die nog in leeven is, een arm Man, woont nog te Nuthuski, waar zyn Zoon hem een bezoek was komen geeven. Deeze Zoon was reeds volwassen, zonder leezen of schryven geleerd te hebben: door eigen bevlytiging bragt hy het zo verre, dat hy leezen, schryven, en de beginzels der Rekenkunde, zich eigen maakte. Eerst werd hy Wykmeester, vervolgens Onderschout. Naderhand kreeg hy vryheid, om als Regtsgeleerde te pleiten voor laage Regtbanken op 't land, en welhaast om zyne begaafdheden voor hooger Regtbanken te laaten hooren. Zelfs, op plaatzen, waar de Welspreekenheid niet minder schittert, dan in de Zaal te Westminster, stak hy, binnen kort, boven anderen, uit. Zyn verheven vernuft verwierf eene algemeene toejuiching. Hy was teffens een Man van eenen lustigen, vrolyken, en grappigen aart, zeer inschiklyk: en de algemeene lof, welke hy wegdroeg, verwekte hem geen één vyand. 't Leedt weinig jaaren, of hy werd van de Pleitzaal tot Regter verheven, en tot Mede-Opperregter van Noord-Carolina benoemd. In deezen hoogen rang nam de agting, hem toegedraagen, steeds toe.

Doch verscheide groote koopen gedaan, en eene leevenswy-

[p. 558]

ze aangevangen hebbende, welke zyne middelen en inkomsten verre te boven gingen, bedagt zyn vondryk vernuft een stouter vlugt te neemen, om Middelen en Vermaardheid te verkrygen, dan iemand vóór hem hadt durven bestaan.

Onder het voorwendzel van eenige diep inwaardsgelegene Landen te gaan zien; ging hy na de Indiaanen, onder den naam van Cherokéés bekend, en kogt, voor een geringen prys, (te weeten tien wagens, belaaden met goedkoope goederen, als groove wollen kleederen, snuisteryen, eenige vuurwapenen, en sterke dranken,) van de Hoofden des Volks, eene groote vlakte Lands, in uitgestrektheid gelyk aan een Koningryk; en wat den grond, de lugtstreek, de rivieren en schoonheid van ligging, aanbelangt, beneden geen Koningryk op aarde. Eene Heerschappye, niet minder dan honderd Mylen in 't vierkant, gelegen in het binnenste gedeelte van Virginie en van Noord- en Zuid-Carolina, begrypende de Rivieren Kentuky, Cherokéé, en Ohio; nevens andere van minder naam.

Deeze koop hieldt hy zeer geheim, tot dat hy de volkomene bekragtiging des geheelen Volks, op eene staatlyke wyze, ontvangen hadt. Van toen af, noodigde hy in alle de Landschappen de Lieden uit, om 'er zich neder te zetten; hun Landen, op de voordeeligste voorwaarden, aanbiedende; hun teffens voorstellende, een Wetboek en Regeeringsvorm te zullen opstellen, als meest voegden aan hunne byzondere omstandigheden. Hier mede lag hy zyne Ampt als Mede-Opperregter in Noord-Carolina neder.

Henderson vestigde indeezervoege eene Nieuwe Volkplanting, talryk en ontzaglyk-teffens; hy was 'er de Eigenaar, de Bestuurder en Wetgeever. - Te vergeefsch lieten de Bevelhebbers van onderscheide Landstreeken, tegen hem en de zynen, beschuldigingen van overtreeding uitgaan; te vergeefsch booden zy belooningen uit, om hem te vatten; te vergeefsch verbooden zy een iegelyk, zich tot hem te vervoegen, en in zyne Volkplanting te gaan woonen; zich in dit alles grondende op eene algemeene Wet, die de staatlyke toestemming der Bevelhebberen en Vergaderingen van de verschillende Landschappen, als volftrekt noodig, stelt, om de koop van eenige Landen der Indiaansche Volken wettig te maaken. De Indiaanen, deeze koop als een daad van zichzelven aanmerkende, verdeedigen henderson en diens Volkplanting: zy zyn even als een voormuur tusschen Virginie, Noord- en Zuid-Carolina, en hem; dewyl zyn Grondgebied ten Westen van dit Geslacht der Indiaanen ligt.