| |
Missive aan de Schryvers der Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.
Wel Edele Heeren!
UWE. onpartydigheid, welke het voornaame kenmerk is van lofwaardige Tydschriften, zal, hoop ik, de nevensgaande Stellingen, wel willen plaatsen in uw Maandwerk, om te dienen tot een tegengift, tegen de beoordeelinge van de Praecepta Medicinae Practicae, van mynen byzonderen Vriend, den Heer Professor n.g. oosterdyk, Jansz. in de Algemeene Vaderl. etteroef. VI D. bl. 105; door het voldoen aan welk myn verlangen, ik vertrouwe bevestigd te zullen worden in de hoogachting, met welke ik ben,
UWE. Dienstvaardige, schoon onbekende, Dienaar,
C.V.
| |
1.
Hy heeft het voorzeker mis, die uit het Iste Hoofddeel, de 12de §. der Instit. prax. medic. van Professor oosterdyk schacht, opmaakt, dat die Aucteur de snelheid van de pols voor een uitwerkzel van de Koorts houde: immers hy weet niet wel te onderscheiden, tusschen aucta circulatio, en aucta Pulsus frequentia.
| |
2.
Het is niet ongerymder te stellen; dat eene hysterica, welke door gemoedsbeweeging eene snellere pols bekomt, de Koorts hebbe, dan dat zy door dezelfde gemoedsbeweeging aan het hoesten of hikken raakende, schoon ook maar voor een korten tyd, met convulsive beweeging gekweld worden.
| |
3.
Een kwaadaartige Zenuwziekte, in welke de pols, van
| |
| |
snelder, traag wordt, wordt, van Koortsig, niet Koortsig, uit hoofde van de verandering, van een of niet noodzakelyk, of althans niet altoos geduurend toeval, dier Ziekte.
| |
4.
Al wie uit de eerste beginzelen der Pathologie heeft leeren verstaan, dat koude vogtigheid van de Athmospheer, het verzuim van lichaamsoeffening, droog en taay voedsel, zeer nadeelig zy aan de gelukkige uitwaasseming, zal van zelf begrypen, wat 'er te denken zy van de Rheumatismus Scorbuticus.
| |
5.
De Podagra Atonica van cullen moet niet verward worden met de Rheumatismus.
| |
6.
Zo het al geen kwaadaartigheid zy, is het zeker onoplettenheid, het geen dus opgegeven wordt. ‘Scorbuticus, (Rheumatismus) postulat leniora cathartica, vel emetica Sudorifera, praemissis attenuantibus antescorbutica, balnea,’ uit te leggen, als of 'er in de Scorbut, altoos cathartica emetica, praemissis attenuantibus, aangepreezen wierden.
| |
7.
Nooit is het iemand in den zin gekomen, dat de Lumbago rheumatica, altyd, als inflammatoir moest behandeld worden.
| |
8.
Eene aanhoudende weezentlyk phrenitische ylhoofdigheid, met aanhoudende korte en gevaarlyke Koorts verzeld, moet van ontsteeking der inwendige deelen van het hoofd afgeleid worden, zo men niet verschillende denkbeelden onder elkander verwarren wil.
| |
9.
De Watervrees, welke op de beet van een dol Dier ontstaat, is toe te schryven aan vergif, door dat Dier medegedeeld.
| |
10.
Men kan niet ontkennen, dat de Pleuritis onderscheiden wordt in veram & spuriam; in wat meening dit geschiedde, of deeze by alle dezelfde zy, of deeze onderschei- | |
| |
ding te recht geschiede, dan te onrecht, is een gantsch andere zaak.
| |
11.
Uit het eenvoudig voorstel van de onderscheiding, van de Pleuritis in veram & spuriam, volgt even weinig, dat beide op dezelfde wyze moeten behandeld worden, als uit de overige verdeelingen zoude mogen besloten worden, dat Pleuritis idiopatica, epidemica, benigna, moet geneezen worden, even gelyk sympathica, sporadica, maligna.
| |
12.
Wanneer 'er, na het voorbeeld der Beschryvingen der Natuurlyke Historie, eene regelmaatige schikking opgeleverd zal zyn, van zulken aart, dat dezelve gantsch vry van alle onderstelling en verzuiming, en alleen gegrond op getrouwe Waarneemingen, in zig vervatte Classen, Geslachten en Soorten van Ziekten, welke elk kenbaar zyn door hunne zeekere, duidelyke en volledige merken, zo als door Professor gaubius, in zyne Inst. path. medic. § 840. voorgesteld is, dan zal het eerst de tyd zyn voor daartoe bekwaamen en bevoegden, om te oordeelen, of dezelve tot Academisch onderwys geschikt zy.
Tot een Naberigt op het plaatzen van dit Stukje dient, dat wy, uit waare hoogagting voor den Hoogleeraar oos-terdyk, deeze t'zaamgeraapte Stellingen gaarne ongedrukt hadden gelaaten, om dat het ons toescheen, dat zyn Hooggeleerde zeer weinig, of liever niet, met zulk een Advocaat gediend zou zyn; indien niet de vrees van partydig te schynen ons daarvan had wederhouden, en integendeel had doen besluiten, om het verzoek van den Briefschryver in te willigen.
Wy oordeelen het onnoodig daaromtrent iets verder aan te merken; des kundigen zullen ligtlyk met ons begrypen, dat de verzamelaar deezer Stellingen geenszins de Man is, om ex tripode te spreeken; waarom wy hem in den schuilhoek, waarin hy zig verborgen houdt, met zyne Aphorismi gerustlyk zullen laaten zitten. - Alleenlyk moeten wy, by deeze gelegenheid, nog aanmerken, dat wy tot ons leedweezen gehoord hebben, hoe zommigen onze recensie van de Pracepta Medicinae Practicae, van den
| |
| |
Hoogleeraar oosterdyk aan zekere partydigheid hebben willen toeschryven, waaraan wy ons egter ten eenemaal onschuldig kennen. - Wy betuigen openlyk voor de verdiensten van deezen Leydschen Hoogleeraar de volkomeuste hoogagting te hebben, en dat onze gemaakte aanmerkingen, omtrent de eene en andere stelling van den Hoogleeraar, uit geene andere Bron zyn voortgekomen, dan uit eene zuivere liefde tot de waarheid, en ter bevorderinge van waare kennis in de Geneeskunst. En wy vertrouwen, dat zyn Hooggeleerde, naar zyne gewoone en edelmoedige denkwyze, het ons niet ten kwaade duide, indien wy omtrent het eene en andere Leerstuk anders dan zyn Hooggel. gedagt hebben: terwyl wy ten allen tyde gereed zyn, om ons door overtuigende bewyzen, en niet door Magtspreuken, van de ongegrondheid onzer grondstellingen te laaten overtuigen. |
|