Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 524]
| |
Het uitwendig gebruik en nut, van wit rattekruid, als een nieuw hulpmiddel tegen den kanker in het aangezigt. Door den Heer BernardGa naar voetnoot(*).De beroemde frere cosme, die onlangs te Parys overleden is, bezat een hulpmiddel tegen den Kanker (Noli me tangere) in het aangezigt, welks nut hy, zo wel als de Heer bernard, die het uit zyne Schriften bekend maakt, gelyk ook de Heelmeesters espiaud te Soissons, bergeret te Parys, en meer anderen, door veelvuldige ervaring, bevestigen. - Frere cosme is zelf de Uitvinder van dit middel niet; maar heeft het, voor 3000 Livres, van den Heelmeester chouet, gekogt. De hoofdinhoud van dit middel is wit Rattekruid. - | |
[pagina 525]
| |
Men zou, zegt de Heer bernard, kwalyk doen, wanneer men dit Vergift al te zeer vreesde. Voor eerst, om de kleine menigte, welke dit Voorschrift bevat. Ten tweeden, word het Rattekruid hier slegts uitwendig, en met andere dingen gemengd, gebruikt, door welk men het zelve, naar goedvinden, verzagten kan. Intusschen behoort tog het navolgend Voorschrift overanderd te blyven, en de Heer bernard heeft, sedert negen Jaaren, dat hy 'er gebruik van gemaakt heeft, het zelve aldus gebruikt, behalven by eenige oude verzweeringen aan de beenen, waar by hy het mede met voordeel heeft aangewend. - Menschen die geen Geneesmeesters zyn, behoeven aldus voor dit middel niet bevreesd te wezen, nadien de Genees- en Heelmeesters het Rattekruid reeds van overlang met voordeel gebruikt hebben; en, door kundigen aangewend, even zo min als veele andere, misschien sterker Vergiften, die echter met nut gebezigd worden, kan nog zal nadeelig zyn. Het Voorschrift is aldus: Neem, door konst bereid, Vermillioen, een half lood; Wryft alle deeze dingen tot een fyne poeder, mengt ze daarna in een glaazen of steenen Vyzel, waar na het mengzel in een glas, ten gebruike, bewaard word. De wyze, om dit poeder, by Kankerachtige verzweeringen (ulceres Cancreux) in het aangezigt, te gebruiken, schoon het ook by andere gebreken dienen kan, bestaat hierin: - nadien dit gebrek doorgaans een plaatsgebrek (der huid) is, by welke de geheele massa der vogten niet is aangestoken (Le vice est en general local), zo moet men nogthans, zo veel mogelyk, de Lyders een melkdiëet doen houden, en, voor het uitwendig gebruik des poeders, één- of tweemaal doen purgeeren. - By het gebruik des poeders, gaat men op deeze wys te werk: - Men mengt een weinig van hetzelve, in een porceleinen of glaazen kopje, met eenige droppelen water, en | |
[pagina 526]
| |
met een penceel tot een, niet al te dun, smeerzel, op dat het Rattekruid niet naar den grond zakke, en op den grond of den rand der verzweering ongelyk verdeeld worde, waar uit eenig kwaad zou kunnen ontstaan. - In deeze smeerige massa, wel vermengd, doopt men het penceel, en daarmede besmeert men de geheele verzweering, ter dikte van een dubbeltje (piece de six liards). - De zweer, als ook deszelfs omtrek, behoort vooraf van onreinheid gezuiverd te zyn, hetwelk bekwaamlyk geschied, wanneer men, een dag vooraf, dezelve met eene weeke zalf of pleister, als by voorbeeld, het onguent de la Mere, bedekt heeft. - Men besmeert op de bovengemelde wyze de geheele zweer, als ook derzelver randen, waarna men het geheele deel met fyn geschaafde Eiken-zwam (Agaric de la Chêne), Spin rach, of liever de ByssusGa naar voetnoot(*), die aan oude Wynvaten hangt, bedekt. Ik verkies (zegt frere bernard) deeze Plant voor het Spin-rach en de Eiken-zwam, om dat ze zwart of donker bruin is, en aldus de bekende zwarte Ciers-pleistertjes naby komt. - Welk van deeze drie dingen men ook op de zweer gelegd heeft, bevogtigt men dezelve geheel en al, het zy door de Vingeren of een Spatel, met eenige droppelen water, op dat het een en ander te zamen droog, en tot één korst worde, welke korst doorgaans vry vast zit, en niet, als met de korst, door het middel zelf veroorzaakt, afvalt. De Lyder, op deeze wyze verbonden, zegt men hem, dat hy, in en rondom de verzweering, ras pynlyk zal worden, en het aangedaane deel ontsteeken en zwellen zal, dan hier over behoort hy zig niet te bekommeren, wyl de zwelling doorgaans naar eenige dagen verdwynt, vooral, wanneer de korst begint los te gaan, en dit geschied meestal geheel, den 17 of 20 dag, na het gebruik des middels, wanneer men de scheiding met de hand kan helpen. Daar na legt men over de zuivere vlakke zweer of wonde, het zogenaamde Empl. Norimburgense, het welk dagelyks vernieuwd word, terwyl men de verzweering, en derzelver omtrek, zuiver houd. - Op deeze wyze poogt men de zweer te bevellen, dog zo de groei van weelig vleesch dit verhinderde, bedient men zig van geschaafd droog linnen, of, naar omstandigheid, van den helschen steen, enz. - | |
[pagina 527]
| |
zo men op deeze wyze geen volkomen geneezing erlaugt, moet het bovengenoemde middel voor de tweedemaal gebruikt worden, waardoor, gelyk ik, (zegt frere bernard) dikwyls in myne Konstoeffening gezien heb, een volkomen geneezing van dit onaangenaam, en helaas! onder het Landvolk dikwyls voorkomend, gebrek volgt. |
|