De man van smaak.
(Naar het Fransch.)
Geen Schryver bykans, en bovenal geen Schryver, die Lid is van eenig Taal-, Letter- of Dichtkundig Genootschap, en hoe groot is het aantal dier Leden, of hy neemt den tytel aan van een Man van Smaak, en eigent zich denzelven vry uitsluitend toe.
Het woord Smaak is, misschien, een der onverstaanbaarste woorden in onze taal: dewyl het geschikt is om Natuur en Kunst naauw te vereenigen, en 'er geen twee Menschen gevonden worden, die Natuur en Kunst op dezelfde wyze beschouwen. Men zou een volkomen en juist denkbeeld moeten hebben van het weezenlyk beeld en de volmaakte navolging, om met naauwkeurigheid den zin te bepaalen van dat afgetrokken woord.
De beste Schryver is altoos die by zichzelven tegenwerpingen maakt over 't geen hy schryft, die na dezelve luistert, overweegt, en niet voortvaart met schryven, dan na dat hy ze, op een voldoende wyze, heeft beantwoord. De Gemeene Schryvers vinden geene zwaarigheid in 't geen zy op 't papier brengen; zy zetten hun Letterärbeid voort, onder de troostvolle zelftoejuiching: ik ben een Man van Smaak; hun pen vliegt over het papier, en kan bezwaarlyk den toevloed van elkander bykans verdringende gedagten volgen.
Beschaafde Volken noemen Smaak, 't geen zy zich verbeelden de volmaaktheid hunner Kunsten te zyn; elk hoofd voor hoofd betytelt, met dit woord, het geen ten weezenlyken eindpaal strekt van hunne bekwaamheden. - De hoogmoed aller Volken heeft zich ten zynen voordeele van dit woord bediend, en diensvolgens toegepast op alle voorwerpen; ten einde zy, met te meer zekerheids, 't geen niet met hunne gebruiken strookte, of tegen hunne Zeden streedt, konden uitmonsteren. - De Kunstenaars hebben, in den engen ommekring huns gebieds, het voetspoor der Volken betreeden: dewyl ieder zyne meerderheid boven zyne Mededingers, in volle gerustheid wil bezitten, en den draayboom toesluiten, op dat niemand kome en hem bedroeve, door het betwisten des aangenomen opperrangs.
De Verheerlyking op den Berg, door raphaël geschilderd, de Milon, van puget gehouwen, het Stabat, door pergolese op nooten gebragt, het tweede Boek van den Eneïs, door virgilius gedicht, zullen allen even zeer behaagen, aan Volken, die omtrent dezelfde hoogte van volmaaking bereikt hebben.