Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijWeerkundige waarneemingen te Padua, genomen in de maand juny, des jaars MDCCLXXXIII; nevens eene verhandeling over den zeldzaamen nevel, welke zich, geduurende dien tyd, vertoonde. Overgezet uit het Italiaansch van den hoogleeraar toaldoGa naar voetnoot(*). Vbrgezeld van nieuwe gedagten, over den aart en oorsprong deezes nevels, door den ridder De Lamanon.‘Schoon wy, in ons Mengelwerk, de Weerkundige en Wysgeerige Aanmerkingen, over den zeldzaamen Nevel, in het opschrift deezer Afdeelinge aangeduid, van den Eerw. Heer cotte geplaatst hebbenGa naar voetnoot(†), kunnen wy niet nalaaten ook plaats te geeven, aan de Waarneemingen van den, in dit stuk, zo beroemden Hoogleeraar toaldo; noch aan de Nieuwe Gedagten, over den Oorsprong diens Nevels, door den Ridder de lamanon: zy verdienen de aandagt aller Liefhebberen. Doch, om niet te veel gelyksoortigs op eenen tyd te leveren, bepaalen wy ons thans tot de Waarneemingen, te Padua genomen; en zullen het andere, in een volgend Stukje, mede deelen.’
Barometer. De grootste hoogte des Barometers is ge- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||
weest 28 d. 4 l. op den 24 en 25 der Maand Juny. 't Laagst heeft dezelve gestaan; naamlyk 27 d. 4 l. den 16. In de Zomermaanden heeft men doorgaans geene groote veranderingen des Barometers; dezelve blyft bykans op eene hoogte; en het blykt dat hy aanmerkelyk geklommen is, naa den Nevel van welken ik vervolgens zal spreeken. Thermometer. Over 't algemeen is de Maand Juny koel geweest; de middelbaare Hette, veelal tusschen de 19 en 20 Gr., haalde deeze Maand niet meer dan 16½: want, in de laatste dagen, klom dezelve niet hooger dan 22. 6, en stondt hy op 10 in den beginne. Men mag in aanmerking neemen, dat 'er eene daaling van 4 gr. tusschen den 16den en 17den plaats hadt, veroorzaakt door het toen invallend Onweer. Hygrometer. Ondanks den Regen, heeft deeze bestendig Droogte geweezen; 't welk ten blyke strekt van de hoogte der Waterdampen. Regen. Indien wy de dagen in opmerking neemen, op welken het min of meer geregend heeft, moeten wy deeze Maand Regenagtig noemen; want het heeft vier- en twintig dagen geregend; doch de Regen was weinig, 'er vielen eenige duimen minder dan gewoonlyk. - Deeze waarneeming betreft alleen de laage streeken; want op het Gebergte is zwaare Regen gevallen; die groote zwellingen der Rivieren veroorzaakt heeft. Twee byzondere Verschynzels booden zy der Waarneeminge aan, de Nevel en de Onweersbuijen. - 's Morgens den 18den vertoonde zich de Zon, naa een Onweersbui, door veele andere voorafgegaan, zeer bleek, schynende door een ligten Nevel, in den geheelen Dampkring verspreid. Deeze Nevel is de volgende dagen in zwaarte toegenomen, en niet verdreeven door de Winden, zelfs niet door den Storm op den 26sten, 's morgens, welke vergezeld ging van zwaare Donderslagen, die zich door de geneele keten bergen, van de eene zee tot de andere, lieten hooren. Deeze Nevel duurt nog in de eerste dagen van July, en schynt zelfs zwaarder te worden, althans op zekere uuren. Dezelve beneemt het gezigt der Zonne niet, noch ook dat der Starren van de eerste grootte, uitgenomen in het laagste gedeelte aan den Gezigteinder. Men kan, zonder eenigen hinder, tegen de Zon opzien, schoon het oog niet gewapend is met een gekleurd of berookt glas. De Zon vertoont zich verschillend van kleur, naar de verichillende dikte des Nevels, welke dee- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||
ze of geene soort van straalen doorlaat. Naardemaal de geele en roode, die de sterkste zyn, 'er meest door heen breeken, heeft de Zon het voorkomen van een vuurkloot, of is bloedrood. Zulks heeft te wege gebragt, dat veelen, wier verbeeldingskragt verhit en dweepend is, daar in, even als in de Wolken, de gedaanten van Menschen en Dieren zagen. Doorgaans vertoonde zich de Zon, in 't bovenste van den Dampkring, bleek en wit, door de afweezigheid der veelkleurige straalen, en weder rood, als dezelve laager kwam: dewyl de straalen dan een veel langer horizontaale ruimte doorliepen. Ten einde men zich niet verbeeldde, dat dit Verschynzel iet nieuws is, zal ik hier byvoegen een lyst van Verschynzelen, in vroegere Eeuwen waargenoomen, welke met dit tegenwoordige eenige overeenkomst hebben. Doch ik moet, vooraf, iets zeggen over de oorzaak deezes Nevels, zeldzaam in dit Jaargetyde, ten minsten zeldzaam van zo langen duur; welke reeds twee- en twintig dagen telt, op dat men denzelven niet toeschryve aan een Comeet, door deezen Nevel onzigtbaar. - Ik hel over tot het denkbeeld, en ben de eenige niet die in dit begrip gevallen is, dat deeze Nevel van Sicilie en Calabrie gekomen is, waar men zulke hevige Aardbeevingen gehad heeft. Men weet, uit de berigten, dat de Lugt zich, naa die hevige schokken, nevelagtig vertoond heeft: 't geen zeer wel geloof verdient, van wegen de verbaazende uitdamping, welke zich in den Dampkring heeft moeten verspreiden. In de Maand Juny hebben de Zuid-ooste Winden hier te lande meest gewaaid. Deeze Winden draagen, te Venetie, den naam van Foriani; dewyl dezelve eerst van den kant des Golfs komen. 't Is zeer waarschynlyk dat zy, dit gedeelte des Dampkrings doordringende, eene groote meenigte uitdampingen hebben medegenomen, die, door de keten der Alpen opgehouden, zich in Lombardye verspreid en de Alpen zelve vervuld hebben, welke men, met verbaazing, rood en anders gekleurd gezien heeft, naar den verschillenden stand der Zonne en des Waarneemers. - Het schynt dat deeze uitwaassemingen niet uit onzen grond voortkwamen, welken men niet heeft zien rooken, gelyk veeltyds by Nevels gebeurt. Deeze Nevel kwam uit den hooge, en scheen uit den Dampkring neder te daalen. Men zag niet dat dezelve den grond raakte, uitgenomen wanneer, door een gezigt-misleiding, de Nevelagtige laag, zich uitstrekkende, tot den zigtbaaren Ho- | |||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||
rizont zich uitstrekte: ook heest de Nevel geen schade gedaan aan de veldvrugten: alleen wil men dat de Olyfboomen en Wyngaarden, op hooge heuvelen geplant, een weinig geschroeid zyn. Indien de Gewassen in de laagte iets geleden hebben, zal men zulks moeten toeschryven aan de regenvlagen in den bloeityd. Indien deeze Nevel, gelyk wy gezegd hebben, veroorzaakt is door de uitdampingen, voortkomende van de Aardbeevingen, heeft dezelve droog moeten weezen, vervuld met vuurige aard- en delfstoffen, met veel ontbrandbaare lugt en electrisch vuur. Hier aan kan de menigte van Onweersbuijen, bovenal in 't laatste gedeelte der Maand Juny, worden toegeschreeven. Non alias caelo ceciderunt plura sereno fulmina: de Lugt was helder, gelyk men my uit het nabuurig Gebergte berigt heeft. De Donder heeft, in 't algemeen, zeldzaame verwoestingen veroorzaakt; Huizen in brand gestooken, Menschen en Dieren gedoodGa naar voetnoot(*). Men schryft uit Hongarye, dat, naa de Aardbeevingen, de Stad Kremnitz, door den Blixem in brand gestooken is. Op den 26sten, 's morgens, vreesde men te Vicenze hetzelfde lot te zullen ondergaan, met zo veel gewelds lieten zich de verdubbelde Donderslagen hooren. In vyf of zes huizen ontstondt daar dien dag brand door den Blixem, 't welk groote schade veroorzaakte. Deeze viel op verscheide plaatzen in die streek, bovenal in 't gebergte. Men zal, uit de hier bygevoegde lyst zien, dat deeze Verschynzels doorgaans de Aardbeevingen vergezelden. De geweldige Aardschokken in Calabrie gingen ook gepaard met vreeslyke Onweersvlaagen: een donkere nevelagtige, en als met rook vervulde lugt, vertoont zich of volgt de Aardbeevingen, bovenal in die Landen, welker grond geschikt is om dit verschriklyk verschynzel op te leveren: en waar van de onze, gelyk eene lange ervaarenis leert, geene geschiktheid heeft. 't Nadeeligste, 't welk ons daar van zou kunnen overkomen, zou weezen, dat eene Droogte de plaats innam van de Vogtigheid voor welke wy vreesden, en deezen Zomer verwagtten; doch wy hoopen | |||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||
veeleer, dat deeze Dampen, zomtyds door regenvlaagen vergezeld, onzen grond zullen bevoordeelen en vrugtbaarder maaken; gelyk de uitbarstingen van den Vesuvius den grond omstreeks Napels doen, en de Aardbeevingen in Calabrie, volgens het gevoelen van den Ridder hamilton. Ik voeg hier by eene soort van Kronyk, getrokken uit myne Aantekeningen der Tydperken, op welken men de Zon, door Nevels verdonkerd, gezien heeft: wel verzekerd dat men 'er meer andere vinden zal by de Schryvers; en hoe veele zyn 'er niet onopgetekend gebleeven? Deeze lyst zal het wonderbaare doen verdwynen; en doen zien, dat 'er thans niets is voorgevallen, of het gebeurde meermaalen, en met nog veel eislyker omstandigheden.
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||
|
|