Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 129]
| |
Eenvoudige manier, om vliezige luchtbollen, met konstlucht te vullen. Door
| |
[pagina 130]
| |
daar dit, voor zulk een werk te omslagtig en ongemakkelyk is, aangezien 't water in 't gemeen by dunne vliezen nadeelig is, en ook elk de nodige toestel tot de bereiding der Konstluchten niet heeft, vult men de Luchtbollen onmiddelyk, uit het glazen vat, in welke de Lucht te weeg gebragt word. In dit geval gaat deeze Konstlucht niet door water, en behoud, omdat dezelve met een heete effervescentie veroorzaakt word, al de waassem, die de warme lucht bevat, daar ze door water gaande afgekoeld zoude worden, en de waterige dampen verliezen. De ontvlambaare Lucht derhalven bevat, in dien staat, vry wat vogtdeeltjes; weegt veel zwaarder; maakt dikwils den hals des vliezigen Bols nat, en deeze zyn de oorzaaken, dat een Bol, die anders zoude opryzen, nu soortelyk te zwaar is. Zommigen hebben, om dit voor te komen, een koelvat van water op hun toestel gemaakt, door welke, de Lucht heen klimmende, de warme dampen verdikt worden; doch deeze manier heeft, behalven dat het zeer omslagtig is, veel ongemaks: 't water spat, met de opklimmende Luchtbellen, naar boven, enz. Hier over denkende, viel het my in, by het onmiddelyk vullen der Luchtbollen, in de pyp, door welke de Konstlucht passeeren moet, een natte maar styf uitgedrukte spons te plaatzen. Deeze zou, naar myne meening, mids niet al te vast gestopt zynde, de lucht gereed doorlaaten, en het water, dat in de lucht zweefde, opslorpen, 't welk te gereder uit de Lucht aangenomen moest worden, om dat de spons niet geheel droog was. Ik nam van deeze veronderstelling wel dra de proef, en myne verwagting wierd met een volkomen goede uitkomst beantwoord. Om nu de opvulling der vliezige Luchtbollen nog gemakkelyker te maaken, bedagt ik, by het gebruik van de spons, den volgenden toestel: Ik nam een groote vles, welke vier of vyf wynbottels bevatte, hebbende een wyden mond en hals. Ik liet een mondstuk over den mond deezer vles maaken, en tevens in dit mondstuk twee schuinsche gaaten van boven ruim een vinger breed van elkander, en van onderen binnen in het Mondstuk, zo naby elkanderen, dat ze beide in de opening van de vles toeloopen. Het eene gat sluit ik met een kurk, en het andere met een kooker, die van binnen, ruim een half duim middellyn en anderhalf duim hoog, hol is. Deeze holligheid, door welke de Konstlucht passeeren moet, vul ik met de gemelde spons. Aan het boveneind van deezen koker is een dwarspyp, wier holligheid met die van den kooker gemeenschap heeft. | |
[pagina 131]
| |
Over deeze dwarspyp, sluit ik een andere pyp, losjes, maar zeer naauwkeurig digt, heen, en aan welke ik vooral den op te vullen Luchtbol vast gemaakt hebbe. Deeze losse pyp schuyf ik niet eer over de dwarspyp, voor dat alles gereed en de gemeene Lucht, na het begin der effervescentie, uit de vles gedreeven is. Door het gat, 't welk ik met de kurk gesloten heb, doe ik het Yzer- en Vitrioolzuur, of de Zinc en het Zout-zuur, welk ik verkieze. 't Mondstuk zelve, de kooker voor de spons en al het overige is van Palmhout gedraaid, misschien was koper daar nog beter toe geschikt. Ik sluit voorts dit Mondstuk op de vles, door middel van een schroef aan den mond der vles gemonteerd; ook vat men ligt, dat men zich op andere manieren van een spons bedienen kan, zonder juist aan deezen Apparatus in alle opzigten gehouden te zynGa naar voetnoot(*). Schoon deeze toestel, en de manier om een Luchtbolletje, met drooge Inflammabele lucht te vullen, zeer eenvoudig is, kwam my dezelve in deezen tyd van te veelbelang voor, om den Konstminnaaren te onthouden.
Amsterdam, 13 Maart, 1784.
NB. 't Is te vreezen, dat, in den aanstaanden zomer, de Vliesige Luchtbollen, het gewoone lot van alle blaazen en andere vliezige zelfstandigheden, die niet gevernist zyn, zullen ondergaan; te weeten, om van de wormen doorknaagd te zullen worden; daarom raade ik elk, by tyds, hunne vliezen in een welgeslooten glas te bewaaren, met byvoeging van een stukje Campher; of, dat zy, die eene Lucht-Pomp hebben, de Lucht in het glas, in welke de Vliezige Luchtbol bewaard word, verdunnen. |
|