Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijDe uitwerkingen van de vrugtbaarheid of onvrugtbaarheid eens lands, op den staat en het character der inwoonderen.(Uit het Engelsch, van William Falconer, M.D.F.R.S.)
Vrugtbaare en aangenaame Landen, hoe behaaglyk voor 't oog, heeft de Ondervinding geleerd, dat niet strekken tot volmaaking der Menschlyke Natuure. De Inwoonders derzelven worden beschreeven als traag en verwyfd, boosaartig en wreed van aart, wellustig en snood in zeden, weinig geschikt om vorderingen in Kunsten en Weetenschappen te maaken, en Slaaven eener eigendunklyke RegeeringeGa naar voetnoot(*). Onvrugtbaare Landen, integendeel, - ten minsten zulke, waar de Onvrugtbaarheid alleen zo verre plaats heeft dat ze strekt om vlyt te wekken, niet uit te dooven, brengen een Volk voort van een zedig en geregeld leeven, en werkzaame geaartheidGa naar voetnoot(†), edel van hart, bekwaam om Kunsten en Geleerdheid te kweeken, doorgaans leevende onder een Staatsbestuur, 't welk in de Voorregten der Vryheid deelt. Vrugtbaare Landen brengen veelal een grooten overvloed voort van Leevensnoodwendigheden, zonder dat het veel arbeids kost: ingevolge hiervan, hebben de Inwoonders een groot gedeelte ledigen tyd over. Dit was de oorzaak | |
[pagina 120]
| |
dat de Bewoonders der Oost-Indiën, volgens 't getuigenis van strabo en diodorus siculus, zeer lui warenGa naar voetnoot(*). Deeze gewoonte van lediggaan, en de ruimte om voldoening te schenken aan dierlyke lusten, maakt hun teder en weelderig, waar uit dartelheid en ongebondenheid volgenGa naar voetnoot(†). Maar in Landen, die de Vrugten des Aardryks niet zouder arbeid opleveren, moeten de Bewoonders hunnen tyd meest in den arbeid besteeden. Zy hebben dien niet over, om denzelven door te brengen in lustopvolgingen, welke ook veelal buiten 't bereik zyn der zodanigen, die weinig meer dan 't noodzaaklyke deezes leevens genieten. Eigendom, door vlyt verkreegen, drukt een denkbeeld in van geregeldheid en naauwkeurigheid in onze handelingen, van de waardye des tyds, arbeid en geld: omstandigheden, alle medewerkende om eerlykheid en geschiktheid in onze bedryven hervoort te brengen. Vrugtbaare Landen brengen Volken voort, min moedig dan die van Ontvrugtbaarder streeken. Strabo merkt op, dat de Bewoonders der eerstgemelden na een vreedzaam en stil leeven haaken; dat die der laatstgenoemden, van moediger aart, op den Kryg gesteld zynGa naar voetnoot(§). Dit ontstaat uit verscheide oorzaaken. - Ledigheid baart, naar 't getuigenis van hippocrates, beschroomdheid en blohartigheidGa naar voetnoot(⁂). - Overvloed en Weelde, die 'er mede gepaard gaat, hebben eene soortgelyke uitwerking. Livius tekent aan, dat de Gaulen, die een gedeelte van Asia overmeesterd, en zich daar nedergezet hadden, 't zelfde hardvogtig en werkzaam Volk niet meer waren als hunne Voorvaders die het bemagtigden, en voert den Burgemeester manlius in; de Soldaaten, op 't ernstigst waarschuwende tegen het neemen der vermaaken, welke dat vrugtbaar en vermaaklyk Land aanboodt, als strekkende om braafheid en dapperheid te verdoovenGa naar voetnoot(‡). Sallusti- | |
[pagina 121]
| |
us schryft het bederf des Legers door sylla, in Asia, aan dezelfde oorzaaken toeGa naar voetnoot(*). Te deezer oorzaake hebben de Zwitzers - die mogelyk, naar gelange van de uitgestrektheid des Lands, het agtenswaardigste Volk van Europa zyn, en hunne Zeden, Wetten, Vryheid en Onafhanglykheid bewaaren, daar hun Land slegts weinig van de Wellustigheden des leevens oplevert, en geringen Handel dryft, - het nogthans raadzaam geoordeeld, Verteeringswetten vast te stellen, om den invoer van buitenlandsche Weelde te beletten: aan welke verstandige schikking, onder andere voorbehoedzels, hunne tegenwoordige gelukkige gesteltenis is dank te weeten. Misschien zouden wy ons, in den eersten opslag, verbeelden, dat een Land, naarmaate het vrugtbaarder is, ook zo veel dierbaarder moet weezen aan de bezitters, en dat zy, overzulks, zich te manmoediger zullen kwyten in de verdeediging van 't zelve; doch dit volgt in geenen deele, en de Ondervinding leert, dat de rykste Volken verre zyn van de dapperste te weezen: daarenboven, hoe waardiger een Land is, hoe het ten begeerlyker lokaas strekt van den Vyand, die 'er met te meerder greetigheids op aan zal vallenGa naar voetnoot(†). Landen van groote vrugtbaarheid, en schynbaare voortreflykheid boven andere, in 't stuk van Volksvoordeelen, worden, by ervaarenis, de gunstigste niet gevonden voor Kunsten en Koophandel. Eenige graaden van ongunstigheid, in de ligging, wekken den geest op, en de hoop, op een gelukkigen uitslag, moedigt de poogingen aan. 't Is in de ongunstigste omstandigheden, schryft rousseau, dat de Kunsten meest bloeiden. Ik zie ze in Egypte vertoonen, zich verspreidende met de overvloeijing van den Nyl; in Africa hoog opklimmende uit een rotzigen grond en zandwoestynen, terwyl ze aan de vrugtbáare oevers van de Eurotas geen wortel kunnen schieten. Het schynt, zegt hume, in zyne Proeve over den Koophandel, eene vreemde stelling, dat de armoede des gemeenen Volks, in Frankryk, Italie en Spanje, eenigermaate toegeschreeven moet worden aan de rykheid van den grond, en de gelukkige Lugtstreeke: nogthans ontbreekt het aan geen redenen | |
[pagina 122]
| |
om deeze wonderspreuk te verdeedigen. In zulk een weltoebereiden grond als die der Zuidelyke Gewesten, is de Landbouw eene gemaklyke kunst, en één Man, met een paar gemeene Paarden, is in staat, om, in één Zomer, zo veel Lands te bebouwen als eene ruime rente aan den eigenaar verschaft. Al de weetenschap des Landbouwers bestaat hierin, dat hy den grond, zo ras ze uitgeput is, één jaar braak laat liggen: de warmte der Zonne, de gunstige Lugtstreek, herstellen van zelve de vrugtbaarheid. Zulke arme Boeren hebben tot hun onderhoud weinig noodig, en geen rykdommen, welke meer behoeften maaken: teffens zyn ze altoos afhanglyk van hunnen Landheer, die geen Land te huur geeft, noch vreest dat zyn Land bedorven zal worden door eene slegte bearbeiding. - In Engeland is de grond ryk, maar weigeragtig; dezelve moet, met groote kosten, bebouwd worden, en brengt, niet welgehavend, een slegten oogst voort, en, op de beste wyze aangelegd, geen volkomen voordeel dan naa 't verloop van eenige jaaren. Een Landman, in Engeland, heeft derhalven veel gelds noodig, neemt veele huurjaaren, 't welk daar aan geëvenredigde voordeelen opbrengt. De heerlyke Wyngaarden in Bourgonje en Champagne, die dikwyls den Landheer ryke winst geeven, worden bearbeid door lieden, die nauwlyks brood hebben. De rede is, dat zy niets behoeven dan hunne eigene lichaamsleden en werktuigen van bykans geene waarde. De Akkerlieden vinden zich, in deeze Landen, in eenigzins beter omstandigheden; doch de Vetweiders leeven het ruimste van allen. De rede is dezelfde; de Menschen moeten voordeelen trekken, geëvenredigd aan de kosten welke zy maaken, en het gevaar, 't geen ze loopen. Deeze zelfde aanmerking gaat door, ten opzigte van de Letteroefeningen, en Zedelyke Vorderingen, welke een stand vereischen, in de meeste gevallen, gelykende naar die 't best geschikt zyn voor Kunsten en Koophandel. De oorzaaken hier van behoeven niet diep opgedolven te worden. Ledigheid en Weelde, die in Vrugtbaare Landen tieren, zyn, wanneer de laatstgemelde veel voets krygen, hoogst nadeelig voor alle werkzaamheden van ziel of lichaam, en, gevolglyk, onbekwaam om 't verstand uit te breiden. De Regeeringsvorm, in Landen natuurlyk zeer vrugtbaar, helt over tot het Eigendunklyke; in onvrugtbaarder tot het Vrye. Dit kan men waarneemen in de groote Ry- | |
[pagina 123]
| |
ken van Asia, Africa, America, en zelfs in Europa. Veele oorzaaken loopen zamen om dit uitwerkzel te wege te brengen. Een ryk Land is zeer geschikt om ongelykheid van eigendom te veroorzaaken onder de Leden van den StaatGa naar voetnoot(*); eene omstandigheid, zeer strydig met de Vryheid: deeze verwekt natuurlyk hoogagting voor Rykdommen, zo gevaarlyk voor de Vryheid. De Suionen, schryft tacitus, schatten de Rykdommen hoog, zy zyn ontwapend en in slaaverny gebragt. Misschien zal men als een voorbeeld van het tegendeel hier aanvoeren, dat het Gemeenebest van Sparta, in een zeer vrugtbaar Land, nogthans vry was. Doch, in stede van tegenbedenking op te leveren, bekragtigt het ons voorstel. De strenge tugt, en harde leevenswyze, de gelykheid van eigendom, het verbieden van geld zelfs, diende by lycurgus, behalven andere redenen, om 't gevaar van de vrugtbaarheid des gronds tegen te gaan. Misschien zou hy te Athene, waar het Land onvrugtbaar was, min strenge Wetten hebben voorgeschreeven. Hier by komt, dat de verdorvene en ydeltuitige Zeden, de lafheid en verwyfdheid des Volks, aanleiding geeft tot deeze eigendunklyke Regeeringsvorm. Daarenboven is een zeer Vrugtbaar Land doorgaans vlak, kan door een buitenlandschen vyand gemaklyk overvallen, of door een standhoudende Legermagt te onder gebragt, worden. De vlakten van Tartaryen leveren een opmerkenswaardig voorbeeld op van de uitwerking deezer Landsgesteltenisse, op het invoeren van een eigendunklyk gezag. De Tartaaren, schoon van eenen oorlogzugtigen aart, schoon niet verwyfd door weelde, leeven niet te min in Slaaverny, ten aanziene van hunne Staatsgesteltenisse. Hun Land is vlak, hunne Rivieren leveren zeer zwakke beschutzels op, en liggen dikwyls toegevroozen: zy hebben geene sterkten of vastigheden, waar zy heenen kunnen trekken, of die hun in staat stellen om den indrang eens vyands te | |
[pagina 124]
| |
stuiten, of zich te beveiligen tegen willekeurig geweld. Alle oorden des Lands verschaffen voorraad tot onderhoud der Ruitery, (daar meest in den kryg gebruiklyk,) en bygevolge voor de Menschen, die in Tartaryen van deeze Dieren leeven. Dus is het gansche Land allerw egen open voor invallen, dit moet beurtlingsche te onder brenging van elken Stam te wege gebragt, en de overwin naars zelve tot slaaven gemaakt, hebbenGa naar voetnoot(*). - Arabie, integendeel, schoon een Vlak Land, en gelegen in eene heete Lugtstreek, heeft haare staatkundige onafhangelykheid bewaard, enkel door de Landsgesteltenisse, welke in den eersten opslage geene voordeelen belooft, zynde eene drooge zandige woestyn. Dit Land verschaft spys noch drank aan de Ruitery, noch beschutzels tegen de brandende zonnestraalen; en, in zo heet een Land, is het bykans onmogelyk zulk eene menigte voorraads van lyftocht en dekzel heen te voeren, als voor een geruimen tyd noodig zou weezen. Van hier zyn alle krygstochten tegen dit Volk mislukt, en het Land, hoewel vlak, mag, uit hoofde van de ligging, sterk genaamd wordenGa naar voetnoot(†). Deeze omstandigheid, die de Staatkundige Vryheid der Arabieren behouden heeft, bewaart ook hunne Burgerlyke. Dewyl zy nimmer overwonnen zyn, zyn ze nimmer aan Slaaverny gewend, maar gewoon die altoos te wederstreeven: het denkbeeld zelfs is haatlyk. Burgerlyke Dwinglandy kan, te deezer oorzaake, niet onderschraagd worden door vreemde magt. De Krygsmans leevenswyze, onder 't gansche volk, voorkomt dwinglandsche magtöefening, zy zyn allen gewapend, en het eene gedeelte des Volks kan niet gebruikt worden om de rest te onderdrukken, gelyk in veele Oostersche Landschappen plaats heeft, waar de Vorst zichzelven een slaaf maakt van het Krygsvolk, om 't zelve als een werktuig van Dwinglandy over de rest des VolksGa naar voetnoot(§). Ryke Landen, daarenboven, kunnen eene vry groote maate van Verdrukking verdraagen, zonder het Volk van de Leevensnoodwendigheden te berooven: dus worden ze tot geen wederstand gedreeven, door volstrekte nood- | |
[pagina 125]
| |
zaaklykheid. Doch het tegendeel gebeurt in schraale Landen, daar zal verdrukking, vlyt en bearbeiding stuiten, en gevolglyk terstond veelen van de middelen des bestaans berooven; hier door muitery en oproer verwekken. Dit was het geval der Zwitzeren, onder de heerschappy van het Huis van Oostenryk. Tegenwoordig betaalen de Zwitzers geene schatting aan hunne Overheid; doch, gelyk montesquieu aanmerkt, zyn in deeze bergagtige streeken de leevensmiddelen zo duur, en het Land zo volkryk, dat een Zwitzer viermaal meer aan de Natuur betaalt dan een Turk aan den Sultan. Hoe zou zulk een Land kunnen bestaan onder de afkneevelingen van eigendunklyke magt? Vrugtbaare Landen staan ook meer bloot, dan schraale, voor de aanslagen van Overheerschers, en wel in evenredigheid van de meerdere waardye des Landeigendoms der Ingezetenen. Zyn Rykdommen lokäazen voor buitenlandsche Aanvallers, ze zyn 't niet minder voor den binnenlandschen Overweldiger. Maar, in een onvruchtbaar Land, kunnen de bezittingen van elk lngezeten nauwlyks toereiken tot enkel leevensonderhoud, van weinig waarde in zichzelven; zy krygen die alleen door eigen vlytbetooning, en 'er kan geene groote opëenhooping van eigendom weezen. Geen of weinig verzoeking, derhalven, voor den dinger, na volstrekte Oppermagt. ‘Volks-armoede,’ gelyk de schrandere ferguson opmerkt, ‘is het middel, waar door Eigendunklyke Heerschappy, zelfs wanneer ze stand gegreepen heeft, haar eigen val bewerkt. Als 'er geen voordeelen te behaalen, geen verschrikkingen meer te verwekken zyn, is de tovery der Overheerschinge over, en de naakte slaaf staat versteld, en bevindt, als uit een droom ontwaakende, dat hy vry is. Het bebouwde veld wordt niet meer boven het woeste woud geagt. De verdrukte vliedt, waar de knevelaary hem niet kan bereiken, waar de vreesagtigen en verslaafden bezeffen dat zy Menschen zyn; waar de Dwingeland mag dreigen, doch waar men weet dat hy niet meer dan een Mensch is, waar hy niets dan 't leeven kan beneemen, en zelfs dat niet dan met gevaar van zyn eigenGa naar voetnoot(*).’ Rykdommen, integendeel, de zodanige inzonderheid, als onroerende zynde, of althans niet gemaklyk van de | |
[pagina 126]
| |
eene plaats na de andere kunnen gevoerd worden, moedigen tot dwingelandsche onderneemingen aan; door de vastigheid welke zy verleenen, en de verknogtheid daar uit ontstaande. Verbeurdverklaaringen en Geldboetens, de gewoone gezellinnen der Dwinglandy, doen de Vermogenden sterk aan, en deezen alleen, dewyl, waar de eigendom van ieder persoon onaanmerklyk is, 'er weinig beweegmiddelen van bedwang zyn. Alles wat, in 't laatste geval, kan afschrikken, moet den Persoon zelve, of zyn Gezin, of zyne Maagschap, betreffen. Doch gevaaren van dien aart kunnen gereed ontweeken worden door de vlugt, - naardemaal 'er weinig drangredenen zyn van plaatslyke gehegtheid, ten minsten uit belangzoekende inzigten, - of anders kan men 'er zich met geweld tegen verzetten. Maar wat de Vermogenden betreft, hun landeigendommen en andere bezittingen, welke zy niet kunnen medeneemen, hegten hun aan eene plaats, en zyn de zekerste waarborgen van hunne onderwerping en gehoorzaamheid. De rykbemiddelden worden door veel meer beweegredenen gedrongen te berusten onder eenig Staatsbestuur, dan zy, wier beweegredenen enkel persoonlyk zynGa naar voetnoot(*). De Germaansche en Gallische Gemeenebesten, door tacitus en cesar beschreeven, waren wonder geschikt om die verlaaging van geest, welke hervoortkomt uit het ophoopen van persoonlyken eigendom, te beletten. Het Land behoorde daar geheel en al aan den Staat, en een nieuw gedeelte werd dikwyls, in stede van een ander, bearbeid: gevolglyk was 'er geene gelegenheid tot ophooping van Schat, noch ook voor een Vorst, tot dwinglandy geneigd, om zyne Onderdaanen vreeze van deezen aart aan te jaagen. Mogelyk steunde dezelfde instelling in 't Spartaansche Gemeenebest op dien eigen grond; dewyl Laconia, volgens herodotus, een zeer vrugtbaar Land wasGa naar voetnoot(†). Eene andere omstandigheid, zeer begunstigend voor de inbreuken op de Vryheid, bestaat hier in: dat de Ryken doorgaans ten uitersten afkeerig zyn van alles wat den schyn heeft van 't geen zy ontrusting noemenGa naar voetnoot(§). By | |
[pagina 127]
| |
hun wordt elke beweeging van een Vry Volk aangezien als een voorspel van Regeeringloosheid en Verwarring; en zy dugten terstond, dat hunne eigene bezittingen ten eersten prooi zullen strekken van den verwekker des opstands. Maar de stappen tot Dwinglandy en Eigendunklyke Magt kunnen niet gestuit worden dan door tegenweer; en alle tegenweer, met geweld gepaard, veroorzaakt, ten minsten voor een tyd, onrust. Deeze zoeken de Ryken doorgaans af te weeren, niet alleen uit vreeze voor hunne Bezittingen; maar ook uit Hoogmoed, die de bezitting van veel schats, bovenal wanneer dezelve schielyk verkreegen is, inboezemt. Volks-opschuddingen, wanneer zy wel slaagen, in de handhaaving der Vryheid, veroorzaaken altoos, althans voor eene wyl, een' graad van gelykheid onder de Leden van den Staat, en wyzen andere middelen aan om invloed en agting te verwerven, dan die enkel uit Rykdom voortkomt. De Verstandsbeschaaving wordt een voorwerp van aandagt, als 'er Rangonderscheiding en Magt mede gepaard gaat; en, gevolglyk, moeten, in zodanige omstandigheden, de Ryken 'er veelen zien, hun, in deeze opzigten, gelyk, of hun overtreffende, die in bezittinge verre beneden hun zyn; eene doodlyke kwelling voor Lieden, die zich aangewend hebben de Rykdommen aan te merken als de grootste bron van aanzien en gezag. Zulks vervoert hun dikwyls om de eischen van volstrekte Oppermogenheid veeleer te begunstigen, dan te staan op de regten en vrydommen van een Vry Volk: dewyl zy het minder vernederend aanmerken zich te onderwerpen aan éénen, hun volzeker in Rang overtreffende, dan anderen, die zy voor laager dan zichzelven houden, toe te staan in dezelfde voorregten met hun te deelen. Zulks was voor een groot gedeelte het geval in Spanje met den Adel, in den jaare MDXX, die zich eerst by de Gemeente vervoegde, om het herstel der Vryheid en der oude Staatsgesteltenisse te verzoeken; doch, zo ras hunne eigene afzonderlyke eischen vervuld waren, niet alleen het Volk lieten dryven, maar de wapenen opvatte tot het onderdrukken hunner Vryheidzoekende poogingen, - in welken toeleg zy maar al te gelukkig slaagden. - Korten tyd daar naa vond carel, en diens Opvolger, zich in staat om de voorregten des Adelstands, nu beroofd van 's Volks steun, met voeten te treeden: en deezen 't zelfde juk op te leggen, 't welk zy op den hals des Gemeens hadden helpen drukken. | |
[pagina 128]
| |
De Vrugtbaarheid of Schraalheid eens Lands heeft, in eenige opzigten, invloed op den Godsdienst, of ten minsten op de uitwendige gedaante en plegtigheden van denzelven. Eene Godsdienstoefening, overlaaden met ontelbaare plegtigheden, is bykans noodzaaklyk in een zeer vrugtbaar Gewest, om den tyd te korten, en dat verbaazend Zedebederf te keer te gaan, waar toe Ledigheid, gepaard met eene groote ruimte, ter voldoening van zinlyke lusten, zo natuurlyk opleidt. Dit is, naar allen schyn, eene voornaame oorzaak van de Zedigheid der Turken, en het Volk in de Oost-indiën. Elk Mensch begaat, volgens de regelen van den Godsdienst, hoe voorzigtig hy ook moge weezen, dagelyks eenig misdryf dat boete vordert, of maakt zich schuldig aan eene verontreiniging, die gezuiverd moet worden: hier door wordt hun leeven eene aaneenschakeling van Boetedoeningen en Wasschingen. In Landen, waar men de Leevensnoodwendigheden gemaklyk verkrygen kan, en dezelve, om zo te spreeken, van zelve voortkomen, kan ook eene Godsdienstoefening geduld worden, die vol is van Feestdagen, op welken men den arbeid staakt; eene schikking, welke, in onvrugtbaarder streeken, onverdraaglyk zou weezen, en het Volk van honger doen sterven. Dit wordt beweezen door het voorbeeld der Mahomethaanen en der Christlyke Godsdienst Aanhangen in 't Zuiden van Europa, wier Feestdagen veel menigvuldiger zyn dan die van dezelfde Gezindheid in het Noorden. De invloed deezer omstandigheid is, desgelyks, zigtbaar in de Opoffering den Goden toegebragt. Terwyl men, in eenige Landen, by groote gelegenheden, wanneer men voorhadt een uitsteekend eerbewys den Goden te betoonen, het Vee by honderden slachtte, was het te Athene een grondregel, dat zy, die den Goden een klein geschenk, by voorbeeld een Ey, gaven, hun meer eerden dan die een Os ten offer dooddenGa naar voetnoot(*). Deeze grondregel ging ook door by de Spartaanen. ‘Wy offeren,’ zeggen zy, ‘kleine giften aan de Goden, op dat wy altoos wat mogen hebben om hun te offeren!’ |
|