Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 75]
| |
Aan de heeren schryvers der Algemeene Vaderlandsche Letteroefeningen.myn heeren!
Met het volgende te plaatzen, zullen UE den Berigtgeever verpligten. Iemand alhierGa naar voetnoot(*), zedert lange, een heuvel op de heide, op den afstand van een quartier-uur gaans, beschouwd hebbende, als zodanig een, van onder welken, waarschynlyk, nog wel eenige Stukken van de Oudheid op te delven zouden zyn, heeft eindelyk, in de maand October, daartoe Arbeiders in 't werk gesteld: en zulks heeft ook min of meer aan zyne verwagting voldaan; als zynde daarin gevonden: Eene Urna, wel niet groot, maar in haar geheel, behalven dat in den buik een gat is: zy heeft eene zwartagtige coleur; en in de breuk vertoout ze zig eenigzins lelcoleurig. Etlyke stukjes van eene soortgelyke Urna; zo dat 'er twee moeten geweest zyn. Een Doodshoofd in zyn geheel, maar in het uitneemen gebroken: de tanden, in vier stukjes van 't kaakenbeen, waren zo gaaf en wel, als of ze van een kortlings gestorven Lichaam waren. Voorts lagen 'er ook eenige stukjes van Menschen-beenderen; en drie stukjes verroest yzer of staal. Verscheiden stukjes doove kooltjes van verbrand hout; benevens, verscheiden stukjes van verbrande beenderen. Wyders nog omtrent 90 stuks Coraalen van allerleie coleuren, veelerleie stoffe, verschillend fatsoen en grootte, zeer aartig en zo gaaf als of zy nieuw waren. Dewyl nu de Vinder meent, dat de Romeinen gewoon waren hunne Lyken geheel te verbranden, zo doet het hem vreemd, dat hier een geheel hoofd, en etlyke onverbrande beenderen, gevonden zyn: ook weet hy niet te gissen, hoe de Coraalen 'er by komen. 't Zal hem des aangenaam zyn, indien een of ander Oudheidkundige, of Geleerde, de goedheid hebbe, om hem desaangaande nader te onderrigten. |
|