Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1784
(1784)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijOnderzoek wegens de radix colombo, door M. Josse. Mr. en Pharmacie du Collége de Paris, medegedeeld door M. AndryGa naar voetnoot(*).De Radix Colombo, by de Hollanders aldus geheeten, en by de Engelschen Colombi, word door de eerstgenoemden, die eenen zeer grooten handel op de Indiën hebben, tot ons gebragt: deeze Wortel, gelyk zulks de benaaming te kennen geeft, groeit, op verscheiden plaatzen, in Indiën, behoorende tot het grondgebied der Portugeezen. Wy krygen dezelve gemeenlyk in ronde, of langwerpig vierkante stukken, weegende ieder stuk byna een half lood; het schynt, dat men dezelve in de lugt droogt, vermits men 'er nog de draaden aan vind, waarby men ze heeft opgehangen. De buitenste korst is eenigzints gerimpeld, en van een donker groenagtige kleur, terwyl de inwendige zelfstandigheid meer in het bleek geele valt. Wanneer men een van deeze stukjes in twee spouwt, en door het vergrootglas beschouwt, vertoont zig de oppervlakte glinsterend, en men ziet duidelyk bundeltjes van houtvezeltjes. De smaak is bitter, gelyk de Gentiaan-wortel, dog meer doordringend. Tot poeder gemaakt, heeft zy de kleur van Ganzedrek, en schynt, even als de Gentiaan, de vogtigheid der Lugt naa zig te trekken. Een halve once van deezen Wortel, geduurende twaalf uuren in twaalf oncen kookend water laatende trekken, verkrygt het water een geele, groenagtige en troebele kleur, zo dat het, gefiltreerd zynde, niet helder word. Dit aftrekzel is aanmerkelyk bitter, en heeft eenen walg- | |
[pagina 10]
| |
lyken smaak. Men konde op geenerlei wyze het zogenoemde scheikundig t'zamentrekkende beginzel (principe) daarin ontdekken; het kalkwater wierd daar van niet troebel, nog de ontbinding van yzer-vitriool zwart. Ontbonden vast loog-zout, by dit aftrekzel gedaan, maakte deszelfs kleur hooger en meer ondoorschynend. Dit aftrekzel, in een klein distilleer-vat gedaan, en aan eene hette van kookend water bloot gesteld, ging 'er een vogt over, welks reuk veel overeenkomst had met dat van overgehaalde melk; ten bewyze dat deeze Wortel niets specery-agtigs bezit, waardoor een gedeelte van de harst kan vlug gemaakt worden, om eene weezenlyke Olie daar te stellen. Naa dat men dit Aftrekzel vervolgens op een zagt vuur had laaten uitdampen, verkreeg men twee en een halve drachma zoutagtig en zeer bitter Extract, van een hooggeele kleur, 't welk zig in water, en ook gedeeltelyk in wyngeest, liet ontbinden. - De halve once van deezen Wortel, welke door het water was uitgetrokken, en vervolgens met vier oncen wyngeest gedigereerd, gaf aan den wyngeest een fraaie geele kleur. Geduurende de eerste uuren van deeze digestie, ziet men overal in het vogt, eene menigte kleine blaasjes opkoomen, die zig naa de oppervlakte begeeven, zonder dat zy het vogt troebel maaken. Het vogt, gefiltreerd zynde, was nog zeer bitter, en wierd, door het bydoen van water, niet van kleur veranderd. - Naa dat het, boven een zagt vuur in een glazen vat, was uitgedampt, bleef 'er nog twee scrupel van eene stoffe over, die zig zo wel in water als wyn-geest liet ontbinden. Naa dat men het overblyfsel van beide deeze Aftrekzels volkomen had gedroogd, bedroeg het te zamen aan gewigt een drachma. Een lood van deeze Radix Colombo, een weinig gekneusd, liet ik met zes oncen wyngeest, in een Sand-capelle, waaronder een Lamp brandde, digereeren: het vogt wierd zeer bitter, en van een fraaie goudgeele kleur: gesiltreerd zynde was het zeer doorschynend, en dus gantsch verschillend van het hiervooren beschreeven Aftreksel met water: - - om te ontdekken of het harstagtig was, deed ik 'er water by, doch ik bespeurde geene de minste verandering of nederploffing. Een gedeelte van deeze Tinctuur van wyngeest, door de overhaaling sterker gemaakt, was niet bitter, of olie- | |
[pagina 11]
| |
agtig, ten minsten nog de smaak, nog het water, ontdekte 'er iets van. Het overblyfsel in een glazen vat, boven een zagte warmte uitgedampt, liet eene stoffe over, die, gedroogd zynde, één drachma woog, van een goudgeele kleur was, en op het oog overeenkomstig, met het hier vooren genoemde Extract, en veel overeenkomst hebbende met het waterige Extract van de Gummi Guttae; dit Extract liet zig in water en ook in wyngeest ontbinden, zonder eenigzints troebel te worden. Het overblyfzel van deeze digestie liet ik, geduurende twaalf uuren, trekken in kookend water; het water wierd sterk gekleurd, dog bleef, niettegenstaande het sterk belaaden was, zeer helder, en was zeer weinig bitter; gefiltreerd zynde, en boven een zagte warmte uitgedampt, gaf een drachma Extract, 't welk veel helderder was, dan het voorgaande waterige Extract, en laatende zig zo wel in wyngeest als water ontbinden. Het residuum van beide Aftrekzels, zo wel dat met wyngeest, als met water, wel gedroogd zynde, woog t'zamen 1½ drachma. Volgens dit onderzoek, dat ik meende niet verder te kunnen agtervolgen, voor zo verre het, naamenlyk ten aanzien van de beoefenende Geneeskunst, nuttig is, blykt, dat deeze Wortel, even als de Gentiana en de Chamoedris, een principium, extracto-salinum amarum bezit. |
|