ibycus! dit werd door eenen vreemden gehoord, die hier op nader aandringende, en een verlegen antwoord ontvangende, hun den rechter aandiende, die, naa door de pynbank de belydenis afgeperst te hebben, hun de verdiende straf deedt ondergaan. - Dit geval werd by de Grieken tot een spreekwoord: Αἰ ἰβύκου γέϱαοι, de Kraanvogels van ibycus, 't geen zy gebruikten als door een vreemd en onvoorzien geval een misdaad werd uitgebragt, en de schuldige de verdiende straf onderging. (Strabo, Lib. IV. Cellarius, Lib. II. c. 12. Silius Italicus, XIV, c. 195. Cluverius, Lib. III. c. 41. Erasmi Adagia. c. 724).’
Dezelfde Stad wordt in de Tweede Afdeeling nader in deezervoege beschreeven. ‘In de Faro di Messina ligt, schuins over de Stad Reggio, een Landtong, vormende een der beste en schoonste havens van de waereld: men wil dat 'er duizend Schepen, veilig voor alle winden en jaargetyden, kunnen liggen. Ook was deeze haven zeer versterkt met een kasteel, door de Spanjaarden gebouwd op dat gedeelte, waar de Landtong aan de kust is vastgehegt, buiten nog vier kleine Forten, die den ingang van de haven bestryken; hier by lag het Lazaret of Ziekenhuis, in volle zee op paalen gebouwd. Het was een groot, ruim en gemaklyk gebouw. Het water in de kom, door de Landtong gevormd, is altoos effen en vlak, daar men uit een zee komt, waar alles loeit en brult, daar de Echo's op de rotzen en klippen het afgryzelyk geluid verdubbelen. Aan het einde van die Landtong stondt ook nog een vuurbaak, om de Schippers tegen de nadering van den draaikolk Charybdis te waarschuwen. Aan den overkant van deeze Landstreek deedt zich een der fraaiste kaaden op, die ooit te aanschouwen zyn; en deeze schoonheid nam zyn oorsprong uit den fraaien aanleg van de Stad, die een Paleis scheen te zyn, met een voorgevel van bykans duizend schreden lengte. De huizen aan de haven waren van vier verdiepingen, allen naar dezelfde evenredigheid der bouwkunde gesticht, en deeze vormden dat heerlyk gezigt, 't geen de Messiners met reden den naam van Schouwtooneel gaven.
‘Voorts was Messina een Aartsbischoplyke Stad, voorzien van Mannen- en Vrouwen-Kloosters, - de huizen waren 'er gemaklyk, de leevensmiddelen overvloedig en goedkoop. - 'Er waaide een wind met de aangenaamste geuren opgevuld, door de kruiden veroor-