Ao. 1520.
Jacobi wimphelingi, Schletstadiensis, Theologi & Historiei cel. Ex Schletstadio, Esto mihi. Incipit: Opto Herasmum meum fore longevum. Dicit de hominum erga se iniquitate; de sua spe vitae melioris; de solatio, ex Erasmi libris capiendo.
Op eene dergelyke wyze maakt de Hoogleeraar alle deeze byeenverzamelde Brieven kennelyk, en schikt dezelven in eene agtervolgende jaarorde; 't welk hy ook met betrekking tot de andere bovengenoemde Handschriften in 't oog houdt. Daarbenevens vindt men, tot meerder gemak, aan 't einde van dit Geschrift, nog een Alphabetisch Naamregister van de Schryvers, met aanwyzing, waar van derzelver Schriften, in de gemelde jaarorde geplaatst, gewag gemaakt is.
Hierdoor verleent de Hoogleeraar Burscher den oefengraagen gelegenheid, om na te gaan, hoe veele byzonderheden in deeze tot nog verborgen Papieren gevonden worden; waarvan ze, by tyd en wylen, ter ophelderinge van het voorgevallene, geduurende de jaaren 1520-1535, (staande welk tydverloop deeze Brieven geschreeven zyn,) een nuttig gebruik zouden kunnen maaken. Wy twyselen niet of de Hoogleeraar, die